GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Mijnheer de Redacteur !

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijnheer de Redacteur !

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

U dankzeggende voor de hoogst welwillende woorden in uw nummer van 2 Febr. over mijn jubilé en mijn arbeid geschreven, zij het mij vergund terwille der geschiedenis een kantteekening te maken over uw inleiding. Daarin toch staat, dat ik een kind van het Reveil ben gebleven en dat het Calvinisme nooit de liefde van mijn hart heeft gehad.

Het staat u natuurlijk vrij om mijn portret te teekenen naar uw opvatting, maar mij zij het vergund deze voorstelling voor legendarisch te verklaren. Ik wensch het Reveil niet te verachten; gij zelf Mr. de R. zult met mij afkeuren, dat een jonger geslacht daartoe veel te geneigd is. Uw woorden over Heldring bewijzen dit op nieuw. Maar dit neemt niet weg, dat ik van kindsbeen af tegen het Methodisme en het Pelagianisme in het Reveil steeds heb gereageerd en het nog doe.

Ook mijn verhouding tot het Calvinisme is niet door u beschreven zooals ik het gevoel en zooals ik bespeur, dat ook onder uw besliste geestverwanten beseft wordt, daar verscheidene hunner mij hun dochters toevertrouwen en in schoolzaken dit vertrouwen zich niet minder krachtig heeft uitgesproken.

Indien ik ooit tijd en gelegenheid kon vinden om mijn annalen op te maken, zal wellicht duidelijker - worden, wat ik nu ietwat apodictisch moet neerschrijven. Voor het geval echter, dat dit door mijn velerlei werk mij onmogelijk mocht zijn, wensch ik alleen te doen uitkomen, dat ik uw portret van mij voor uwe rekening laat.

Ook de heer G. C. Hoogewerfï, die mij met een niet minder welwillende pen heeft beschreven in Mannen van beteekenis schijnt van gedachte te zijn, dat ik zekere uitingen in 1869 over de zoogenaamd lijdelijke richting gegeven, niet meer onderschrijven zou. Al zou ik thans heel anders schrijven dan toen, nog altijd trekt mij het lijdelijke veel meer aan dan menigeen denkt. Ik zie echter weinig lijdelijkheid onder Christenen, en daarin ligt m. i. de reden, dat zij minder doen dan zij zouden doen, als die karaktertrek sterker uilkwam.

Acht men het noodig mij in een loket te plaatsen, welnu, zoo noeme men mij: Israëlitisch Christen. Voor zoover een richting daarin meegaat, heeft zij mijn sympathie, en ik zal de laatste zijn, om tegen te spreken, dat het Calvinisme dit in menig opzicht doet, hoewel voor mijn gevoel in te Japhetische vormen. Dat da Costa sterken invloed op mij uitoefende, weerspreek ik niet Hij was echter allesbehalve identisch met het Reveil, zooals reeds blijkt uit zijn vereering van Bilderdijk.

Doch genoeg. Het is mij niet te doen. om kritiek uit te oefenen op uw warme en juist daardoor beschamende hulde aan mijn arbeid gebracht, maar om hen, die na ons komen, te helpen aan een nauwgezet wikken en wegen van de gegevens, die wij hun zullen achter laten.

Hoogachtend

Uw Dw. Dr.

H. PIERSON.

Zetten, 8 Febr. I902.

[Het gebeurt zelden, dat iemand tevreden is met het portret, dat van hem gemaakt wordt. Of dit nu altijd ligt aan het min gelukkig uitgevallen conteifeitsel, dan wel daaraan, dat wij een anderen kijk op ons zelf hebben, dan de buitenwereld, laten wij in het midden. Indien we ons ten opzichte van Ds. Pierson's liefde voor het Calvinisme vergisten, dan lag dit wel daaraan, dat deze liefde dusver een zoo bij uitstek platonisch karakter vertoonde; althans ons is niet bekend, dat Ds. Pierson ooit in woord of daad zijn sympathie openbaarde voor de Calvinistische beweging op kerkelijk, wetenschappelijk of staatkundig gebied. Het feit, dat vele hooggeachte Calvinisten hun dochters aan Ds. Pierson ter opleiding toevertrouwden, getuigt zeker van hun eerbied voor Ds. Pierson's paedagogisch talent en Christelijk karakter, maar of de vrucht dezer Zettensche opleiding in warmer liefde voor het Calvinisme bestaan heeft, weel Ds. Pierson beter dan wij. Verder gaan wij op .deze zaak liever niet in. Een woord van warme hulde, op een feestdag gebracht, mag niet eindigen in een critiek, die noodeloos wonden zou. Het verblijdt ons in elk geval, dat Ds. Pierson getuigt meer liefde te gevoelen voor het Calvinisme dan wij vermoedden, ook al geeft zijn schrijven detfindruk, dat hij onder dit Calvinisme een mystiek lijde lijke richting verstaat, die niets dan een caricatuur van het Calvinisme is. RED.]

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Mijnheer de Redacteur !

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's