GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Ba bel, Bijbel, Be bel. Prof. Delitzsch contra Prof. Hilprecht. De Duitsche keizer is ongetwijfeld een veelzijdig ontwikkeld mensch. Doch van theologie schijnt hij bitter weinig begrip te hebben. Hij laat telkens uitkomen, dat hij een droit divin heeft om te heerschen; welk goddelijk recht hij nog wel in legitimistischen zin opvat. Maar aan de andere zijde houdt de keizer die godgeleerden de handen boven het hoofd, welke de Heilige Schrift trachten te oudermijnen.

Daarop wees dezer dagen het Roomsche blad de Germania, dat in een artikel met het opschrift : „Babel, Bijbel en Bebel" (de naam van een leider der socialisten) het betoog leverde, hoe gevaarlijk het voor den troon is, wanneer de keizer openlijk partij kiest voor de afbrekende critiek op de Heilige Schrift, die er geheel op aangelegd is, om het volk te vervreemen van den godsdienst. Tot hiertoe hebben echter de voorstanders der hedendaagsche chriftcritiek altijd volgehouden, dat er niet het minste verband bestaat tusschen hun negatieve chriftcritiek en de revolutionaire theorieën, welke egenwoordig onder zoovelen opgang maken. Doch er zijn onder al'e partijen , , enfants terribles, " die laten uhkomen, wat dikwerf voor et groote publiek zorgvuldig verborgen gehouden wordt. Als zoodanig beschouwen wij den oogleeraar Dr. Krüger, rector van de Univeriteit te Gieszen. Bij de jongste viering van den eboortedag, des keizers, hield genoemde hoogeeraar eene toespraak, waarbij hij het volgende eide:

„Het godsgenadendom (Gottes gnadentum) an vervlogen tijden, dat te voren dienst deed m de legitimiteit van den koning der Franken te dekken, is onherroepelijk weg. Maar wij wilen het niet vervangen hebben door een plebis ratia (de genade des volks). Wanneer op de oogste plaats op aard, een man staat meteen rij voorhoofd, doordrongen van het bewustzijn er hoogste verantwoordelijkheid, die met hooen moed en een koenen wil begaafd is, dan ust op dezen ook naar onze overtuiging Gods e lade, en wij vertrouwen er op, dat hij den eerscherstaf zal voeren, tot heil en zegen van ns en van ons Duitsch vaderland." De conseuentie van deze woordenis: Wanneer een volk ot de overtuiging komt, dat op de allerhoogste laats niet een man staat, die doordrongen is an «ijn hoogste verantwoordelijkheid, en dat ij niet een man is van hoogen moed, dan heeft et volk het recht om het gezag van zulk eenen iet te erkennen. Hiermede is het beginsel van e souvereiniteit van den mensch geproclameerd. Tegenover de pogingen door den hoogleeraar elizsch in het werk gesteld om het te laten oorkomen, dat de jongste opgravingen in abel het bewijs leverden dat Israël zijn denkeelden omtient God aan de Babyloniërs onteende, heeft de hoogleeraar Dr. Hilprecht, eider van de uitgravingen te Nippoer de oude fgodische stad van Babyion, eenige voordrachen te Leipzig en Berlijn gehouden. De belangtelling die deze voordrachten wekten, was root. De hoogleeraar deelde mede dat hij niet

minder dan 50.000 kleitafeltjes met Keilsnhrift gevonden heeft, en dat hij nooit zulk een verheven aanschouwelijk onderwijs van de onaan tastbare waarheid der Oud-Testamentische profetie heeft ontvangen als op de groote ruïnenvelden van het oudste beschaafde land der •wereld tusschen den Eufraat en den Tigris „Wanneer onlangs gepoogd werd de zuivere monotheïstische leer der Joden uit Babylonische bronnen af te leiden, zoo moet ik dit opgrond van mijn vijftienjarig onderzoek vfin de Keilinschriften voor geheel onmogelijk verklaren; het geloof van het uitverkoren volk Gods is: „Hoor Israel, de Heere onze God, is een eenig God", en dit geloof kan nooit van den Babylonischen afgodenberg, dat lijkenhuis vol modderstank en doodsbeenderen, afstammen."

Den hoogleeraar Delitzsch was dit natuurlijk niet naar den zin, omdat het lijnrecht indruischte tegen hetgeen hij beweerd had. Hij zond daarom met vier andere Berlijnsche Assyriologen de volgende verklaring de wereld in: „Tn zijn voordracht den i7den Jan. in de Anthropologische vereeniging gehouden, heeft Prof. Dr. Hilprecht gesproken, volgens een door hemzelven opgesteld bericht in de bladen, over de uitgravingen in Babyion, waaraan hij gedurende veertien jaren zou deelgenomen hebben. Deze mededeeling is in vele dagbladen overgenomen en op grond daarvan werd Dr. Hilprecht gehouden voor een gelukkig leider van uilgravingen en als een bevoegd beoordeelaar van gewichtige vraagstukken." Voorts wordt dan beweerd, dat Dr, Hilprecht slechts eenige maanden aan den arbeid bij het doen van opgravingen deel nam, en dat men niet weet in •welke qualiteit hij de laatste expeditie medejnaakte.

Dr. Hilprecht bleef het antwoord hierop niet schuldig en verklaarde, dat hij geen mededeeiingen omtrent zijne voordrachten aan de bladen gezonden had, en dat hij nooit had be-•weerd veertien jaren lang zich met opgravingen te hebben beziggehouden. Wel had hij gezegd dat hij gedurende de laatste veertien jaren het Oosten had doorvorscht. Voorts bewijst de hoogleeraar, dat hij in officieele stukken van de Universiteit van Pennsylvania uitdrukkelijk genoemd was als de „wetenschappelijke director der expeditie". Ten slotte verklaart de hoogleeraar :

„In het jaar 1888/89 was ik vier maanden lang in Babyion werkzaam; in i8go kon ik door inoeraskoortsen en daarop volgende zware typhus aan den arbeid der expeditie geen deel nemen. Aan de werkzaambeden van de derde expeditie (1893—189Ó) nam ik echter in groote mate deel; een groot deel van de benoodigde gelden bracht ik samen; ik verkreeg de benoodigde „firman" (besluit van den Sultan) op mijn naam: ik vormde sedert 1895 in verband met den verdienstelijken voorzitter van het comité, den heer Clark, het uitvoerend comité en heb tot op dit oogenblik, op diens uitdrukkelijken wensch, van dien tijd af de wetenschappelijke "leiding gehad. Ook zijn de geldmiddelen voor de vijfde expeditie, die door mij voorbereid wordt, alleen toegestaan onder voorwaarde, dat ik de wetenschappelijke leiding op mij nemen zal. Van het eigenlijke opgravingsveld ben ik gedurende de derde expeditie alleen verwijderd gebleven, omdat ik ten bate van die expeditie onderscheidene onderzoekingsreizen in Klein Azië doen moest om den oorsprong en den ouderdom van Capadocische Keilschrifttafels te leeren kennen. Het stuit mij, meer over mij zeiven te zeggen; wanneer de heeren nadere en authentieke berichten omtrent mijn arbeid gedurende 14 jaren op .8 ontdekkingsreizen in Babyion, Syrië, Assyrie en Klein Azië willen hebben, dan geef ik hun den raad, in plaats van af te gaan op losse geruchten, zich tot den rector der universiteit te Pennsylvania in Philadelphia te wenden, of zich te vervoegen bij zijne Excellentie Hamdy Bey, generaal director van het Ottomanisch niuseum te Constantinopel"

De Berlijnsche Assyriologen zijn door het bovenstaande tentoongesteld als m& nnen, die een wetenschappelijken tegenstander door middel van boóze geruchten wilden ontwapenen. Het maakt ook een slechten indruk, dat Delitzsch het stuk dat hij in de wereld zond, door zijne assistenten mede liet onderteekenen, alsof deze ambtgenooten waren, die met hem op ééne lijn staan.

De poging om Dr. Hilprecht op zijde te schuiven als een onbevoegd beoordeelaar in zake de Assyrische opgravingen, mag daarom mislukt genoemd worden. Het blijkt steeds meer, dat de steenen van het Oosten spreken tot bevestiging van den Bijbel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1903

De Heraut | 4 Pagina's