GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Denemarken. Eennieuwe kerkorde voor de Deensche volkskerk.

In het jaar 1849 werd in Denemarken's nieuwe grondwet toegezegd, dat de zaken der volkskerk door de wet nader zouden geregeld worden. Ofschoon sedert dien tijd twee commissiën benoemd werden, om deze zaak voor te bereiden is er niets van gekomen. Men vond ook steed

weer, dat het een onhoudbare toestand is, wan neer alle kerkelijke aangelegenheden in handen gegeven zijn van eene regeering, die als zoodanig tot geen kerk behoort en eene volksvertegen woordiging, welke in hetzelfde geval verkeert

Hierin kwam in 1901 verandering, toen J. C. Christensen minister van eeredienst werd. Deze wist gedaan te krijgen, dat in 1903 een wet werd afgekondigd, waarbij kerkeraden ingesteld werden, en voortaan ook een algemeen kerkbestuur zou mogelijk worden. Dientengevolge werden in het begin van 1904 kerkeraden gekozen volgens een evenredigheidsstelsel, waarbij het recht der minderheid werd geëerbiedigd, hetgeen echter tengevolge had dat in menige gemeente de partijen scherp tegenover elkander gingen staan. De kerkeraden, die grooten invloed uitoefenen bij het uitbrengen van een beroep op een predikant, hebben nu mannen gekozen, die het kiescollege moeten vormen, tot verkiezing van gemeenteleden voor een kerk bestuur. Van de 18 gekozen „leeken" behooren acht tot de Grundtvigiaansche richting, vier tot het centrum en zes tot de voorstanders der Inwendige Zending. Hel blijkt hieruit, dat de Grundtvigiaansche richting in Denemarken dei meeste aanhangers telt.

Het kerkbestuur bestaat, behalve uit deze i8 „leeken, " uit den bisschop van Sjalland. Deze is als premier der kerk, krachtens zijn ambt, lid van het kerkbestuur. Voorts hebben nog drie bisschoppen en acht predikanten zitting in het bestuurscollege; terwijl een hoogleeraar in de godgeleerdheid en een in de rechtsgeleerdheid daarin benoemd worden. Vier leden worden door den minister van eeredienst gekozen.

Wanneer nu Confessioneelen en voorstanders der Inwendige Zending met elkaar saamwerken, gelijk te verwachten is, zal men in Denemarken eene kerkorde krijgen, waarbij de Deensche volkskerk het stempel van eene Evangelisch-Luthersche kerkgemeenschap behouden blijft. Want beide stroomingen belijden, dat de Deensche volkskerk een kerk is, terwijl de Grundtvigianen beweren, dat zij op eene lijn staat met eene burgerlijke instelling. De laatsten verlangen dan ook, dat de kerk aan alle godsdienstige stroomingen in het Deensche volk gelegenheid bieden zal om zich te openbaren. Men wil dat de predikanten niet meer verplicht zullen zijn, getrouw te blijven aan de symbolen (belijdenis schriften) der kerk. Ook verlangt men, dat elke gemeente het recht hebben zal, om zelve hare liturgie en haar psalmboek te kiezen. Ontstaat er eene rationalistische beweging in eene ge meente, dan moet die zich in de volkskerk vrij kunnen ontwikkelen. De kerk moet volgens de Grundtvigianen in kleine gezelschappen uiteengaan, die zich een predikant kiezen, wiens prediking hun bevalt. Daarentegen moet de predikant weder het recht hebben iemand het avondmaal te weigeren, dien hij niet voor Christelijk houdt. Dat op die manier de kerk geen reden van bestaan meer heeft, wordt niet ingezien.

Deze toestanden overziende, denken wij: hoe jammer dat de studie van het kerkrecht ook in Denemarken zoo gansch verwaarloosd werd! Het is alsof er nog nooit iemand geweest is, die omtrent de wijze waarop de kerk des Heeren, naar Gods Woord, moet bestuurd worden, iets heeft onderzocht, geschreven of ook maar gelezen!

N.-Amerika, Synode. DePresbyteriaansche

De Presbyteriaansche Synode is te Buffalo bij elkander geweest. Onder de voornaamste besluiten dezer vergadering moeten die gerekend worden, welke op het sluiten van huwelijken betrekking hebben. In den laatsten tijd was het aantal echtscheidingen op onrustbarende wijze toegenomen. In vier Staten nam het aantal echtscheidingen in verhouding tot de gesloten huwelijken met 29 procent toe. Met het oog hierop besloot de Presbyteriaansche Synode, dat de predikanten, tot haar behoorende, geen huwelijk zullen sluiten dat niet in overeenstemming is met het Woord Gods. Alleen dan is het hun geoorloofd een gescheidene in den echt te verbinden, als het de onschuldige partij geldt en de scheiding plaats vindt om redenen in de Schrift genoemd of wanneer, door te weigeren, onrecht zou gedaan worden aan die onschuldige partij. Voorts zouden zij geen personen huwen van eenige kerk, uitgezonderd de Roomsche, wien het in eigen kerk niet geoorloofd is.

De voorgestelde vereeniging tusschen de groote Presbyteriaansche Kerk en de Cumberlandsche Presbyteriaansche kerk is eveneens aangenomen. Gelijk wij reeds meermalen mededeelden, hebben de Cumberlandsche Presbyterianen de leer der verkiezing verworpen en in 1810 op dien grond eene afzonderlijke kerk geformeerd. Het is daarom een veeg teeken, dat op de vergadering te Buffalo de vereeniging met de Cumberlanders zoo schier algemeen goedgekeurd werd, dat de voor-en tegenstemmers niet eens geteld werden. Dus met acclamatie goedgekeurd!

Op de Synode der Cumberlandsche kerk te Dallas in Texas vergaderd, ontmoette de voorgestelde vereeniging tegenstand. Men oordeelde dat het verschil van ras van zulk eene groote beteekenis is, dat het niet mogelijk kon zijn dat Noord en Zuid tot een geheel zouden samensmelten. De zaak gaat nu (naar Amerikaansche methode, niet volgens het Gereformeerde kerkrecht) naar de dassen terug. Als daar met twee derden der keurstemmen tot de vereeniging besloten wordt, gaat deze door.

Denkelijk komt er dus van de vereeniging niets. Daarin zouden we ons verblijden, als niet de overgroote meerderheid van de Presbyteriaansche kerk getoond had eene vereeniging te begeeren met een kerk, die het hart der Gereformeerde kerk, nl. de leer der verkiezing, welke zij nog altijd in hare banier geschreven heeft, verwerpt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1904

De Heraut | 4 Pagina's