GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Gemis van een organi satie. De zaak van Ds. Baumler te Bordeaux.

Dat de Protestantsche kerken in Frankrijk door het verbreken van den band die haar aan den Staat verbond, voorshands in groote onge^ legenheden kunnen komen, blijkt steeds meer. Toen het concordaat bestond, had men een kerkbestuur, dat over een geheele kerk ging, doch nu is dit vervallen, en men is er nog niet toe gekomen om een gemeenschappelijk kerk verband voor de verschillende gemeenten in het leven te roepen. De Gereformeerde kerken zullen daarbij wel uiteengaan; het centrum en de mo dernen gaan denkelijk wel samen één kerkelijke organisatie vormen, terwijl de meer positieve elementen ook met elkander in verband zullen treden. Doch daarvan is nog niets definitief tot stand gekomen. Als er dus moeilijkheden in een gemeente ontstaan, kan men zich niet beroepen op een meerdere vergadering of, gelijk weleer op een hooger kerkbestuur.

Van dien toestand dreigt de predikant der Duitsch-Evangelische gemeente te Bordeaux de dupe te worden. De kerkeraad van genoemde gemeente heeft den predikant Baumler ontslagen tegen i October van dit jaar en in de Reichsbote& a in de Christl. Wi.lt een nieuwen predi kant gevraagd. Was er iets met dien leeraar gebeurd waarom hij moest ontslagen worden ? Niets daarvan. Dit blijkt uit het feit dat dit ontslag eerst met i October, dus over eenige maanden, ingaat. Als de heer Baumler zich was komen te misgaan zou men hem niet nog vele maanden in dienst gelaten hebben.

Terecht wordt er tegen deze handelwijze in de Reformirte Kirchenzeitung geprotesteerd en dit wel op de volgende gronden:

De kerkeraad heeft genoemden predikant in Maart 1906 en ook in den zomer van dat zelfde jiar verzocht, dat hij van het Koninklijk Beijersch Opperkonsistorie zou vragen om zijn verlof van i Oct. 1906 af nog met drie jaar te verlengen, ofschoon Ds. Baumler van plan was om op I Oct. 1907 weer de Beijersche landskerk te gaan dienen.

Het geven van ontslag werd op 26 Maart 1.1. met 4 tegen 4 stemmen verleend; dit besluit kreeg alleen krac'nt doordat de president, de consul Meijer, zich er voor verklaarde.

Het ontslag is ook verleend zonder dat de gemeente er in werd gekend, ji het werd gegeven al werd door verreweg het grootste deel der gemeente verzocht den heer Baumler niet te laten gaan.

De Kerkeraad heeft het ook niet noodig geacht den heer Baumler met klare woordeii te zeggen waarom men hem niet langer begeerde, maar slechts in algemeene bewoordingen zijn besluit gemotiveerd.

In deze handelwijze ligt geringschatting van het ambt van herder en leeraar en ook van den persoon van den heer Baumler, die zich voor de Evangelische gemeente van Bordeaux zeer verdienstelijk gemaakt heeft en die, wegens zijn oprechtheid en trouw aan zijn overtuiging, in zijn gemeente en onder zijn ambtsbroeders zich in de achting van zijn gemeente en van zijn ambtgenooten mag verheugen.

De Reformirte Kirchenzeitung spreekt als hare verwachting ui-, dat geen predikant er zich toe zal laten vinden om de plaats van Ds. Baumler in te nemen, voordat aan dezen volledige genoegdoening is gegeven. De Duitsche kerkbesturen en de Gustaaf Adolf vereeniging worden verzocht invloed in dezen zin uit te oefenen. Een uitvoerige uiteenzetting van het geval zal door de conferentie van Duitsch-Evangelische predikanten in Frankrijk gegeven worden. Dit stuk, in bovengenoemd blad opgenomen, is door tien predikanten van Duitsch-Evangelische kerken in Frankrijk onderteekend.

Het blijkt duidelijk, dat de Duitsch-Evangelische kerk in Frankrijk in een gedesorganiseerden toestand verkeert.

Zwitserland. Een woord voor hen die zich aan de studie der Theologie w ij d e n.

De Zwitsersche Cantons die eene staatskerk onderhouden, hebben eene gemeenschappelijke commissie, die de candidaten tot den H. dienst examineert. Alleen de Cantons Bern en Graubunderland hebben daarvoor eigen commissiën. Secretaris der gemeenschappelijke commissie is sedert jaren Dr, Meyer te Zurich, die om de vijf jaren een verslag harer handelingen de wereld inzendt. Daarin klaagt Dr. Meyer dat het aantal jongelieden die zich aan den dienst des Wooids willen wijden, geen gelijken tred houdt met de behoefte die er aan hen bestaat. En dan voegt de grijze dienaar van Christus er deze woorden aan toe, die in deze dagen door allen die in het Evangelie willen arbeiden, wel mogen overwogen worden:

„Een degelijk en getrouw predikant geniet nog altijd groot vertrouwen en heeft nog steeds een niet gemakkelijke, maar schoone en dankbare taak. De weg van ernstige studie en het worstelen om een vaste en bezielende overtuiging eischt in elk geval voor het tegenwoordige veel inspanning, en de lange tijd van voorbereiding aan Gymnasium en Universiteit vordert stoffelijke offers, begaafdheid des geestes en zedelijke kracht. Het ontbreekt ook niet aan menschen, die vragen of dan de kennis der oorspronkelijke talen waarin de Bijbel geschreven is, van de dogmatische beschouwingen van alle eeuwen en der politieke en kerkelijke geschiedenis van Europa, van de oudheid tot nu, werkelijk noodig is om eenvoudigen het Evangelie te prediken ? Maar juist staat tegenwoordig de eenvoudige in een stortvloed van bewegingen op het gebied van den geest, die zijn oorsprong heeft in de diepste vraagstukken omtrent het denken en handelen der menschen. In naam van de wetenschap wordt het recht van bestaan van het Christendom zoo scherp mogelijk bestreden. Daarom moet de verkondiger van het Evangelie weten van waar dit is, wat het is, wat het wil en welken weg het Christendom tot hiertoe heeft afgelegd; hij moet helder weten te onderscheiden, wat omhulsel en kerk, wat vergankelijk en blijvend is, en daarom heeft hij de grondige vorming noodig die alleen gezette studie geven kan,

N.-Amerika. De N. Presbyteriaansche Synode en de Anti-Saloon League,

Er bestaat in N. Amerika een „Anti-Saloon League", dat is eene vereeniging tot bestrijding van het bezoeken van herbergen. Na wilden sommigen dat de Presbyteriaansche kerk van het Noorden door eene resolutie op hare Generaal Assembly in verband tot die vereeniging zou treden. Dit heeft de General Assembly of Algemeene Synode dier kerk niet gedaan, maar wel sprak zij hare sympathie met het streven der vereeniging uit. Het was er om te doen dat de Noordelijke Presbyteriaansche kerk een „temperance comitee" zou benoemen, evenals zij eene commissie voor de zending onder de Heidenen heeft. Terecht heeft de vergadering geweigerd dien weg op te gaan. De Hope zegt hierover zoo juist en krachtig:

„Mag een Christen dan niet ijveren voor de tegenwoordige methoden tot bestrijding van het gebruik, en niet alleen van het misbruik, van sterken drank? Wel zeker. Maar dit heeft hij te doen als lid der maatschappij. Hij houdt niet op als christen lid der maatschappij te zijn. En in zijne betrekking tot de maatschappij rnag hij als een Christen zich vereenigen met deze of gene partij, die het welzijn der maatschappij beoogt. In de Kerk echter geldt Gods Woord alleen-. Allerlei vereenigingen wenschen de kerken op het sleeptouw te nemen. Kapitalisten en proletariërs, werkgevers en werklui enz., en al die partijen zijn ontevreden met de kerk, indien zij niet de beginselen dier verschillende partijen in hare banier schrijven wil. In onze onafhankelijkheid van al die bewegingen, en in onze geloofskracht om voor of tegen vereenigingen te getuigen, indien Gods Woord het eischt, bestaat de heerlijkheid der Ketk. In dit opzicht geldt Groen van Prinsterer's gevleugeld woord: In ons isolement is onze kracht. Wij herhalen, wat wij reeds in een vorig artikel gezegd hebben: De Kerk is geene menschelijke vereeniging, maar eene goddelijke instelling, die hare bevelen ontvangt van haren Heer alleen."

Vooral voor de nieuwe wereld, waar men de kerk bij alles wil inhalen en voor alles wil gebruiken, hebben deze woorden beteekenis,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juni 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juni 1907

De Heraut | 4 Pagina's