GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Op het zand geboumd.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Op het zand geboumd.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En een iegelijk, die deze mijne woorden hoort en ze niet doet, die zal bij eenen dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft. Matth. 7 : 26.

De Bergrede roert en grijpt aan door inhoud, beeld en taal, maar toch stemt ze ook angstig, oo ge haar als geestelijken thermometer voor evenswarmte of doodskoude aanlegt aan uw igen ziel of de ziel der u< iven.

Vooral éen woord staat er in die Bergrede, at u altoos weer bij het lezen verontrust; dat eggen van Jezus, dat er slechts„ weinigen'^ zijn, ie den weg des levens vinden, en daarentegen velen" die ingaan door „de wijde poort", We ilden het zoo gaarne anders. We zouden in eel onze omgeving het alles voor Jezus willen innen. We zien wei dat het niet zoo is, en at bet altoos bet kleine kuddeke onder de roote schare blijft. Maar toch zouden we het oo gaarne anders wenschen: Voor Jezus de roote massa, en hoogstens, als 't dan zijn moet, en klein hoopsken dat verloren ging. Én toch, an die hoop, aan dien wenscb, aan die bede an ons hart slaat Jezus door dit besliste woord en bodem in. Wijd is de poort en breed is en weg die ten verderve leidt, ea velen zijn i die daardoor ingaan. En omgekeerd: „eng s de poort en nauw is de weg die ten leven eidt en weinigen zijn het die den weg ten leven inden."

Het is dezelfde gedachte, die Jezus elders n dezen vorm goot: „Velen lija geroepen, raaa einigen uitverkoren", ea die hij een andetmaa eergaf in het beeld van „het kleine kuddeke". a onder al die beelden en vormen geeft ezus altoos weer de harde, de zoo schrijnende ekerheid, dat de meerderheid volhardt op het oolpad, en alleen de minderheid voor Jezus iest.

Ja, zelfs zal die minderheid nog kleiner sijn,

dan ge op den schijn afgaande zoudt wanen. Of spieekt Jezus in diezelfde Bergrede niet ook van leeraars, die in zijn naam gepredikt en zelfs krachten door zijn naam gedaan hebben, en die hij toch in den Oordeelsdag zal afwijzen met de strenge uitspraak: „Ik heb u nooit gekend".

Ook die zich noemende Christenen, maar die het niet zijn, moet ge dus althans onder de leeraars nog aftrekken, maar dan ook evenzoo onder de gewone belijders. Jezus liet er toch op volgen, dat het niets geeft, of men hem al als zijn Heeie belijdt, en hem met „Heere, Heere" begroet en aanroept, want dat ten leven alleen in zal' gaan, wie den wil des Vaders zal hebben gedaan. En om dit zieldoordringend woord voor alle eeuwen onvergetelijk te maken, zet Jezus nu deze bedreiging nog bovendien om in het beeld van het huis dat op den rotsbodem moet staan, maar, helaas zoo dikwijls op den zandgrond wordt opgetrokken. £n dan hoort ge den slagregen op het dak knetteren, en de wateren van den buiten zijn oevers getreden stroom tegen dit huis aandreunen, en den loeienden wervelvind tegen de muren aanstormen, en dan hoort ge het huis kraken en instorten, en is het dan ingevallen, dan zegt Jezus u: Zijn val was groot.

Op een land als het onze is dit beeld niet toepasselijk. Onder den bodem ligt bij ons geen rotsgrond. Maar Jezus sprak tot personen uit Israël, en in Israël kende men zulk land. Daar kon men geen vijf steek in den grond gaan, of men stuitte op een rotsigen bodem die zich overal heen uitstrekte, en bij het meer van Gennesareth, waar Je«us de Bergrede uitsprak, lag over den rotsgrond veelal niets dan dik zand. Wie een huis wilde bouwen en solide te werk ging, liet dan al dat zand uitgraven, tot hij op rotsachtigen bodem was, en lei dan op dien rotsgrond het fundament van zijn huis. Wie daarentegen tegen de moeite en kosten opzag, groef niet in de diepte, maar lei den grondslag van zijn huis vlak op het zand, wat een tijdlang wel ging, maar als de stortvloed kwam aanzetten, geen redden meer mogelijk maakte.

Nu kon men misschien jarenlang het verschil tusschen die twee niet zien. Het huis van den een geleek precies op het huis van zijn buurman, en het scheen of het eene zoo goed als het andere was. Tot de overstrooming kwam en de wilde stroom boomen ontwortelde en hutten neersloeg. Want toen bleef het huis, waarvan het fundament tot op den rotsbodem was uitgegraven, muurvast staan, en stortte het huis dat bovenop den zandbodem was opgetrokken, met een geweldigen slag in.

Dat doelt nu natuurlijk op den Oordeelsdag. Dan is het einde daar, en gaat alles ouderstboven, en komt de vreeslijkste overstrooming aandreunen. En nu is het bange, dat ook de man die op den zandboden gebouwd had, stil en gerust in zijn huis den Oordeelsdag afwachtte, en dat tcch de uitkomst zoo heel anders was dan hij gedroomd had.

Hij had gewaand, hoe de elementen ook gingen woeden, in zijn mooi opgeschilderd huis veilig te zitten, en nu sloeg zijn huis om, stortte in en verpletterde hem en de zijnen. Alles dus een heilige beeldspraak van Jezus, om ons zoo dringend als het maar kan te waarschuwen, dat we ons in het geloof aan onze eigen zaligheid toch niet vergissen zullen, en ons niet inbeelden zullen behouden te zijn, terwijl straks het zand, waarop ons geestelijk huis gebouTvd staat, ons verraadt.

Natuurlijk ligt dit aan het oppervlakkige of het welgefundeerde van uw geestelijk bestaan In letterlijken zin oppervlakkig is het huis dat bovenop het zand gezet is. Dit staat op de oppervlakte. Daar is niet voor gegraven. Terwijl omgekeerd het huis, dat op den dieper liggeuden rotsbodem rust, een, twee meter diep in den bodem is ingegraven, tot men den eetsten steen van het fundament vlak op den rotsgrond kon vastmetselen.

Op het zand bouwen is alzoo zeer oppervlakkig in zijn geestelijke overleggingen verkeeren. Oppervlakkig in zijn kennisse Gods. Oppervlakkig in de kennisse van zijn zonde en ellende. Oppervlakkig in zijn kennis van de Verzoening. En oppervlakkig in kennis van zijn geestelijk rielsleven. Meedoen met de Ciiristenen, o ja! Bidden als de anderen, en in het Woord lezen gelijk anderen dit doen. Ook ter kerke gaan, en voor de armen geven. Maar geen diepte. Bidden en bidden is twee. Men kan woorden stamelen, en zelfs lang bidden, maar dat men niet voelt onder het bidden, dat men tot zijn God spreekt. Men kan heele kapittels uit de Schrift lezen, maar zoo, dat als men het heilig boek weer dicht doet, er niets van blijit hangen en er geen korrel van voedsel uit aan onze ziel is toegekomen. Men kan ter kerke opgaan, en toch even ledig thuis terugkeeten, als men zijn huis verliet. Men kan over zijn geloof spreken, maar zonder dat dit geloof een wortel heeft die diep in de ziel indringt. Dan schijnt wel alles er te wezen, maar het blijft alles oppervlakkig, en wezenlijk is er niets. Eu reeds bij het sterven valt dan heel het vrome huisje, waa; in men gewoond heeft, in elkaar. Men ging dan wel niet tegen de leer of de belijdenis in. Men dreef niet af met de wereld. Men meende in valsche gerustheid er werkelijk te zijn. En toch was het niets dan zelfbedrog. De levensband aan Jezus ontbrak. Een duim diep was het geestelijk leven uitgezuiverd. Er scheen alles te zijn, en er was niets.

Dit nu heeft Jezus voorzien, dat in zijn Gemeente komen zou, en daarom heeft Jezus in zijn eerste breede toespraak er zijn discipelen zoo zieldoordringend tegen gewaarschuwd. Was ook Judas niet onder hen, die de Bergrede hebben aangehoord, en heeft ook hij niet in Jezus' naam krachten gedaan? En juist daarom koos Jezus voor die harde waarschuwing den prachtigen vorm van het huis op den rotsteen en bet huis op den zandgrond gebouwd. Een vorm die maakt, dat dit zijn woord nu nog aan een ieder bekend is, en nog na tweeduizend jaar een ieder op zoo roerende wijze toespreekt.

En zeg nu niet, dat ge, door op zulk een huis op het zand te wijzen, ook de vroomste ziel tot wanhoop en vertwijfeling brengt. Ware dit zoo, dan zou Jezus ons dit woord niet als een heilig erfstuk hebben achtergelaten. De zelf beproeving kan geweldig aangrijpen, maar toch wil ook ons Avondmaalsformulier, dat het vóór eiken gang tot het heilig Sacrament tot zulk een zelf beproeving bij ons komen zal. De vroomste blijft bieraan tot aan zijn sterven toe behoefte hebben. Eiken morgen hebben we er naar te zien, of het uurwerk van binnen niet stilstaat, en stond het stil, het ijlings weer op te winden. Wie weet dat hij uit den dood in het leven is overgegaan, kan daar best tegen. Het vernieuwt zijn eeuwigen dank. Het doet opnieuw den gloed der genade door het bloed zijner ziel stroomen. Het brengt tot dieper schuldbelijdenis op zijn knieën voor zijn God. Het wekt op tot nieuw leven. Het geeft een stoot tot nieuwe daden van liefde, trouw en toewij ding. Het verdiept het zalige kindsgevoel voor zijn lieven Vader die in de hemelen is.

Ojk de terugblik op ons leven helpt daarbij. Zoo duidelijk zegt Jezus: , , Wie mijn woorden hoort, maar ze niet doel", die bouwt ö/»A«^2««rf. En dan is het niet de vraag, of ge in alles volmaakt waart. Dal is niemand. Diep zelfs kan een kind van God vallen. Maar de vraag is, of ge tegen den Booze in worstelt, of ge de zonde in u zelf haat en verfoeit. En ook of ge, Gods genade inroepende, van overwinningen weet, die ge innerlijk in uw zielsleven behalen mocht, zoo dat Jezus u den lauwertak om de slapen vlocht.

Alleen dit blijft: Zie wel toe dat ge op geen valschen, ingebeelden vrede inslaapt. Woon niet maar in uw huis, maar onderzoek den grondslag, waarop het rust. En mocht ge bij dit onderzoek tot de pijnlijke zekerheid komen, dat uw huis nog altoos op het zand staat, aarzel dan niet, blijf er niet inwonen, maar breekt het af, haal het voor den grond, en ga onverwijld zóó in' de diepte graven, dat ge uw spade op den rotssteen hoort ketsen, en bouw dan opnieuw, eerst het fundament, en op dit fundament het huis uwer vroomheid, en trek er dan in, om er uw God in te danken. Dan zijt ge be houden. Dan zijt ge veilig. Bij uw sterven gaat ge dan uit uw huis hierbeneden naar het Vaderhuis daarboven, en wat storm ook moge losbreken, dan zijt gij behouden in Christus, behouden bij uw God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

„Op het zand geboumd.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's