GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noorwegen. Kerkelijke toestanden.

Van alle landen in Europa werd aan Noorwegen het Evangelie het laatst gebracht. Eeuwenlang hadden de Noorweegsche Vikings de oostkusten van Engeland geteisterd; zij kwamen daar met hun drakenschepen, en legden de abdijen in de asch en beroofden het volk, en als tegengeschenk ontvingen zij van de Angelsaksers het Evangelie. Van 930 tot 1030 deden drie Vikinger vorsten, welke na elkander Koningen van Noorwegen werden, rooftochten naar Engeland en bleven er eenigen tijd; zij hoorden daar het Evangelie, lieten zich doopen, en kwamen onder den invloed der Christelijke kerk. In hun land voerden zij het Christendom in. De Noorweegsche kerk kreeg eene organisatie naar het model van de Engelsche Kerk.

De reformatie kwam in Noorwegen van uit Duitschland en wel uit de tweede hand van Denemarken. Den Bijbel kregen zij in Deensche overzetting; daaruit is wellicht te verklaren, dat het levensbeginsel der reformatie niet diep in het land der Noren doordrong. In het begin der 19s eeuw had er een heerlijke geestelijke ontwaking plaats. Een eenvoudige boer, Hans Nielsen Haage geheeten, trok het geheele land rond, aandringend op bekeering en wijzend op de liefde van Christus. Na een arbeid van 7 jaar werd hij in de gevangenis geworpen. Zijn leerlingen zetten daarop zijn werk voort en lanhzamerhand werkte het Haageïsme ais een zuurdeeg door het geheele land.

Noorwegen is - het dunst bevolkt land van Europa. Het wordt door nauwelijks twee en een half millioen menschen bewoond; van deze vindt men een half millioen in de steden. De staatskerk is Lutherscb, zij wordt door bisschoppen geregeerd, die onder den Koning staan.

De minister van eeredienst benoemt hen en ook de predikanten. De zes bisschoppen zijn slechts koninklijke ambtenaren, die moeten nagaan of de bestaande wetten in hun bisdom worden nageleefd. Synoden die de Kerk vertegenwoordigen, hebben de Lutherschen Noren niet. In de gemeenten is de predikant allss, hij heeft geen Kerkeraad of vertegenwoordigers der gemeente naast zich. Er zijn wel gemeenten waarin de predikant bijgestaan wordt door vrijwillige helpers, die het werk der barmhartigheid uitoefenen, maar deze hebben geen wettige bevoegdheid. Wanneer de bisschop of zijn plaatsvervanger eenmaal om de twee jaar de kerk visiteert, kunnen de gemeenteleden hunne klachten inbrengen; maar dit is ook alles.

Wat het godsdienstig leven betreft bezaten de Noorwegers wel voorgangers die voor een meer schriftuurlijke orde van dingen pleitten, maar alle pogingen om de kerk eene zelfstandigheid te geven en de noodzakelijkste veranderingen tot stand te brengen, mislukten. Noch de predikanten noch de gemeenteleden hebben in het bestuur der Kerk iets in te brengen.

In het midden der 19 de eeuw werd er luider dan ooit geroepen, dat er op kerkelijk gebied verandering komen moest. Men had voornamelijk bezwaar tegen de manier waarop de predikanten benoemd worden en waarop de tucht over hen uitgeoefend wordt. Op eene vergadering in 1875 te Arcedal gehouden, werden de rechten der gemeente gelijk die in de H. Schrift gegrond t\\D, en de verhouding tusschen Kerk en S iaat ernstig ter sprake gebracht. Twee Noorweegsche predikanten, de heeren Müach en Wettergreec, reisden naar Engeland en werden daar door het leven en de kerkordening der Presbyteriaansche kerken in Engeland en Schotland zoo getroffen, dat zij in Noorwegen teruggekeerd hun ambt in de Luthersche staatskerk nederlegden en eene Luthersche vrije kerk naar het model van de geünieerde Staatskerk in Engeland stichtten. Deze kerk telt thans 10, 000 leden, die hare particuliere en algemeene synodale vergaderingen heeft. De door deze kerk gestichte Zondagsscholen tellen 100, 000 leerlingen. Zij is ook ijverig op het terrein der uitwendige zending werkzaam, daar zij onder de Laplanders, in Chma en elders werkt.

Ook de Methodisten hebben in Noorwegen voet aan wal gekregen. Een jonge Noor die in Amerika tot bekeering gekomen was, bracht de leer van Wesley naar Noorwegen. In den loop der tijden is mede door de ondersteuning van de Ëpiscopaalsche Methodisten in Amerika, eene Methodistische kerk gesticht. Deze kerk telt tegenwoordig 8000 Avondmaalgangers, verdeeld over 40 gemeenten. Ook de Baptisten zijn in Noorwegen aan het werk met 30 predikers en 300 leden, en ook de Sibbathisten, Congregationaliüten en Kwakers zoeken in Noorwegen aanhangers te vinden. Wij betreuren hel optreden van al die secten, omdat daardoor de krachten, welke noodig zijn voor de vrijmaking van de kerk, die verreweg het grootste deel der Noorwegers omvat, daaraan onttrokken worden. Nieuwe kerken stichten, — terwijl men geen vinger uitsteekt om de Kerk der vaderen te bevrijden uit de smadelijke banden waarin zij gekluisterd is, om haar als eene vrijgemaakte Kerk tot een zegen van het geheele volk te doen zijn, — dat is toch niet recht.

In 1901 hield de predikant Klavenesz, van Christiania, een der populairste voorgangers der Staatskerk, een voordracht over „het moderne indeferentisme en de Ketk", waardoor een machtige beweging ontstond. Niet lang daarna gaf de benoeming van Ording tot hoogleeraar in de dogmatiek, aanleiding tot het betoonen van instemming met het standpunt dat deze geleerde inneemt. Zoowel tegen Klavenesz en tegen Ording werd echter van rechtzinnige zijde ingebracht, dat zij de Luthersche leer, volgens welke de Heilige Geest onmiddellijk ontvangen ' wordt met het water des doops, terwijl het vleesch en het bloed van den Christus bij het Avondmaal genoten wordt met den mond des lichaams, niet beleden. Toen het Noorweegsche ministerie de benoeming van Dr. Ording niet terughield, - legde de minister van eeredienst zijn portefeuille neder en Dr. Odland, een van de Theologische professoren, vroeg zijn ontslag, omdat alle hoogleeraren der faculteit de niet-Luthersche meeningen van Dr. Ording bleken toegedaan te zijn.

Het Quarterly Regisier deelt niet mede, dat de vereeniging voor Inwendige Zending een „Gemeente faculteit" heeft gesticht, om jongelieden op te leiden tot den dienst des Woords. Het is te verstaan dat deze „Gemeente-facnlteit" niet zooveel sympathie zou ondervinden, indien de afwijking van de Professoren der Theologische-faculteit aan de Staatsuniversiteit alleen bestond in het verwerpen van de Luthersche leer omtrent de Sacramenten.

In 1908 werd eene Koninklijke commissie benoemd, opdat deze voorstellen doen zou in zake de verhouding van Kerk en Staat. Deze commissie beraadslaagt nog over de vraag, op welke manier de Staatskerk eenige vrijheid en zelfstandigheid zal krijgen. Tot biertoe worden beide, gelijk wij reeds opmerkten, geheel gemist. Luther heeft wel gevoeld, dat het niet volgens de Schrift was, dat de overheid de Kerk geheel beheerschte. Voor eene vrije organisatie der Kerk meende de reformator echter de menschen niet te hebben; zij moesten daarvoor opgevoed worden. Vierhonderd jaar zijn reeds voorbijgegaan en nog acht men den tijd niet rijp voor eene inrichting der Ketk, die de Kerk als eene openbaring van het lichaam van Christus toekomt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's