GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Dat Hij van hen scheidde”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dat Hij van hen scheidde”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

[HEMELVAARTSDAG 1911].

En het geschiedde, als hij ze 2egende, dat hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24 : ji.

Het beslissende oogenblik was nu naderende. Na Golgotha was reeds de bange gedachte door de «iel der jongeren gegaan, alsof het uit ware geweest met hun Meester en Heiland. Maar toen was de morgen der Opstanding gekomen, en weer hadden ze dezielsgemeenschapmet den Man van Smarte, nu den Man der Heerlijkheid, gesmaakt. Maar zou dat zoo blijven?

De Evangeliën geven geen grond om te onderstellen, dat Jezus al die dagen na zijn opstanding van den vroegen morgen tot den laten avond met zijn jongeren zou hebben verkeerd. We lezen van zeer enkele ontmoetingen. Eerst enkele snel op elkander gevolgde de eerste dagen, en dan weer een herhaaldelijk verschijnen van Jezus aan zijn jongeren en aan anderen, in de laatste der veertig dagen; maar van een geregeld verkeer van Jezus met zijn jongeren, die meer dan vijf weken lang, vernemen we niets. We vernemen van niet één gebeurtenis waarin zijn wondermacht zich openbaarde. We hooren van niet één uitvoerige toespraak, waarin Jezus de mysteriën van het Koninkrijk aan zijn nu gezalfde apostelen ontvouwde. Veel meer ontvangt ge den indruk, dat Jezus zich de meeste uren van zijn jongeren verre hield en ze alzoo wende aan hun verlatenheid, om slechts nu en dan voor eenige oogenblikken aan hen te verschijnen. Verschijningen is dan ook het woord dat steeds gebezigd wordt j niet ontmoetingen. Het is geen saamleven meer van den Heere met zijn jongeren. Hij trekt zich telkens in de eenzaamheid terug, en zijn jongeren zijn veelal met elkander, niet recht wetende wat er nu te komen staat, maar toch zelve gevoelende, dat 't zoo niet voort duren kan en dat het ót weer het vroegere saamleven moet worden, 6f dat de scheiding die na Golgotha reeds een oogenblik was ingetreden, finaal zou worden. Zij alleen op aarde, en Jezus van hen weggegaan.

Tot dit laatste is het toen op den veertigsten dag na den dag van Opstanding gekomen. Evenals toen het naar Gethsémané ging, was Jezus ook nu met zijn elven uitgegaan naar den Olijf berg, en onder de gesprekken die Hij toen met hen voerde, had Hij hen op de komende scheiding voor beeid. Men hoort het aan hun vragen, dat ze zelve voelden hoe nu 't einde te komen stond. En nog bijna onverwacht kwam het toen ook, toen Jezus zegenend de handen over zijn elven uitbreidde, voor hun oogen van den Olijfberg werd opgenomen, en welhaast in een nederdalende wolk, die hem onderschepte, van voor hun oogen verdween. Niet Jezus zelf, zijn engelen hebben aan de jongeren Jezus' afscheid gebracht. Eea afscheid voor nu, maar geen scheiden voor alle komende eeuwen. Eer integendeel, ook de tijd der scheiding, die nu intrad, zou niet een blijvende, maar een overgaande periode zijn. En niet hoelang die scheiding duren, maar wel dat eens die scheiding een eind zou nemen, was de boodschap, was het Evangelie uit de eeuwigheid, dat die Engelen aan Jezus' discipelen en in hen aan heel zijn Kerk brachten. „Deze Jezus, dien gij alzoo hebt zien henenvaren, zal ahoo wederkomen !" Het E /angelie dat eens tot de vaderen uitging, was, dat Messias komen zou, maar het Evangelie dat Jezus van den Olijfberg aan zijn Kerk zond, was, dat Hij weder zou komen. De scheiding, kon niet uitblijven. Het heil kon niet Nationaal Joodsch, het moest universeel menschelijk worden. En opdat het alzoo komen zou, moest de Koning van het Godsrijk ten troon worden verheven. Niet van uit Nazareth of Kapernaum, maar van de rechterhand des troons Gods zou Gods gezalfde Koning voor het Koninkrijk der hemelen op aarde den weg der glorie ontsluiten.

Op het oogenblik van Jezus' Hemelvaart heeft niemand op deze wereld de beteekenis ervan doorzien. De ongeloovige wereld wist er niets van en rekende er niet mee. En onder de geloovigen, die Hem aanhingen, doorzagen zelis de apostelen nog zoo weinig den loop, dien de historie van Christus' Kerk nemen zou, dat ze, blijkens hun vragen, het zich niet anders dachten, of Jezus' wederkomst zou binnen enkele jaren, zoo niet reeds binnen enkele maanden, * plaats grijpen. Die de Hemelvaart verstonden, waren onder de creaturen niet de geloovigen op aarde, maar de Engelen in den hemel, en daarom zijn zij 't, die hier als Evangelisten voor ons optreden. De Jongeren, nu in het apostolaat gezalfd, hadden slechts één vast punt in het verschiet, de uitstorting van den Heiligen Geest, die hun was toegezegd. Daarom moesten ze te Jeruzalem blijven, daarop moesten ze te Jeruzalem wachten; maar de geheele verdere ontwikkeling die te komen stond, was hun één raadsel. En zoo stormde het door hun hart, eenerzijds hun hooge roeping en verantwoordelijkheid, nu alles op hen neer kwam, en Jezus van hen was gescheiden, en anderzijds die hen verlegen latende onzekerheid, wat het nu worden zou. Jezus ten hemel gevaren, maar van Jezus uit den hemel zou dan toch die actie, die stoot, die aandrift voor het stichten van bet Koninkrijk moeten uitgaan. Ze waren ook vroeger vaak van Jezus gescheiden geweest, maar dan was het voor een enkelen dag, dan wisten ze het vooruit, dan stond het vast waar ze Jezus weer vinden zouden. Alleen na Gethsémané en Golgotha had hen een oogenblik verbijstering aangegrepen. Doch ook die wonde in hun onstuimig, ongeloovig hart was geheeld. De Verrijzenis had hun Jezus hergeven. Doch m nu, dit voelden ze, was de scheiding ingetreden, j om scheiding te blijven, tot Hij weder zou w komen op de wolken. En tusschen die twee werd g nu hun ziel geslingerd. Jezus moest van hen w scheiden, en toch mochten ze in hun ziel niet r van Jezus scheiden, en de heilige kunst voor „ de Jongeren zou nu maar zijn, om 't prac-v tisch en proefondervindelijk te leeren, dat de geestelijke gemeenschap met Hem, die van hen r scheidde, inniger en teederder was, dan 't a vroegere dagelijksch verkeer in Galiléa. v h

En in dit opzicht zijn ook wij, die in zooveel later eeuw aan Jezus gelooven mogen, met de discipelen één. Voor ons zoowel als voor hen is er tweeërlei presentie van den Christus Gods. De ééne geestelijk, en daarom altoos doorgaande op alle plaatsen en in alle eeuwen. En de andere in het zichtbare, gelijk Jezus gezien is door de schare op den berg, gelijk Jezus nu gekend wordt door de engelen en gezaligden, en gelijk Hij eens in heerlijkheid zal gekend worden door al zijn verkregen volk. Nu steekt er in dit zichtbare tweeërlei zin. Judas heeft Jezus gezien in het zichtbare, maar nooit geestelijk, en zijn geloovigen die nu op aarde leven, hebben hem gekend geestelijk, maar hem nooit in het zichtbare aanschouwd. Voor hen geldt wat de apostel beleed: „We kennen Jezus nu niet meer naar het vleesch". Maar het hoogste en rijkste zal eens zijn die voltooide gemeenschap van Christus met zijn volk, als het een kennen van den Christus zal zijn, volkomen geestelijk en tegelijk in 't zichtbare vol heerlijkheid; als eens de profetie zal ingaan: „We zullen hem zien gelijk hij is". Dit was niet alzoo bij de elven vóór noch na Jezus hemelvaart. Dit alles toeft tot aan de Voleinding.

De scheiding kon daarom hier op aarde niet van ons worden genomen. Het was geen scheiding die de elven beweend, maar waarin ze zich veeleer verheugd hebben. Hun eerste daad na Jezus Hemelvaart is zijn gemeenschap in het gebed te zoeken, een beroep te doen op zijn Koninklijke macht, en een discipel des Heeren te kiezen, die de plaats van Judas zou kunnen innemen. En in dit gebed spraken ze Jezus aan, alsof Hij nog bij hen stond. Juist die scheiding was het middel voor de Jongeren om Jezus macht tot openbaring te doen komen, en zich één met Hem te gevoelen, gelijk hun dit op aarde nog nimmer te beurt viel. Totdusver deelden ze Jezus onder zich, van nu af aan had elk hunner den geheelen Jezus als den schat van zijn hart. De scheiding verrijkte hen, in stee van hen te verarmen. Verrijkte hen persoonlijk, omdat voor elk hunner het bezit van hun Heiland zooveel omvattender was geworden, en verrijkte hen in de zake des Koninkrijks, daar nu eerst de verhoogde Koning zijn Kerk stichten, uitbreiden en zegenen kon. *

Dit was en bleef dan ook de tale van den Hemelvaartsdag, die tot al Gods volk uitgaat: Jezus niet meer bij ons. De Christus hoog in zijn majesteit tronend. Lichamelijk van hem gescheiden, maar geestelijk op 't innigst met hem vereend, vraagt Christus Kerk hier op aarde niet meer dan de Geest ons geven kan, en wacht de hereeniging met haar Koning ook in het zichtbare, niet van droomgezichten en veel min van inbeeldingen, maar eeniglijk van die Goddelijke werkelijkheid, die met de Voleinding komt, al^ wij zelve eens verheerlijkt, den Christus in zijn heerlijkheid aanschouwen zullen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's

„Dat Hij van hen scheidde”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1911

De Heraut | 4 Pagina's