Buitenland.

Duitschiand.Een naspel van de zaak Jatho.

De zaak Jatho heeft een eigenaardig naspel gehad te Ctiarlottenburg. Daar predikte den 23sten Juli de predikant Kraatz in de Luisenkirche. Het garnizoen nam aan de Godsdienst oefening deel. Toen bracht pastor Kraatz geen prediking van Gods Woord ten gehoore, maar hield een kerkrechtelijke voordracht, waarin hij de uitspraak van het Spruchcollegium, waardoor Jatho werd afgezet, scherp veroordeelde. Terwijl hij daarmede bezig was, beval de officier die kommando over het ter kerk zijnd garnizoen had, zijn soldaten het kerkgebouw te verlaten. De schare militairen gehoorzaamde.

De predikant Kraatz zag iu deze handeling een verstoiisg van de godsdienstoefening, doch het consistorium van Brandenburg dacht er anders over. Het diende den predikant een berisping toe, omdat hij in de godsdienst oefening den kansel misbruikt had, door geen wezenlijke prediking te laten hooren, maar er zich toe bepaald had het over Jatho uitgesproten kerkelijk vonnis te verootdeelen. Het kerkbestuur was ook van oordeel, dat het gemeenschappelijk verlaten van een godsdienstoefening door een aantal personen, niet noodwendig voor een strafbare verstoring van een godsdienstoefening moest gehouden worden.

De predikant Kraatz heeft in deze uitspraak berust, zoodat hij zich niet op een hooger kerkbestuur beriep, maar toch deed bij een poging om hen, die hij voor verstoorders van de door hem geleide godsdienstoefening hield, tot verantwoording te roepen.

Er volgde nu een aanklacht van den predikant bij de militaire overheid. Deze keurde het optreden van den be-/eivoerenden cfficier, die de manschappen het kerkgebouw deed verlaten, echter goed. Zij overwoog, dat de polemische behandeling van de zaak J%tbo op den kansel niet voor een godsdienstoefening te houden was, waarom ook geen verstoting van de godsdienstoefening kou plaats gehad hebben. Zij was zelfs van oordeel, dat de dienstdoende officier in dit geval verplicht geweest was, de manschappen, die gecommandeerd waren om gesticht te worden door Gods Woord, het kerkgebouw te doen verlaten. Op een soldaat moest de wij «e, waarop de predikant Kraatz de maatregelen van het boven hem geplaatst bestuur cntiseerde, afstootend werken. Daar de predikant zich althans ten deele homogeen met de leer van Jatho verklaarde, zoo moest bij de soldaten het geloof aan een persoonlijk God ondergraven worden. Daarin lag een aanval op den eed aan het vaandel, die in het geloof aan een persoonlijk God wortelt. De officier die het toezicht uitoefende, had daarom niet anders kunnen handelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen