Leestafel.

I. Ds. W. B. RENKEMA, HANDBOEK VOOR DE BlJBKLKUNDE. Met een voorwoord van PROF. DR. H. BAVINCK, J. Zomer. Wageningen.

In dat VOORWOORD «egt PROF. BAVINCK: „Het Woord Gods, als genademiddel en tevens als kenbron der Waarheid beschouwd en toegepast, heeft reeds van ouds tot twee vakken van godsdienstonderwijs geleid: Bijbelsche Geschiedenis en Catechismus. Deze twee vakken staan niet los naast elkander, maar houden innig verband, omdat het Christendom een historische godsdienst is. De Bijbelsche Geschiedenis doet den gang, het verloop, de leidende gedachte der Openbaring kennen, en de Catechismus vat het resultaat samen, waartoe die Openbaring geleid heeft en geeft ons inzicht in baar inhoud".

Hij wijst er dan verder op, dat Ds. RENKSMA zich opgewekt voelde, voor het eene der twee vakken van godsdienstonderwijs: de Bijbelscbe Geschiedenis, een handleiding te schrijven. Dexe handleiding ligt dan in dit HANDBOEK VOOR BIJBELKUNDE voor ons.

Het boek wil dus zijn een bandleiding bij het godsdienstonderwijs in de Bijbelscbe Geschie denis en het is als ik het goed begrijp, zoowel voor docenten als discipelen bestemd en dan allereerst wel voor die aan onze christelijke gymnasia en hoogere burgerscholen. Terecht wijst BAVINCK er ook op, dat Ds, RENKEMA door zijn werk over de gelijkenissen en door zijn bewerking van STOCK'S Handboek, zich voor de beoefening der Bijbelscbe Geschiedenis heeft voorbereid en zich bij zijn vele lezers een goeden naam heeft verworven.

Het wil mij voorkomen, dat RENKÜM'S prediker met dit zijn jongste werk uitnemend geslaagd is en hij ons hier metterdaad een arbeid biedt, die aan de eischen welke men aan een HANDBOEK voor d« BIJBELKUNDE stellen mag, beantwoordt.

Ik leg hier nadruk opdat: stellen mag, want het is even oigeoocloofd die eischen te laag, als te hoog te stellen.

BIJBELKUNDE is een veelzeggend woord.

Men kan bet nemen in ruimer zin en dan dekt het zich zoo ongeveer met de Bibliologie in haar vollen omvang. Maar men kan het ook nemen in enger zin, en in dien zin wordt het gewoonlijk verstaan en ook door DS.RENKIMA. Zijn boek toch wil de behulpzame hand bieden tot verder bijbelonderzoek.

De geachte schrijver heeft zich, ten einde zijn boek niet al te grooten omvang te geven, voorcoover het met de dtu'delijkheid bestaanbaar was, beperkt tot het meest noodige. d s

Een breede historische achtergrond waarop w o zich afteekent het leven der volkeren waar­ lb onder: Israel en hetjonge Christendom optreden, zoeke men hier dan ook niet.

RENKEMA geeft eerst een korts, oogepagineerde. Inleiding van 8 bladzijden waarin hij beknopt maar duidelijk spreekt over i. OPEN­ ARING, 2. OPENBARING EN SCHRIFT en 3 NGEVING DER SCHRIFTEN.

In een ie deel behandelt hij dan het OUDE-, n een ae deel het NIEÜWE-TESTAMENT.

Bij geeft daarin een beknopt o/erzic& t van den nhoud van ieder Bijbelboek, waarbij, zooals bij in p ijn voorbericht schrijft, „overal, waar het oodig bleek, door (hem) met beslistheid positie h ekozen is tegenover de afbrekende schrift-bv ritiek van den nieuweren tijd". £n, wat in ondercheiding van andere dergelijke handleidingen, s en verdienste is van deze, is, dat RENKEMA bij zl e bespreking van elk Bijbelboek ook op de beeekenis er van voor de bijzondere Godsopenaring wijst.

Doch dit Handboek geeft nog meer.

Het geeft aan het einde van zijn eerste deel en hoofdslak over de CANONVORMING VAN HET UDE TESTAMENT en over de Periode tusschen ALEACHI KN HET NIEUWE TESTAMENT en voegt ls derde hoofdstuk in: HET VERBOND MET ISRAEL N DE WETTEN.

En zoo geeft het ook in zijn tweede deel oofdstukken over JOHANNES DEN DOOFER ALS EGBEREIDER DES JÉIEEREN ; OVer PAULUS ALS POSTEL DIR HEIDENEN, en op het einde: ANONVORMING VAN HET NIEUWE TESTAMENT en ANDSCHRIFTEN EN VERTALINGEN.

Ik acht dit HANDBOEK VOOR DE BIJBELKUNDE iet alleen bruikbaar bij het godsdienstonderijs op onze christelijke scholen voor M. O. aar kan het ook aanbevelen aanHeerenStuden en, die zich voorbereiden voor het kerkelijk xamen.

In het huisgezin kan het een behulpzame hand ieden tot beter en dieper versUnd van de chrift en ook kan het hen, die m de Schrift og geen weg weten omdat zij in 'n huis en p 'n school zonder Bijbel zijn opgevoed en nderwezen, uitnemend in de Schrift orienteeren,

2, DR. H. VISSCHER. IN ISRAEL VERMAARD. Kampen — J, H. Kok — 1911.

De Utrechtscbe hoogleeraar biedt ons bier 48 bijbellezingen over den inhoud van bet boek RUTH.

„Op herhaald dringend verzoek", zoo zegt hij zelf, „zien deze bijbellezingen het licht. Zij zijn practisch bedoeld en streven geen wetenschappelijk doel na".

„Met genoegen denk ik terug aan de Woensdagavondbeurten in de dorpsgemeente, die ik diende, waar ik wel niet letteriijk, maar dan toch wat de hoofdzaak aangaat, aldus uit, het boek RUTH sprak".

Prac.isch bedoeld, geven deze Schtiftstudies metterdaad, wat onze oude Schrijvers noemden een practicale verklaring.

Er is vaak tintelend vernuft in en, in den goeden zin, zijn zij stichtelijk, d. w. z. opbouwend. Daarbij geschreden in den fraai-frisschen stijl waarover VISSCHER beschikt.

Men verzuime niet met dit boekje kennis te maken.

Het jongste werk van PROF. H. VISSCHER: RELIGION UND SOCIALES LEBEN BEI DEN NATUR-VÖLKERN hetwelk onlangs in BONN is verschenen, hoop ik hier weldra te bespreken.

3. H. PIERSON. VLUCHTHEÜVEL-ZANG»N. W.ten Have, Amsterdam.

De Amsterdarosche uitgever TEN HAVB zond h ons dezer dagen een keurig gebonden exemplaar van dezen zanger «bundel van den president-directeur der Heldringgestichten te ZETTEN.

Hoewel zij in protesuntsch christelijke kringen bekend zijn, wil ik op deze zangen hier gaarne nog eens de aandacht vestigen.

Zij zijn deels vertalingen van Dnitsche liederen, vooral van J. S. BACH, deels door Ds. H. PIERS DN zelf gedicht. De beste melodieën, t legt de heer PIERSON, die ik vinden kon, werden door mij gebruikt, en toen mijn voorraad was uitgeput, voorzag mij Mej. E. D. M VAN O., die hier te ZETTEN eenige jaren werkzaam was, van melodieën aan anderen ontleend of door haar zelve gecomponeerd.

Het blijkt, dat ook het zoo bekende, door zijn diep religieus afhankelijkheidsgevoel, zoo in-mooie

Houd Gij mijn handen beides Met kracht omvat, Geef raij uw vast geleide Op 't smalle pad. Alleen kan ik niet verder, Geen enkele tree. Neem trouwe Zieleherder, Mij, arme, meé.

althans wat de twee volgende coupletten betreft, aan de Vluchtheuvelzangen „ontnomen" is.

Ik kan deze zangen ten zeerste aanbevelen. Christendom en cultuur zijn daarin op weldadig aandoende wijze verbonden. Voor gezangen op de christelijke feestdagen, is deze bundel een aanwinst. Jammer, dat de liederen, voor déze dagen-bestemd, door den. bundel verspreid zijn en niet onder 'n afzonderlijke rubriek gebracht. Dan, zoo erg is dat ook weer niet; men moet alleen maar wat zoeken. Gaarne zou ik nog enkele van PIÉRSON'S liederen hier citeeren, maar ik dien met den omvang van mijn Leestafel rekening te houden.

4, DR. RUDOLF EISLER PHILOSOPHEN-LKXIKON, Berlin 1912. Verlegt bel Ernst Siegfried Mittler nnd Sohn.

Het zij mij vergund, hier de aandacht te vestigen op dit nieuwe werk van den ook ten onzent bekenden schrijver van het WÖRTENBUCH DER PHILOSOPHISCHEn BEGRIFFE,

Het PHILOSOPHEN LEXIKON — dat tot dusver in afleveringen verscheen, is thans compleet.

Voor wie ook onder ons belangstellen in de wijsbegeerte en hare geschiedenis, een zeer recommandabel boek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen