Leestafel.

DR. H. BAVINCK. CHRISTELIJKE WERELDBE­ SCHOUWING. J. H. Kok, — 1913 — Kampen. »Christelijke wereldbeschouwing* was in 1904 het onderwerp van PROF. BAVINCK'S akademische rede, toen hij het rectoraat over de Vrije Universiteit overdroeg aan zijn opvolger.

Van deze verhandeling, toenmaals reeds in de HERAUT besproken, is, mjl de eerste druk sedert geruimen tijd was uitverkocht, een tweede druk verschenen. Daarbij is de oratie-vorm geheel verdwenen en zijn ook in den tekst eenige verduidelijkingen en aanvullingen aangebracht.

CHRISTELIJKE WERELDBESCHOUWING is nu een handig boekje van even 100 bladzijden geworden dat, na een INLEIDING, in drie hoofdstukken: I. DENKEN EN ZIJN, II. ZIJN EN WORDEN en III. WORDEN EN HANDELEN, even zoovele groote problemen der wijsbegeerte besjireekt en waarbij dan telkens wordt gewezen op de waarheid der Christelijke wereldtheorie, wijl zij, in tegenstelling met andere, op de werkelijkheid van wereld en leven past.

De bruikbaarheid van dit boekje is niet weinig verhoogd èn doordat de laatste twee bladzijden een beredeneerde korte inhoudsopgave geven, die den lezer terstond oriënteert, èn doordat aan het slot een register is toegevoegd.

Vooral nu de drang naar wijsgeerige bezinning — een algemeen verschijnsel dezer dagen, — zich ook in ónze kringen openbaart en daar al meer begeerte komt naar een christelijke wijsbegeerte, naar een wereld-en levenskijk, die het verstand en gemoed van den christen bevredigt, kan ik de lezing en bestudeering van dit naar omvang kleine, maar naar inhoud rijke boekje ten zeerste aanbevelen.

2. DR. C. GERLINGS. DE VROUW IN HET OUD­ CHRISTELIJK GEMEENTELEVEN. A. H. Kruijt, Amsterdam.

Wel geen omwerking van haar akademisch proefschrift waarmee zij zich het doctoraat in de Theologie verwierf, maar toch een, ook voor het niet-klassiek gevormd publiek bestemde uitgave harer dissertatie is dit werk van MEJ. GERLINGS. De vreemde termen zijn er in vertaald »op losse vellen, die men gemakshalve naast de te lezen bladzijden kan leggen.«

In haar L. S. \ zegt de schrijfster: „De onder zoekingen in het oud-Christelijk gemeenteleven hebben mij versterkt in mijne overtuiging, dat man en vrouw beide niet alleen geschikt zijn voor, maar ook geroepen tot geestelijke werkzaamheid in de gemeente Gods, en dat eene ontplooiing van gaven en krachten der beide sexen de uitbreiding van Gods Koninkrijk ten goede komt. Daarom hoop ik, dat door de studie, die ik U hierbij aanbied, de meening van velen Uwer zal gewijzigd of bevestigd worden, en gij zult willen medehelpen aan de verwezenlijking dezer idealen".

In een 9-tal hoofdstukken wordt door MEJ. GERLINGS gehandeld over: de Grieksche Vrouw; de Romeinsche Vrouw; de Vrouw in de Joodsche wereld ; Jezus en de Vrouw ; de doorwerking van Jezus' invloed ten opzichte van de Vrouw; Paulinische en andere brieven over het Huwelijk en „de Virgines Subintroductae"; de werkzaamheden der Vrouw in het oud-Christelijk gemeenteleven; Weduwen en Diaconessen; en het bedienen der Sacramenten door de Vrouw.

Ook al is het theologisch standpunt van DR. GERLINGS niet het onze en komen, ook om andere redenen, enkele harer beweringen mij niet onbedenkelijk voor, zoo kan ik toch voor dit, van ernstige studie en weldadig aandoende geestdrift getuigend werk, belangsteUing vragen.

3. WIJ ZAGEN ZIJNE HEERLIJKHEID ... Verslag der 27ste Algemeene Nederl. Zendings-Conferentie gehouden te Amsterdam van 24—27 November 1913. Uitgegeven voor de Conferentie door den „Boekhandel van den Zendingsstudie-Raad", te Den Haag.

Deze Conferentie heeft, zooals het Verslag terecht opmerkt, een bijzondere beteekenis gehad. Zij toch is gehouden in verband met het Comité, hetwelk het werk van de Wereldzendingsconferentie, die te EDINBURG in 1910 saamkwam, tracht voort te zetten.

De buitenlandsche broeders en zusters, die dan ook mèt onze landgenooten te AMSTERDAM tegenwoordig waren, »stelden als het ware zichtbaar voor oogen, dat de zending een wonderbare wereldmacht is, die met heerlijk vertrouwen het oogenblik ziet naderen en helpen voorbereiden, waarop de WERELD aan de voeten van haren Heiland en Koning zal liggen".

En s-B-ut den indruk van deze dingen verhoogde*, zoo gaat het Verslag voort, swas de Koninklijke boodschap, waarmede H. M. onze Koningin het Voortzettingscomité heeft begroet*. k »Het is ons«, zoo zegt de heer P. VAN WIJK JR., die als Secretaris van het Comité van N. Z. C, g w dit verslag opstelde, seen vreugde, in onze g bijlagen de telegrammen te bewaren, die verzonden aan en ontvangen zijn van H. M.; een d vreugde omdat onze Koningin, zoo vroom en w w zoo wijs, getuigenis heeft gegeven aan Hem, E wiens Naam boven alle namen, wiens Rijk boven alle rijken is«.

»Want dit is het kostelijkste bij dit alles, dat wij zeggen mogen: Wij ZAGEN ZIJNE HEERLIJKHEID !

Het boekje geeft dan, na dit inleidend woord, verslag van den ONTVANGAVOND in de Koningszaal van ARTIS te Amsterdam en daarbij o.a. de Toespraak en het portret van DR. J. MOTT. Verder van DE SAMENKOMST VAN DINSDAG 25 NOVEMBER en de toespraken daarin door de k g d l h v buitenlanders gehouden. Van de OPENBARE SAMENKOMST waarop sprak over: PROE. DR. T. HOEKSTRA DE LIEFDE GODS TOT DE WERELD en de oud-Minister TALMA over: VOOR en TEGEN. Dan van de SAMENKOJIST VAN WOENSDAG 26 NOVEMBER met de toespraken van Ds. ADRIANI, DR. J. R. CALLENBACH, den heer D. CROMMELIN, DR. SCHREUDER, den heer H. J. EGGINK, DS. VAN WIJK JR. Aan het slot onder BIJLAGEN o.m.: BOODSCHAP VAN H. M-DE KONINGIN AAN HET VOORTZETTINGSCOMITÉ, OP OUD-WASSENAER VERGADERD en de reeds genoemde telegrammen. Bij hen, die de Zendings-Conferentie hebben bijgewoond, zal dit boekje aangename herinneringen wekken, maar ook door hen, die haar niet bijwoonden doch de Zending een goed hart toedragen, zal het met een gevoel van blijdschap worden gelezen.

3. J. VAN DER SLUIS, predikant te VARSSEVELD. CHRISTUS ALLES IN ALLEN. Zes Leerredenen. Varsseveld. A. A. van Deutekom, 1914.

Deze preekbundel door Ds. v. D. SLUIS, uitgegeven ter gelegenheid van zijn, onlangs herdachte, 25-jarige ambts-bediening, is opgedragen aan de gemeenten te STROOBOS en te ANDIJK waar hij vroeger, en aan dié te VARSSEVELD waar hij thans predikant in onze Kerk is.

Die opdracht bevat tevens een korte, maar hoogst sympathiek stemmende auto-biographie waarvan ik de lezing dringend aanbeveel ook aan de jongeren, en ik denk daarbij vooral aan aanstaande predikanten, — onder ons.

Maar ook de preeken zelf heb ik met groot genoegen gelezen. Onverdacht op het stuk van rechtzinnigheid, deden zij mij meer dan eens denken aanwat Ds. v. D. SLUIS, in zijn OPDRACHT, van mijn onvergetehjken vriend nu wijlen Ds. GISPEN, die eens te ZWOLLE zijn leermeester was, schrijft: »Hoe menigmaal heeft hij mij geroerd door zijn frissche, natuurlijke prediking, waardoor de dienst van God in zijn waarheid en schoonheid zoo aantrekkelijk werd voorgesteld*.

Dit zijn preeken voor hart, , hoofd en hand. Preeken zooals de Gemeente van onzen tijd ze behoeft.

Met zulk een prediker is 'n Gereformeerde kerk er best aan toe.

5. BLOESEM EN VRUCHT. Maandschrift uitgegeven door het Chr. Letterkundig Verbond. Het Maart-Nr. bevat o. m. een opstel van DR. A. BRUMMELKAMP over EEN MONUMENT* VOOR HIL-DEBRAND en verzen van J. J. DEETMAN, NELLIE en A. P. SNOEP, terwijl G. BEUMER zijn zeer instructieve studie over: DE LETTEREN OMSTREEKS 1813 en W. H. KIEVIET zijn novelle: DE CONFESSIE VAN ABEDNEGO er in voortzetten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen