GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De financieele schade der Ey. kerk van Berlijn door het uittreden van vele harer leden.

Uit ambtelijke mededeelingen blijkt, dat in 1911, 5135 personen; in 1912 6214 personen; in 1913 12.731 personen de Evangelische kerk, meest ten gevolge van de agitatie van he comité «Confessionslos* hebben vaarwel gezegd.

Hoe staat het nu met het finantieel verlies, dat de Evangelische kerk door al deze uittredingen hjdt ? Een der argumenten, die gebruikt worden om de menschen er toe te brengen aan t de kerk een scheidbrief te geven, is, dat de kerk onderhouden wordt door de leden der kerk, die daarvoor door de overheid worden aangeslagen. Ieder die lid der kerk is en over een bepaald inkomen beschikt, wordt dus door den Staat verplicht voor het kerkelijk leven te betalen. Men kan zich alleen aan die verphchting onttrekken, door officieel te kennen te geven dat men met de kerk breekt. Om dus te voorkomen, dat de kerk haar arbeid voortzet, ook door middel van het geld derzulken, die met de kerk gebroken hebben, behoort men uit de kerk te treden.

De flnantieele schade die door de uittredingen aan de kerk berokkend werd, is echter niét groot. Het is toch gebleken, dat in 1911 slechts 34 pCt.; in 1912 bijna 40 pCt. en in 1913 bijna 37 pCt. der uitgetredenen niet in de kerkelijke belasting waren aangeslagen; dus over het algemeen genomen, iets meer dan twee derden der uitgetredenen betaalden niets in de kerkelijke belasting. En van het groote derdedeel der betalenden waren drie vierden in de drie laagste klassen der belasting geplaatst. Op het papier bedraagt het verlies voor de kerk door uittreding in 1911:12, 367 mark; in 1912:18, 988 mark; in 1913 : 33, 988 mark. Maar dit verlies is in werkelijkheid niet zoo hoog. Want van de drie laagste klassen van de kerkelijke belasting komt slechts 55 pCt. der betaalde penningen aan de kerk ten goede; 45 pCt. valt weg door administratie-kosten, vertrek en over-Ujden. Voorts moet men in rekening brengen dat in 1911, 785 personen, die 8393 mark belasting betalen; in 1912, 831 personen die 3899 mark belasting inbrengen, en in 1913 839 personen met 5191 mark belasting, tot de kerk weer zijn teruggekeerd.

Overigens kan men zeggen dat de beweging in Berlijn aan het verflauwen is. Het aantal uittredingen in de maand Maart was de helft van dat van Februari. In andere streken van Duitschland heeft het comité «Confessionslos" niet veel succes. In Hannover kon men niets bereiken, evenmin als in Bochum en Leipzig en Plauen. De beweging, welke op louw gezet kon worden omdat breede kringen van het Duitsche volk zich om het kerkelijke leven in het geheel niet bekommeren, heeft althans dit goede bewerkt, dat met meer ernst en klem dan te voren de vraag gesteld wordt: wat is er te doen om het terrein dat de Kerk verloor, te herwinnen !

Zwitserland. Het C a 1 v ij n-m o n u m e n t te Geneve.

Toen vier jaren geleden de gedachtenis gevierd werd van het feit, dat voor 400 jaar Calvijn geboren was, werd te Geneve de eerste steen gelegd van een monument ter herinnering aan de Calvinistische reformatie. In 1908 schreef eene commissie een prijsvraag uit voor een ontwerp van zulk een monument uit een bouwkundig, en in 1909 een uit een beeldhouwkundig oogpunt. Sedert 1909 hebben de kunstenaars ijverig gewerkt aan de uitvoering van het bekroonde plan. De hoofdgedachte van het ontwerp is om aan een zinnebeeldigen muur aan den voet van den ouden muur van Geneve de standbeelden te laten verrijzen van de mannm die de Calvinistische reformatie geleid of gesteund hebben en daarbij een reeks van bas-reliefs te i, ilaatsen, welke gewichtige gebeurtenissen in de geschiedenis der Gereformeerde volken voorstellen. Opzettelijk heeft men daarbij alles vermeden, wat aan iemand aanstoot zou kunnen geven, als afbeeldingen van veldslagen eiv vervolgingen, en die alleen gekozen, welke den wasdom des geloofs, van de burgerlijke en van de staatkundige vrijheid, onder den invloed van. den Gereformeerden geest, voorstellen.

Ook moet opgemerkt worden, dat het monument, daar het in Geneve staat, niet in het algemeen de reformatie der 16de eeuw wil voorstellen, doch alleen de Calvinistische, dus den tak der groote beweging, wier leider Calvijn en waarvan de wieg Geneve is. Desniettemin zal het een gedenkteeken zijn, waarin alle volken vereenigd zijn, daar Calvijn's invloed zich bijna over alle deelen der wereld heeft laten gelden.

Het middelpunt van het monument met de . standbeelden van Calvijn en zijne medearbeiders Farel, Knox en Beza is gereed, en zij die het gezien hebben, getuigen dat dit een kunstwerk van groote waarde is. Aan beide zijden staan op lagere plaatsen de standbeelden van 'Staatslieden en heerschers, die zes volken vertegenwoordigen: Coligny voor Frankrijk, Cromwell voor Engeland, Willem de Zwijger voor Nederland, Roger Williams voor N.-Amerika, de groote keurvorst voor Duitschland en Bocskay voor Hongarije. Acht bas-reliefs zullen daarbij worden aangebracht. "Enkele van die standbeelden en bas-reliefs zijn reeds afgewerkt, en men hoopt het monument in 1915 te kunnen onthullen.

Op het monument komen verschillende opschriften, die een gewichtig deel van het bouwontwerp uitmaken Het grootste van die is de zinspreuk van de stad Geneve „Post tenebras lux" (Na duisternis licht), welke betrekking heeft op de geheele beweging der Reformatie. Ook zullen het gebed des Heeren in het Fransch en in het Engelsch en eenige historische spreuken in het monument gebeiteld worden.

De kosten van het monument zullen ongeveer f 350.000 bedragen, waarvoor Geneve alleen bijna / 200.000 heeft gegeven. De namen van de voorloopers der Reformatie, als Wycliff, Husz, Waldus en die van andere reformatoren, als Luther, Zwingli, Cramner, zullen ook in de steenen van het monument gegrift worden om de broederlijke gemeenschap van alle Protestantsche kerken tot uiting te brengen.

Wij, Gereformeerden in Nederland, kunnen wel met het denkbeeld om een gedenkteeken voor Calvijn op te richten, niet ingenomen zijn, omdat dit met den geest van den grooten reformator niet strookt, en wij overtuigd zijn, dat de schoonste eerezuil voor hem opgericht wordt, als wij ons openbaren als «issus de Calvin*. Maar toch mogen wij niet voorbijzien, dat wanneer menschen, die over het algemeen geen geesteskinderen van Calvijn zijn, zich geroepen gevoelen voor den grooten reformator een monument op te richten, daarmede de groote beteekenis die hij gehad heeft voor de geheele wereld, erkend wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's