Leestafel.

JAN WILLEM GUNNING I.HZN. E. I. — HEDEN-DAAGSc; nE ZENDING IN ONZE OOST, Tweede geheel herziene en vermeerderde druk, uitgegeven door den boekhandel van den Zendmgsstudie Raad, Den Haag, 1914.

De heer A. J. C. VAN SETERS, Javastraat 48, Den Haag, directeur van den BOEKHANDEL VAN DEN ZENDINGSSTUDIERAAD en Uitgever speciaal op Zendingsgebied, zond onze Redactie dit boek ter bespreking. Het is een 2e druk van het in 1909, door den NEDERLANDSCHEN STUDENTEN-ZENDINGS-BOND uitgegeven, HEDENDAAGSCHE ZENDING IN ONZE OOST, welk boek toenmaals door mij in de HERAUT is besproken..

Dat deze 2e druk thans wordt uitgegeven door den ZENDINGSSTUDIERAAD, die in het najaar van 1909 is opgericht, hangt saam met de omstandigheid, dat toen de RAAD in 1911 een afzonderlijken boekhandel oprichtte, de BOND al zijn uitgaven met de daaraan verbonden rechten aan den RAAD overdeed. En zoo is dan deze herdtuk van het werk: HEDENDAAGSCHE ZENDING IN ONZE OOST, door den ZENDINGS­ STUDIERAAD ondernomen en door den Boekhandel van den ZENDINGSSTUDIERAAD uitge. geven.

Deze herdruk mag, nu ik hem vergeleken heb met den Isten druk, naar het ook mij voorkomt, terecht een »tweede geheel herziene en vermeerderde druk» worden genoemd. Zoodat, om daar nu maar dadelijk mee te beginnen, de bezitters en gebruikers van den len druk goed zullen doen zich dezen 2den druk aan te schaffen.

Ter nadere motivatie van dit mijn beweren zij het mij vergund een citaat uit het VOORBE­ RICHT van dezen 2en druk hier te geven. » .. .vooral in de Zending zelve veranderde er veel. De laatste jaren kunnen getuigen van bizonderen zegen op den Zendingsarbeid, zoowel op Java, waar door het indringen der moderne cultuur de volkeren ontwaken en naar nieuw leven grijpen, en waar allerwegen een ongekende gisting der gedachten is ontstaan, alsook in de Buitenbeaittitigen., waar door het toegenomen verkeer., door de vestiging van geregeld bestuur en door het scheppen van geordende toestanden., het Heidendom ineenzinkt' en allerwege een vraag naar iets nieuws., niet het minste naar het Christendom zich openbaart."

Deze cursiveerihg is van mij.

En verder:

»Dit maakte belangrijke aanvtddngen en omwerkingen van het oude boek noodzakelijk, welke met gebruikmaking der nieuwste gegevens aangebracht zijn; meer dan eens is er in de drukproeven zelfs nog iets gewijzigd of aangevuld, in verband met juist verschenen berichten".

Men ziet hieruit, hoe getracht is tip-to-date te zijn. - , , .

Met medewerking van bevoegden, is deze nieuwe uitgave van HEDENDAAGSCHE ZENDING IN ONZE OOST samengesteld door den secretaris van den Zendingsstudieraad, den heer JAN WILLEM GUNNING J. HZN. E. .1.

'n Verblijdend en voor onzen tijd kenmerkend verschijnsel, dat nu eens niet een Theoloog, maar een electrotechnisch-ingenieur, de samenstelling van een boek over de zending op zich hefeft genomen, en daarbij toont voor het vak: zendingsstudie, niet minder passie te hebben dan hij, blijkens zijn titel, voor dat van : toepassing der electriciteit op de nijverheid, bezit.

De heer GUNNING heelTeePvaxi^zijn-werk.

Uit een vergelijking van het nieuw^e boek met het oude vond ik, dat terwijl het eerste slechts - 267 bladzijden telt, het katste 496 heeft.

De omvang is dus bijna verdubbeld. '

Maar ook de inhoud is rijker geworden. Gaf het oude boek onder de BIJLAGEN slechts 3 bladzijden over de INDISCHE KERK en daaromtrent niet veel meer'dan een statistiekje, het nieuwe geeft over dit onderwerp een afzonderlijk hoofdstuk van 47 bladzijden, waarin o.ni. over: ontstaan, organisatie, verhouding tot de vaderlandsche Kerken en tot den Staat wordt gehandeld, terwijl het. statistiscli overzicht breeder is, en ook het RAPPORT VAN DE STA.ATSCOWMISSIE, ••• INGESTELD BIJ K. B. VAN 13 OCT. 1910. NO. 21en welk RAPPORT in April 1913 is gereed gekomen, — niet is vergeten.

En terwijl in het oude-boek van de ROOMSGHE ZENDING gezwegen werd, wijdt het nieuwe aan dit onderwerp zijn laatste hoofdstuk. Behalve ' met deze twee, kan verrijking van inhoud ook' geconstateerd met nog twee andere nieuwe hoofdstukken (l en .11) waarvan het eenetot titel • heeft: DE ZENDING ONDER DE _VEREENÏGDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE, en het andea-é: DE NIEUWERE ZENDING. .-. - •

Het is door déze twee hoofdstukken, dat thans, zooals GUNNING in'zijn VOORBERICHT zegt, »de historische achtergrond van onzen tegenwoordigen zendingsarbeid gegeven • en de innerlijke samenhang zijner vertakkingen in het licht ge-: steld is«.

Dit óok aan het adres van wie in zijn, niet nader te qualificeeren, wijsheid soms meenen mocht, dat dit eerste hoofdstuk waarin ons het verleden wordt geteekend, in een boek over hedendaagsche zending in onze Oost, niet't huis hoort. Eindelijk is er nog een nieuw hoofdstuk bijgakomen met den titel: GEREFORMEERDE ZENDINGS­ BOND, Secr. DS. G. H. BEEKENKAMP te DELKÏ.

Zoo is dan HEDENDAAGSCHE ZENDING IN ONZE OOST met niet minder dan vijf hoofdstukken verrijkt.

Om mijn lezers een voorstelling bij te brengen van wat dit boek in zijn nieuwe bewerking geworden is, laat ik hier de opschriften der 19 hoofdstukken volgen:

VOORBERICHT; DE ZENDING ONDER DE VER-EENiGDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE ; DE NIEU­ WERE ZENDING; NEDERLANDSCH ZENDELINGGE­ NOOTSCHAP ; DE RIJNSCHE ZENDING ; 'DOOPSGEziNDE ZENDINGSVEREENIGING ; DE SALATIGA-ZENDING ; HET JAVA-COMITÉ, NEDERLANDSCHE ZENDINGSVEREENIGING ; UTRECHTSCHE ZENDINGS­ VEREENIGING ; DE ZENDING DER GEREFORMEERDE KERKEN ; HET SANGI-EN TALAUD COMITË ; LuTiiERSCHE ZENDING ; GEREFORIIEERDE ZEN­ DINGSBOND ; DE ZENDING VAN HET LEGER DES HEILS IN NEDERLANDSCH OOST-INDIË; HET NEDERLANDSCHE BIJBELGENOOTSCHAP ; HET ZENDINGSCONSULAAT ; DE NEDERLANDSCHE ZEN-' DiNüsscHOOL (te Rotterdam); DE INDISCHE KERK, ; DE ROOMSCHE ZENDING.

Had ook de ZENDING VAN DE CHRISTELIJKE GEREI'X> RMEERDE KERK er niet bij gemoeten?

Uitgegeven door den ZENDINGSSTUDIERAAD is dit boek allereerst bedoeld als. HANDBOEK VOOR ZËNDINGSSTUDIE. Maar het kan zeker ook dienst doen als VRAAGBOEK voor hen, »die omtrent den tegenwoordigen toestand iets willen vinden, niet het minst voor dezulken, die in het Zendingsleven van Nederland een leidende plaats innemen, of althans kunnen en moeten innemen."

DUS terecht de heer GUNNING. Het is dan ook eenkostelijk VADEMECUM voor Zendings-kringen, voor in Zending belangstellende Gemeenteleden en ambtsdragers, en, laat mij er bijvoegen, voor studenten bij hun beoefening van de Zendingswetenschap. De artikelen zelf, maar ook de bij ieder artikel opgegeven BRONNEN, kunnen goede diensten bewijzen-voor verdere studie. Ook de kaart, die de Ie druk bracht, zal, maar dan geheel nieuw bewerkt, aan deze nieuwe uitgave worden toegevoegd. »De bekende tijdsomstandigheden hebbeii echter vooralsnog onmogelijk gemaakt om met deze kaart gereed te komen", bericht de Uitgever.

Laat mij de aankondiging van dit, voor alle Zendingsvrienden ten onzent, lezenswaardig en als leiddraad zoo aanbevelenswaardig boek eindigen met dit woord uit het VOORBERICHT:

»Een vergelijking van dezen druk met den vorigen kan welUcht beter dan iets anders, een levendigen indruk geven van den geweldigen voortgang en de groeikracht der Zending, in de laatste jaren."

En tusschen dien eersten en dezen tweeden druk liggen slechts vijf jaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen