GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Na een blik te hebben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na een blik te hebben

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 10 Januari 1919,

Na een blik te hebben geworpen op het wereldtooneel, waar de machtige gebeurtenissen, die Europa tot op haar grondvesten schudden en heel de gedaante van het politieke en sociale leven der volkeren voor goed gewijzigd hebben, met zoo razende snelheid elkaar opvolgden, dat het bijkans moeite kostte ze te volgen, richt zich thans als van zelf ons oog op het kerkelijk leven, om na te gaan wat het afgeloopen jaar aan winst of verlies ons bracht en vooral om te vragen, welke'nieuwe taak de toekomst op ons legt.

Gelijk ons vaderland te midden van de stormen en orkanen, die om ons gierden, een benijdenswaarde rust genoot, zoo is hét ook met oös kerkelijk leven geweest. In Rusland, Duitschland en Oostenrijk-Hongarije moge de revolutie, door het socialisme ontketend, ook tegen de Kerk zich gericht hebben en deze voor goed verdreven hebben uit de machtige positie, die de Kerk daar nog altoos in het volksleven innam, in ons land bleven we Gode zij dank voor zulke schokkende gebeurtenissen bewaard. Kalm als door een binnenvaart gleed het scheepje van ons kerkelijk, leven voort, en van het rumoer , der wild opbruisende golven op de wereldzee hebben we dusver nog weinig gemerkt. Grdote en machtige gebeurtenissen, die het afgeloopen jaar tot een jaar van beteekenis konden stempelen, vonden hier dan ook niet plaats.

We. herdachten dit jaar het derde eeuwgetij der Dordsche Synode, maar hoeveel warmer en bezielder de loftoon was, die bij dit eeuwfeest gehoord werd ter eere van de grootste Synode op vaderlandschen bodem gehouden, en hoeveel meer hulde werd gebracht aan haren arbeid ter handhaving van het Calvinisme, van de eenheic der Kerk en tot . behoud van ons vaderland, — toch kon dit gedachtenisfeest niet in de schaduw staan van het vierhonderdjarige gedachtenisfeest der Reformatie, dat een jaar geleden met zooveel bezieling en geestdrift door heel het Protestantisme in Nederland gevierd werd.

Te verwonderen is dit ook niet. De Dordsche Synode, van hoeveel belang ze ook moge geweest zijn om de beginselen der Reformatie in onze Kerk te handhaven en zuiver te houden, heeft toch een zeer ondergeschikte beteekenis, vergeleken niet de Kerkhervormitig zelve, die niet alleen de Kerk bevrijdde van de eeuwenoude banden, waarin Rome's hiërarchie haar bond, maar die een heel nieuw tijdvak voor de historie der menschheid inluidde. Waar nog bijkomt, dat de Dordsche Synode, juist omdat zy den triomf van het Calvinisme in onze vaderlandsche Kerk bezegelde, steeds in een kwaden reuk stond bij hen, die van dit besliste en stoere Calvinisme niets wilden weten. Het was dan ook een teekenend feit, dat althans bij dit derde eeuwfeest der Dordsche Synode, vergeleken bij wat een eeuw geleden geschiedde, de belangstelling voor. deze Synode zoo algemeen bleek; dat zoowel de Synode der Hervormde Kerk als de Synode der Gere formeerde Kerken besloten dit eeuwfeest officieel te gedenken, en zelfs in kringen buiten het kerkelijk leven van dit-eeuwfeest notitie werd genomen. Zoo toonde dit gedachtenisfeest, hoe het Calvinisme, dat een eeuw geleden zoo goed als ingeslapen en weggezonken was, weer wakker is geworden, uit zijn verval zich heeft opgericht en een positie der eere in ons volksleven heeft ingenomen. In zooverre heeft dit derde eeuwfeest der Dordsche Synode voor ons kerkelijk leven zeker beteekenis gehad.

Evenzeer is van beteekenis geweest, - dat ditmaal voor het eerst de Regeering zich ^tot de Kerken gewend heeft om een biddag voor ons volk uit te schrijven. Zoo ver als in Amerika, waar de President zelf als hoofd van den staat zulk een biddag verordent, zijn we nog wel niet, maar we zijn toch reeds een belangrijke schrede gevorderd, waar onze Christelijke regeeririg zich officieel tot de Kerken richtte om deze tot het houden van zulk een biddag uit te noodigen. Wat vooral in de benauwde en bange tijden die achter ons liggen, zoo vurig door ons Christenvolk gewfnscht was, maar wat door het liberale Ministerie, dat toen aan het bewind was, stelselmatig geweigerd werd : dat de Regeering zulk een bededag voor ons-volk zou uitschrijven, is ons geschonken. Welk een uitnemenden indruk deze daad der regeering gemaakt heeft en hoe hartelijk dankbaar we haar daarvoor zijn, behoeft wel niet gezegd te worden. Alle Kerken hebben zich dan ook gehaast aan dit verlangen der Regeering te voldoen; door heel ons volk, voor zoover het nog gelooft, is deze biddag gehouden, en de kerkgebouwen stroomden vol. We hopen dan ook van harte, dat deze daad der Regeering de poort heeft opengebroken, die door het Liberalisme op slot was gedaan, en dat, wanneer de nood der tijden weer nijpt, de Regeering opnieuw tot het uitschrijven van zulk een bededag zal overgaan. Alleen dan toch wanneer de Regeering hem uitschrijft, kan zulk een bededag een nationaal karakter dragen. En dat behoort in een land, dat nog altoos een Christelijken naam draagt, ziilk een bededag toch te zijn.

Wat ons eigen kerkelijk leven betreft, blijkt uit de pas uitgekomen statistiek, wanneer men die met het voorgaande jaar vergelijkt, dat er regelmatige" toeneming is. Het aantal kerken breidde uit van 702 tot 750; het aantal leden van 479.335 tot 487.784. Het aantal vacante Kerken daalde van 199 op 187. Het aantal studenten in de Theologie te Amsterdam ingeschreven bedraagt 68, en dat in Kampen 48, zoodat dit wel wijst x> p een toenemende begeerte om zich voor te bereiden voor den Dienst des Woords. Dit is daarom te verblijdender, omdat het aantal dienstdoende predikanten van 562 op 549 daalde, zoodat aanvulling wel dringend noodig is •). Behalve een drietal emeriti-predikanten werden in het afgeloopen jaar nog een zestal dienstdoende predikanten door den dood ons ontnomen. Onder de laatstgenoemden was wel de meest bekende Ds. G. Elzinga van Kampen, die in ons kerkelijk leven een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld, doordat hij jarenlang Curator was van de Theologische School te Kampen en schier geregeld door de Synode van Overijssel naar de Generale Synode werd afgevaardigd.

Intusschen geven deze statistische cijfers slechts een zeer uitwendig beeld van het leven onzer Kerken en van wat daar omgaat. In een volgend artikel hopen we daarop terug te komen, voordat we de vraèg beantwoorden, welke taak onze Kerken wacht.

') We ontleenen deze cijfers aan een statistiek in de Nieuwe Rotterdammer Courant vergeleken mét de cijfers van het Handboekje van 1918. In hoeverre deze cijfers betrouwbaar zijn, kunnen we niet nagaan. Het aantal Kerken, dat van 702 tot 750 klom, schijnt ons niet juist te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Na een blik te hebben

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's