GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Maaike. — Tweede en derde persoon.— De zeven planeten. — De ballingschap. — Haneboek.

N. N. te S. vraagt, te willen melden, of de naam Maaike wel een HoUandsche naam is, en zoo neen, van welken naam »Maaike" afkomstig is.

, De naam Maaike komt, zegt hij, in den Alblasserwaard en in de omgeving van Gorinchem meermalen voor. Wij vinden den naam als naam niet mooi, en zouden gaarne weten, of niet tot de oorspronkelijke spelling moet worden teruggegaan, waarom wij gaarne de hierboven gevraagde inlichtingen van UEd. tegemoet zien met uw taalkundig advies, dat wij op hoogen prijs stellen

Tot antwoord diene, dat Maaike wel degelijk een echt HoUandsche naam is, en voor Nederlandsche meisjes zelfs veel gepaster dan Corrie, Betsy en al zulke uitlanders. Maaike komt van Maria, met het achtervoegsel ke dat hetzelfde is als je. Maaike staat dus gelijk met Mietje of Marieije, en is alleen op vele plaatsen verouderd, gelukkig niet overal.

Vroeger was de naam vrij algemeen. Bekend is in Friesland Maaike-meu, dat is tante Maaike. Met dezen naam duidde men aan de bij vele beminde vrouwe Maria Louise van Hesse—Cassel, echtgenoote van den Frieschen Stadhouder. Er is dus geen enkel bezwaar om den naam Maaike te gebruiken. Hij verdient zelfs in vele gevallen de voorkeur. i

Hoe moet het toch zijn ? vraagt W. S. »U hebt mij geschreven" of > U heeft mij geschreven. JU zijt wel vriendelijk" of »U is wel vriendelijk".

Of is het allebei goed en wat is dan het beste ? > U komt af van het oude Uw Edelheid, later verkort tot ÜEdele, UE. en eindelijk tot U.

Uw Edelheid is natuurlijk derde persoon, en van daar dat het zijn moest: »U «V, »u heeft" (door »persoon" wordt hier verstaan het werkwoord met ik, gij, hij en hun meervouden b.v, ik ben, gij zijt, hij is). De vraag komt hierop neer: Zal men na »u" den tweeden of den derden persoon gebruiken ?

Nu is echter »u" in de plaats getreden van »gij", dat in de spreektaal bijna niet meer voorkomt. Zoo beschouwd kan men bij »U« zeef geschikt den tweeden persoon gebruiken, en zeggen: > u hebt* »u zijt*. Dit IS • niet alleen zeer begrijpelijk maar heeft ook het voordeel dat het goed is voor enkelvoud en meervoud beide. De derde persoon laat zich hier alleen in het enkelvoud gebruiken. Men kan - niet zeggen: »vrienden u is (of u zijn) tevreden, maar wel > rijt tevreden*. Dat is dus altijd bruikbaar en daarom verkieselijk.

P. heeft ergens het volgende g«lezen:

> Het heele gezelschap bracht daarna een bezoek aan een waarzegger, die een elk vertelde onder welke der zeven planeten hij geboren was*. Wat wordt hiermee bedoeld.

Oudtijds meende men dat de aarde in het middelpunt van het heelal stond. Om haar heen draaiden de zeven planeten.

Dit waren :

De Zon.

De Maan.

Mercurius. - _

Venus.

Mars. *

Jupiter.

Saiurnus.

Elk mensch, zoo geloofde men, was geboren onder een dezer planeten, dat wil zeggen, dat deze op zijn leven en lot invloed oefende. Vandaar dat de waarzeggers trachtten te bepalen onder welke planeet iemand geboren was, en daaruit hun voorspellingen opmaakten. Was iemand geboren onder Mars, den god van den strijd, dan zou hij krijgshaftig zijn, onder Jupiter machtig enz.

Dat hieronder veel bisdrog en dwaasheid liep is licht te begrijpen. Maar nog alüjd zijn er veel menschen die er aan gelooven. In Gods Woord worden zulke dingen uitdrukkelijk verboden.

In Ezra 3 vs. 11, 12, 13 staat, schrijft W. W.:

En zij zongen bij beurten, met den Heere te loven en te danken, dat Hij goedig is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men den Heere loofde over de grondlegging van het Huis des Heeren.

Maar vele van de priesteren, en de Levieten, en de hoofden der vaderen, die oud waren, die het eerste Huis gezien hadden, dit Huis in zijn grondlegging voor hunne oogen zijnde, weenden met luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich en met vreugde.

Zoodat het volk niet onderkende de stem van het gejuich der' vreugde van de stem des geweens van het volk ; want het volk juichte met groot gejuich, dat de stem tot van verre gehoord werd.

Als ik nu goed reken, zegt hij, moeten de jongsten van hen die klaagden tachtig jaar of daaromtrent zijn geweest. Hun getal kan dus niet groot geweest zijn. Toch staat er dat het weenen en het juichen ongeveer even sterk waren.

Laat ons zien hoe het staat.

Nebucadnezer, koning van Babel, voerde omstreeks 600 vóór Ciinstus oorlog tegen Juda. Na zijn eerste overwinning bracht hij eenaantal aanzienlijken uit Juda over naar Babel. Onder deze waren Daniël en zijn drie vrienden. Dit was de eerste wegvoering. In het geheel zijn er drie geweest.

Bij de tweede moesten duizenden handwerkslieden Kar aan verlaten voor Babel.

De derde wegvoering omvatte bijna al die nog in Kanaan over waren.

Nu wordt de zeventigjarige ballingschap beschouwd te beginnen met de eerste wegvoering in 606 vóór Christus. Toen het volk in 536 terugkeerde moesten die van de eerste wegvoering minstens 80 jaar oud zijn, om zich wat van den tempel te herinneren. Maar die van de laatste wegvoering konden bij hun terugkeer 60 jaar oud en daarboven zijn, zij kouden zich den eersten tempel best herinneren. Want die is eerst verwoest bij de derde wegvoering. Er waren dus tamelijk velen die konden weeklagen over de verloren heerlijkheid van den eersten tempel, dien zij zich nog "uit aanschouwen herinnerden. Alleen de jongere geslachten konden geen vergelijking maken.

Een vraag over het > Haneboek" meen ik reeds vroeger te hebben beantwoord. Nu kortelijk dit:

Het Haneboekj was een schoolboek, waaruiï" de jeugd spellen en lezen leerde. Het ontleende zijn naam aan het prentje van een grooten haan op den titel, die ook ^in andere boeken voorkomt. , ^

Onder den haan stond het volgend versje:

De haan verkondigt 's Heeren dag, Heeft in zijn huisgezin ontzag. Hij roept een ieder vroeg aan 't werk. En Zondag naarstig naar de kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's