De N. C S. V.
Naar aanleiding van het schrijven van Dr. B. J. Esser, dat we onlangs in de Heraut opnamen en waarin hij rekenschap gaf, waarom hij niet meer zijn vroeger afkeurend standpunt, tegenover de N. C. S. V. innam en.ten slotte herinnerde aan het woord dat > zijn vriend Rullmannc in zijn stuHententijd gewoon was op de N. C. S. V. toe te passen: verderf het niet, er zit een zegen in, schrijft DJ. Rullmann in de Utrechtsche Kerkbode:
Laat ons hier mogfn verklaren, dat we dit nog zeggen. We meenen camelijlc, dat de N. C. S. V., mus ze zich organiseere als eea veretnigirïg van ethische studtnitn, in de studentenwereld . aan de Opebbire Universiteiten nog gezegend kan werkt n. Maar o.i. zijn Gercfornnecrdc studenten in de N C. S. V. niet op hun plaats. Reeds Tri het Gereformeerd StudentenbCad van J898 en 1899 hebb n we een scrie van vijf artikelen gtschreven, om dat aan te toonen. Tegelijk drongen we er toen echter op aan, dat de Gereformeerde, de Ethische en de Roomsche studenten zich ieder met hun eigen beginsel zelfstandig zouden orga list eren, om dan, overal waar het maar kan, gezamenlijk den anti-christelijken geest in de stuntntenwereld te bestrijden.
Een «angstvallig zicti gescheiden houden van studenten uit een anrier milteuc hebben we dan ook nooit verdedigd. Wel echter e n welbegrepen isolement, dat kracht zoekt in getrouwheid aan eigen gereformeerd beginsel.
Het gevaar vaa de N. C. S. V. in haar tegenwoordige organisatie schuilt o. i. juist in dii prijsgevtn van onze Gereformeerde eigenaardigheid voor het lokaas van een verwaterd Christendom. Dairop zinspeelde ook reeds de stuflent Eiser, toen hij schrtef: «Ziet ^jj dan niet den afgrond, waarin hel Christelijk NiUciland gevoerd wordt door schiinvrome mystiek en goedgemeende liefhïid f Beg'ijpt ^ij dan niet, tast, voelt gij niet, hoc de N. C. S. V. één van de kostelijkste middelen voor Satan kan zijn om in slaap te wiegen in plaats van wakker te schudden, om de grenzen uit te wisschen in plaats van met beslistheid te trekken ? "
In zijn jongste schrijven aan De Heraut laat onze vrieiid Esser er zich niet over uit, of hij de const qatntie van deze vragen nog voor ziju rekeijin^ neemt.
We meenden ook dit antwoord onder de oogen onzer lezers te moeten brengen, opdat het: audi et alteram partum, zou worden toegepast.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 14 december 1919
De Heraut | 4 Pagina's