Het goddelijk karakter van het recht - pagina 35
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
38 rechtsorde
onafscheidelijk
verbonden
i s : de strafoefening aan wie
zich in het schenden der rechtsorde tegen de overheid heeft verzet. Evenals deze, alleen reeds door haar bestaan, eene heilige predi king doet hooren, wijl in haar het beperkte beeld van den Ileere God is te eeren, zoo is ook de strafoefening op haar zelve, het bestaan van een
gericht,
niettegenstaande
schaduwing
en
profetie
zij ook gemakkelijk
van
de zelfstandigheid
der
straf *),
af
een deel der hoogere wereld, gelijk
tot het besluit kan leiden, dat, gedoogt reeds
de heiligheid van het aardsch gezag niet, dat deszelfs geboden straf feloos overtreden
werden, veel minder God Almachtig de schennis
Zijner Wet ongewroken de hemelsche
kan laten,
en het ontzettend gericht voor
vierschaar wel toeven kan, maar toch eenmaal staat
te komen. En gewaagde ik straks van de zegenrijke werking, die een vorm kan
oefenen,
van het
eerst ter verootmoediging, om daarna tot verhooging
gedaalde levenspeil te voeren, ditzelfde geldt ten aanzien
van het strafvonnis, ook al raakt dit niet ons zelve. Neen, — veroordeelt niet te spoedig de strafwet van naar onjuisten graadmeter
te zijn
besteld, of klaagt niet te ras den rechter van
hardvochtigheid aan, waar een straf U in evenredigheid tot het be dreven kwaad bovenmatig zwaar toeschijnt.
Dat
Gij eene wanver
houding meent te bespeuren, kan ook hierin zijn' oorsprong hebben, dat U de voelhorens van het zedelijk bewustzijn te zeer zijn afge stompt en het kwaad, helaas, maar al te zwak in Uw binnenste re ageert.
De bevreemding over het vonnis moet wellicht worden om
gezet in een bedekken
van het gelaat wegens zoo groote vereen
zelviging met de zonde, dat ook zeer gruwelijke boosheid ons weinig strafbaar dunkt. omtrent
En ziet dit, door de straf te worden onderwezen
de hoegrootheid van het bedreven kwaad, en zoo tot b e -
') Evenals er wel een gebod Gods is om de rechtsorde in haar geheel te gehoor zamen, maar niet daarom elke rechtsbepaling op zichzelve een gebod Gods is, — zoo is ook het schenden der rechtsorde wel zonde voor God, maar treft de straf den misdadiger niet onmiddellijk, wijl hij gezondigd heeft, maar omdat hij zich tegen een aardsch gezag heeft verzet. Dit is de zelfstandigheid van het strafrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's