GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 17

Rede bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ihrer Willensspharen gegen einander und damit die Idee des Rechtes gegeben." Ik zoude U , om deze stelling duidelijk te maken, kunnen voeren naar een eiland, waar twee schipbreukelingen zijn aangespoeld en nu de eenige bewoners zijn; maar ik behoef uwe verbeelding niet te hulp te roepen, nu Gij getuigen zijt geweest van den wedloop in Afrika gehouden door de groote Europeesche natiën, waar het gold het verkrijgen van, om in kolonialen stijl te spreken, tot nog toe door niemand bezeten land. Gij kent ook de bezitsquaestie tusschen Engeland en Portugal, waarin geen van beide mogendheden, als zij de eerbiediging van elkanders recht vorderen, de eene tegenover de andere, zich kan beroepen op een staat die haar het recht gaf en haar de bescherming daarvan tegenover andere mogendheden toezei. Wanneer slechts daar aan recht te denken valt, waar de Staat dit als een gunst aan zijn onderdanen schonk, zou niets Engeland verhinderd hebben eenvoudig het begeerde gebied te bezetten, en zouden in het algemeen rechtsbetrekkingen tusschen de boven het recht verheven Staten ondenkbaar zijn, en zouden deze, zonder het recht te kort te doen, van elkander kunnen nemen wat hun welgevallig was. L a a t mij, om te sterker te staan tegenover de bewering dat de Staat het recht schept, het ware karakter van het recht trachten aan te geven. Allicht zou mij worden tegemoet het recht niet van den Staat wordt den sterkste moet gelden, hetwelk juist tot de roeping van den Staat

gevoerd, of dan, waar afgeleid, het recht van tegen te gaan immers behoort.

Ik ontken dat macht recht is, en dat er een enkele grond zou aan te geven zijn waarom van twee menschen die van elkander onafhankelijk zijn, de een voor den ander anders dan uit vrije beweging zou wijken. Toen Kaïn

Abel

sloeg, schond hij het recht; en God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's