GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 23

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

22 liet karakter van tijd-ruimtelijke eenheid bezitten en evenals de psychische verschijnselen „zentral-bezogen" zijn. Om een beeld van VON UEXKÜLL te gebruiken: In de kiem van een huis bestaat niet een steen, een dakpan, een venster en miniature, waaruit door groei en deeling een huis wordt, maar als „anlagen" bestaat in de kiem de hoogte der muren, de vorm van de ramen, do stijlheid van hot dak, de breedte van de trap, enz. (36). In do kiem zijn „Bildner" gepraeformeerd en met dit woord is tevens uitgesproken, dat van eene stoffelijke praeformatie geen sprake kan zijn. Hoeveel temeer geldt dit voor den aanleg van functioneele eigenschappen van het individu, die reeds in hare totaliteit het karakter van het immaterieele bezitten. De psychische eigenschappen, de instinkten, de han­ delingstypen, de aard en wijze waarop een dier ervaring kan opdoen zijn erfelijk en moeten in de kiem gepraeformeerd worden gedacht. Nu heeft DRIESCH aangetoond, dat wij logisch genoodzaakt zijn een praeformatie te veronderstellen, hoewel dit gepraeformeerde niet materieel behoeft te worden gedacht. Door deze meening is dus de aloude vraag praeformatie of epigenese overgegaan in de vraag: materieele of immateriële praefor­ matie, waarbij in de moderne biologie dus twee antwoorden worden gegeven afhangende van het feit of de onderzoeker mochanist dan wel vitalist is. Velen echter, die het vraagstuk als onopgelost of onoplos­ baar beschouwen, houden wel het begrip der praeformatie vast en spreken van determinanten of genen, het in het midden latende wat deze aanlegfactoren in hun wezen zijn. Dit deed MENDEL en dit doel ook thans nog JOHANSSEN. In ieder geval staat het vraagstuk nog evenzoo voor ons moderne biologen als voor den natuurphilosoof der oudheid, ARISTOTELES, die de morphogenese in haar geheel vergeleek bij de vorming van een kunstwerk en schroef: „De wijze waarop elk deel ontstaat moet afgeleid worden uit het be­ ginsel dat alles wat zoowel in de natuur als in de kunst wordt, ontstaat door iets, wat aireede is en uit iets van ge­ lijksoortige natuur, echter slechts potentieel bestaande".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1919

Inaugurele redes | 42 Pagina's

Oude problemen in de moderne biologie - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1919

Inaugurele redes | 42 Pagina's