Overlevering en kritiek - pagina 17
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
OVERLEVERING EN KRITIEK.
13
scheid tusschen de tijden voor en de eeuwen na de boekdrukkunst; het doel was hetzelfde, het vermenigvuldigen van één en hetzelfde exemplaar en dat zoo getrouw mogelijk; alleen de middelen verschilden en ook ten dezen opzichte, wat dus 2". de wijze, waarop de schriftelijke overlevering tot stand kwam, aangaat, is hare betrouwbaarheid niet gering, 't Zij mij vergund een paar punten slechts voor uwe aandacht te brengen. Uitzondering was het in de oudheid, dat iemand een bock, dat hij wenschte te bezitten, zelf afschreef van een ander exemplaar; regel was, dat de lezer zich een boek kocht bij den boekhandelaar i). De schrijver namelijk gaf zijn handschrift evenals wij aan den uitgever en deze liet door geoefende schrijvers de afschriften vervaardigen, die, wanneer de geheele oplage gereed was, één voor één werden gecorrigeerd en dan eerst de wereld ingingen 2). Hoe groot nu het vertrouwen was, dat de schrijver zelf in de afschriften stelde, blijkt wel het best hieruit, dat de copie of, om den ouden term te gebruiken, het autographon, gewoonlijk in de prullemand ging, terwijl de schrijver zelf een afschrift als handexemplaar gebruikte 3). Het belang, dat wij in onze gedachten plegen te hechten aan het eigenhandig schrift van een ouden auteur, is dan ook geheel ongemotiveerd en wordt slechts veroorzaakt door de algemeene, maar verkeerde, meening over de onbetrouwbaarheid der schriftelijke traditie. Doch niet alleen voor de eerste uitgave, ook voor de volgende werd zorg gedragen en evenzeer voor de hernieuwde uitgave van oude werken. Geleerden en vrienden der litteratuur deden niet minder moeite om correcte exemplaren te verwerven, dan wij bijv. om eene goede oorspronkelijke uitgave van Vondel of Bilderdijk; dit blijkt ons uit vele plaatsen in Cicero's brieven 4). Men zorgde, dat er goede exemplaren bleven bestaan, die als norma konden dienen voor nieuwe afschriften, of waarnaar bestaande konden worden gecorrigeerd. Zoo vinden wij nog onder een werk van Cassiodorus deze woorden: codex archetypus, ad cuius 1) B i r t , das aiitike Buchwesen Berlin Hertz 1882, pag. 346 611433: Wattenbach, das Schriftwesen im Mittelalter 2te Aufl. Leipzig Hirzel 1875, pag. 448 vlg. 2) Birt pag. 355. 3) Birt. pag. 349. 4) Wattenbach, pag. 265.
j \ 1 |
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's