De verflauwing der grenzen - pagina 93
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
91 12 7) South Place Insiit.
Lectiires. a. 1. p . 55..
128) Ibidem p. 71. 129) Cf. J. N. GRUBER, die Ophiten^ Würzburg 1864. Nog verder gingen in zedeloosheid de beslist antinomiaansctie sekten der Nicolaieten, Karpocratianen en Prodicianen. De laatsten waren naaktloopers. 130) De valsch-mystieke richting, die in de i6e eeuw het Amsterdamsch \ schandaal in het leven riep, stierf nooit geheel uit. Vooral door het Spino- ' zisme werd deze mystiek-pantheïstisch-antinomiaansche richting weer gewekt. In de ergerlijke tooneelen der Latter day saints in Zuid-Afrika en Brazilië viel hiervan nog onlangs een spoor op te merken. En ook ten plattelande vindt men hier en daar nog kringen, waarin onder boeking van alle zonde op den ouden Adam, in vloeken, drinken en allerlei hoererij geen kwaad gezien wordt, zoo men maar gelooft. Zie over de sekten die hier te lande onder den invloed van het Spinozisme opleefden, W. WYBRANDT, Archief voor Ned. Kerkgesch 1885. I. p. 51. v.v., en de daar vermelde literatuur. Over de Hattemisten zie Dr. W. C. VAN MANEN, Ibidem I. p. 273 v.v. en D E GIDS 1885.
III. p. 357. Dr. Van Manen ontkent, dat Pontiaan van Hattem Spionozist was en poogt hem te rehabiliteeren. Sepp viel hem hierin bij. Zie Dr. C H R . S E P P . Hei Staatstoezicht op de Godsd. Letterkunde. Leiden 1891. p. i i o . Opmerkelijk is het dat ook SHELLY, de pantheïstische poëet bij uitnemendheid de grenzen der zedelijkheid zoo weinig eerbiedigde. Zie over hem H U N T , An Essay on Pantheisme Lond. 1866, p. 303, en De Gids.^ October 1892. 131) RoMANG. o. 1. p. 160; en HUNDESHAGEN O. 1. p. 94.
132) Zie D. BURGER, als vertaler van IHERING'S Kampf Voorbericht van den vertaler p. I. 133) HERBART, Philos. III. p. 169. 134) TYNDALL, Fragments Panth, e. 1. II. p. 312.
Geschriften,
ums Recht., in het •
ed. Gustav. Hartenstein. Leipz. 1842.
of science, p. 336. Cf. Ge7i. skeichof
the hisi. of
135) jDie wel onderscheidt, leert wel", wordt n u : sHij is het geleerdst, die het best de kunst verstaat om alles dooreen te mengen." 136) Zie KEGEL, Wissenschaft der Logik., 3 Bd., zijnde deel 3, 4 en 5 van de Volstandige Ausgabe. Berlin 1841.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's