De verflauwing der grenzen - pagina 54
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
52
denkt, in een geheel andere, in de eenheid van den jubel, te doen samensmelten, als de oude harpenaar hun voorzingt van een God „die aan de creaturen een orde gesteld heeft, een orde, die geen schepsel zal overtreden" 183), om nu, bij het geklank der cymbalen, dit hooge lied te doen uitgaan: »Looft Hem, gij hemelen, en gij wateren die boven de hemelen zijt. Looft den Heere, gij aarde, gij walvisschen en alle afgronden. Looft Hem, gij bergen en alle heuvelen. Gij wild gedierte en alle vee. Gij vruchtboomen en gij cederboomen. Gij koningen der aarde en alle volken. Jongelingen en ook maagden; gij ouden met de jongen. Dat zij allen den Name des Heeren loven! W a n t Hij heeft den hoorn zijns volks verhoogd, den roem aller zijner gunstgenooten, des volks dat nabij Hem is. HALLELUJAH!"
184)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1892
Rectorale redes | 104 Pagina's