GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Volkenrecht - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volkenrecht - pagina 47

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

37 Engeland na 1820 met kracht daarvoor gestreden heeft. Toen het 19 Januari 1821 opkwam tegen de inmenging van Oostenrijk in Italië door eene depêche van Lord Castlereagh, en het volgende jaar door den Hertog van Wellington tegen die van Frankrijk in Spanje. PradierFodéré meent nochtans, dat die eer aan Engeland niet toekomt ^^^). Evenzoo oordeelt Bonfils ^^'). De eerste merkt op, dat Engeland tot wat het in genoemde jaren deed, slechts door eigenbelang gedreven werd, het bovendien geenszins zich in volstrekten zin tegen interventie uitsprak. En als het met meer schijn het beginsel van non-interventie huldigde, toen het zich tegen de pogingen der Mogendheden verzette om de Spaansche koloniën in Zuid-Amerika onder Europeesch gezag te handhaven, — geschiedde zulks om een tegenwicht te stellen tegenover den invloed van Frankrijk en Spanje, benevens voor de belangen van eigen handel en nijverheid. Engeland erkende wel degelijk een recht tot interventie, maar wilde niet, dat het van algemeene toepassing zonder uitzondering wezen zoude. ledere Staat moest voor zich denoodzakelijkheid van inmenging beoordeelen. In gelijken geest schrijft Bonfils. Ook herinnert hij er aan, hoe Engeland, altijd geleid „par des considerations purement egoïstes", in den loop der vorige eeuw zich telkens interventie veroorloofde, om te besluiten: „L'Angleterre s'est toujours attribué Ie droit d'intervenir dans les affaires intérieures des autres États; mais elle n'admet pas que cette faculté existe pour les autres Étas d'une maniere générale et indéfinie." Volgens Pierantoni is het beginsel van non-interventie gehuldigd in i de bekende boodschap van Monroe, als President der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, d.d. 2 December 1823 ^^°). Voelde de Italiaansche hoogleeraar wellicht behoefte aan steun? Hoe het zij, volgens veler oordeel, en, naar mij voorkomt, te recht, is bij Monroe voor de verkondigers van het nieuwe beginsel slechts in schijn hulp te vinden. In waarheid, merkt Pradier-Fodéré omtrent Monroe op, „il s'est mêlé indirectement des affaires intérieures des républiques du nouveau-monde autres que les États-Unis, il a fait de l'intervention par anticipation et au profit de l'Union, car c'est intervenir que d'interdire aux autres gouvernements d'intervenir." i*i) In gelijken trant spreken zich uit Bonfils i^^), von Liszt 1*8), Piédelièvre ^^% Rivier ""), Strauch "") en anderen "^).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907

Rectorale redes | 174 Pagina's

Volkenrecht - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907

Rectorale redes | 174 Pagina's