Volkenrecht - pagina 76
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
66 geen volk is souverein; souverein in revolutionairen zin; bevoegd om zich boven alles te stellen, en zijnen wil alleen te doen gelden. Dikwijls wordt gezegd, dat de Staten zich in den natuurstaat bevinden. Aldus o.a. Thiers. Welke voorstelling niet zonder gevaar is. Beteekent zij alleen, dat er boven de Staten geene georganiseerde rechtsmacht is, — o, dat valt niet te loochenen, merkt de Broglie op ^"•*), en het zal moeielijk ooit anders worden. Maar uit het ontbreken van zoodanige rechtspraak volgt niet, dus gaat hij terecht voort, dat de volken onderling ontslagen zouden zijn van den plicht om elkaêrs rechten en de wederzijdsche overeenkomsten te erkennen, d. w. z., de voorschriften van recht en onrecht. Die heilige geboden, door Gods hand in het diepst van het menschelijk geweten gegrift, hebben, om met dwingend karakter te bestaan, geene wetten noodig, die ze verkondigen en geene rechtbanken, die ze toepassen. Zij zijn aan alle wetten en rechtbanken der wereld voorafgegaan, hebben ze zien geboren worden, en zullen ze zien verdwijnen. Het gemis van eene rechterlijke autoriteit boven de Staten heeft alleen dit gevolg, dat de handhaving van het recht toekomt aan ieder, die door rechtsschennis getroffen of bedreigd wordt. De z.g. natuurstaat geeft den volken niet het recht onrecht te doen, maar, wat heel wat anders is, zich zelven recht te verschaffen. Het recht gaat aan alle wetten vooraf. De positivistische school, die dit loochent, ondermijnt het volkenrecht. Traktaten zijn ook niet, gelijk dikwijls gezegd wordt, de eenige grondslag, waarop dit rust. Veeleer omgekeerd. De traktaten rusten op volkenrecht; op het recht, dat, onafhankelijk van alle menschelijke bepaling, krachtens Goddelijke ordening ook tusschen volken bestaat. Het vernietigen van eenen zelfstandigen Staat uit veroveringszucht maakt, onafhankelijk van eenige overeenkomst, het anderen Mogendheden tot plicht het onrecht, de geweldenarij, te stuiten. De Staten staan niet als volstrekt geïsoleerde grootheden volkomen los tegenover elkander, zonder eenige verplichting jegens elkander. Evenals geen mensch, wie getuige er van is, dat in een afgelegen hoek iemand door bandieten wordt uitgeschud en afgemaakt, — zonder zich daarover te bekommeren, hulp te bieden of te zoeken, zijns weegs mag
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907
Rectorale redes | 174 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907
Rectorale redes | 174 Pagina's