GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdienste of genade? - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdienste of genade? - pagina 26

Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Juist vanuit deze stand van zaken wordt echter de controvers eerst recht boeiend en belangrijk. Wanneer de analyse van de Reformatie vanuit een alles absorberende en annihilerende transcendentie ooohoudbaar is, dan wordt als vanzelf de weg gebaand voor nadere bezinning. Dan concentreert zich immers alles op het recht verstaan van de gloria Dei, waarvan gesproken wordt in Trente, in 1854 en in 1950 en in het Calvinisme en Lutheranisme, in het eerste geval voor en bij de beide laatsten tegen het meritum. Het is duidelijk, dat met de woorden „soli Deo gloria" het probleem nog niet is opgelost, noch in de Reformatie, noch in het R.-^Katholicisme. Het is een van de meest aangrijpende punten in d e ganse oontrovers, dat er een reëel verschü is in het verstaan van de gloria Dei. Het poneren van deze glorie van God in Trente vond haar pendant in de woorden „soli Deo gloria" als hoogste regel van de Societas Jesu der Jezuïeten. Het gaat om de kritische en beslissende vraag — voor Katholicisme èn Calvinisme en Lutheranisme — of deze woorden in de totale context van leer en leven waarlijk functioneren dan wel worden ondermijnd en in hun reële waarde gerelativeerd. De diepste beslissingen vallen altijd, wanneer midden in de oontrovers de naam des Heren — gloria in excelsis — wordt aangeroepen®^).

* Het gevaar was niet denkbeeldig, dat men in de Reformatie-tijd in reactie tegen de verdienstelijkheid der goede werken gekomen zou zijn tot een miskenning van de bijbelse loongedachte. Kuyper heeft ernstig gewezen op de gevaren van de verwaarlozing van de Goddelijke openbaring van het loon en hij spreekt van een uit vrees doodzwijgen en van een afstompen van de prikkel tot godzaügheid **'). Het treft ons echter, dat de Gereformeerde confessies hier niet hebben *s) We herinneren nogmaals aan Marlets slothoofdstuk: „Die Herrlichkeit Gottes". Men zie over de zin der „gloria Dei" bij Calvijn: J. Bohatec, Budé und Calvin. Studiën zur Gedankenwelt des französischen Frühhumanismus,, 1950, pag. 314 v. en Bohatec, Calvins Vorsehungslehre. In: Calviiïfstudien, 1909, pag. 397 v. «6) A. Kuyper, E Voto II, pag. 377.

24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's

Verdienste of genade? - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's