GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De taak der Natuurwetenschap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taak der Natuurwetenschap.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Tot in den treure is }iet in onze kïingen herhaald, dat wetenschap (dat wil natuurlijk zeggen ware wetenlsdhap) uit m'oet gaan van het eeniigfef ware en juiste uitgangSipunt, namelijk van Gods Openbaring in db Heilige SchWft. Tot in den treure, want inderdaad tot een droevig levenloos devleö, , tot een knarsend uiith'angbörd aan een armoedig winkeltje is dit bez, ielend6 woord ontaard.

Meer en meer iDtemelkt mfen, dat de wezenlijke lïeteekeniis van dit .b^insel èn de spankracht èn de draagwijdte! niet meer worden gevoeld en doorleefd.

Denken wij htet ons nog-^eèhs in: Wetenschapv ook natuurwetenschap, uitgaande van de Schrift, welk e§n enorme taak, welk een drukkende verantwoording, welk een heerlijk doel. Maar is het mogelijk, meer nog: is hiet geoorioofd', dienen wij ons af te vragen 1 Een der groote woorden van de laatste htelft der vorige eeuw was, djil de wetenschap zonder vooronderstellingen diende te worden beoefend. En ware dit juist geweest, de Christelijk© wetensdh'ap zou zich nooit in het openbaar hebben mogen vertoonen, hare systemen niet-mogen gelijksbellen, met .die der „echtewetenschap", hare uiticömstten niet mogen vooi-dragen; maar de christelijke wetenschap ware niet meer dan een knoeierig pogen ora de sprekende feiten der natuur het zwijgen op te leggen, om Tiet weten in overeenstemming te birengen met htet geloof. Een onoplecht, maar goed gemeend werk van onoprechte maar goedgeloovige menschen.

Helaas, deze meening was niet alleen de gangbare opi.ni© van alle „normale" wetenschappelijke werkers, maar leeft ook thans nog "bij de ouderen onder hten voort, en bij al hun leerlingen, welke niet meer dan jde lessen der oud: eren genoten en zich speendien van de heerlijke gaven die de moderne wetensc|hal, p in de laattete decenniën voortbracht.

Maar, hoewel voor de beoefenaaïs der wetenschap minder storend, voor ons volk echter des te grievend'ér, woekert de boven uitgesproken geda.chte krachtig voorifc in half en kwaït-en minder welen-• schappelijke kri, ngea. En de Calvinistische Christe'nen-zelf met de spreuk: „op alle terreinfdes leyens ? "

In het algemeen heeft onfe' volk bij' het woord' „natuurwetenschap" nog een onbehagelijk gevoel. Wordt in gezinsleven en maatschappelijk bestaan, in kerkelij'ten en politieken strijd, in opvoeding en rechtspraak het uitgaan van beginselen door elk weldenkend mensch toegegeven, de Christen ge voelt daarbij de volkomen vrijmoedigheid, bet zedelijk recht om daarbij van zijn bteginselen uit te gaan en heeft bet bewustzijn, dat dit recht ook door anderen wordt; erkend. Maar op het gebied der wetenstfbap, vooral der „natuui-wetenschap" schijnt het anderte.

Behalve nog (ie vrees, dat het onderzoek der natuur vandaag of morgen feiten aan het licht zal brengen., die niet te loocheiien zijn en die hem in strijd schijnen met de openbaring in Gods Woord, meenen velen dat het uitgaan van vooronderstellingen, inderdaad een principieel verschil maakt tuBschen wetenschap en wat zich als Christelijke wetenschap; wl uitgeven.

Het is Mj ©enig inzicb't van verhoudingen duidelijk, dat de ontwikkeling der wetenschappelijke theorieën, een intermationale taak bij uitnemendheid, slechts in zeer igeringje mate beïnvloed' wordt door het werken en deniken van ons eigen volk. En waar nu misschien wel nergens ter wereld de groote gedachten van het CalviniStisoh Christendom .zoo ingeweven zijin in het samengesteld geheel van een samenleving als in ons land!, daar is het begrijpelijk ^ai ons volk zich als uitg'csloten voelt door en vreemd is aan de groote (mtplooiïng van het pioderne wetenschappelijk denken, waai-van 'het direct of indirect aan oftze hoogescbolen een matte afschaduwing waarneemt.

Wat leert nu de moderne wetenschap omtrent dé .yeibouding van wetenschap en vooronderstelling? Gaan wij dit nader onderzoeken, dan blijkt niet alleen, dat de Christelijke natuurwetenscha, p even goed mogelijk' is en even veel bestaansrecht heeft als elke niet-christelijke, maar bovendien kunnen iwij, naar ik meen, bij dit onderzoek de ware beteekenis van dien samenhang van Schrift en wetenschap dieper en werkelijker beseffen, tot voordeel niet alleen van de wetenschap, maar evenzeer van ons bewust geloofsleven.

„Het beroemde woord der „voiraus'sétzungslosen" wetensch'ap moet", zegt de psycholoog Kirschmann, „niet zóó wordba opgevat, dat de wetenscihap in het geheel geen vooronderstellingen maken moet, maar slechts zóó, dat ze niet van problematische caizekere vooronderstellingen uit moet gaan. Het is onmogelijk van h'et onzekere uitgaande en .slecihts bet niet bekende aannemend en gebruikend, tot zekerheid te komen. De radikale scepsis begaat als wetenscbappelijke theorie zelfmoord op het (Oogenbük van bare geboorte."

Zoo moet het dus ^ijn, wel een vooronderstelling., een beginsel als uitgangspunt, maar een zeker en ontwijfelbaar vast beginsel zij het.

Men weet wat jloor velen als zoodanig is aangevoerd. Het geloof in bet bestaan van een wereld buiten ons, het vertrouwen op de zintuigelijke waarneming^ bét geloof in de menschelijke rede enz. En de vraag is nu, welke van de vooronderstellingen is de juiste, al deze, dan wel hbt geloof . in , Gods Wbord. Is htet Christelijk beginsel niet een „frag'wüidige ungewisse • Voraussetzung" voor de wetenschap ?

Al zal ook de iimerlijke zekerheid, waarmede ellc Christen met zijn geheele persoonlijkheid eich aan de harmonische eenheid der Schrift gebonden gevoelt, welke hem' tot God in Christus terugvoerde, ongetwijfeld een bevestigend antwoord ontlokken, , daarbij' is pas een deel van de taak der wetenschap aangeduid.

Immers , niet de Schrift als ongedifferentieeïd geheel, niet historische 'feiten op lach zelf, kunnen het vaste fundament voor de natu ar wetenschap zijn, maar reeds bij den aanvang en bij voortduring ziet de Christendenkér. zich voor Üe taak gesteld een „keuze" te doen, de Schrift te verklaren, haar op Üe vatten. In sommige gevallen kan deze taak wel heel eenvoudig schijnen, maar het gebeuren met GaJileï heeft God ons toch als een blijvende waarschuwing gegeven tot voorzichtigheid en bescheidenheid en bovenal als een bewijs van dien heerlijken plicht tot vrijheid, waartoe Hij ieder van ons i'oept, n.I. tot den persoonlijken band aan, tot bet persoonlijk bezit van Zijn Woord en tot eene slechts relatieve waardeering van alle tiadiitioneele en eigen opvattingen als mienschenwerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De taak der Natuurwetenschap.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's