GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LEVENSVRAGEN. *)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEVENSVRAGEN. *)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Levensvragen en het licht Gods. Voordrachten tot dieper inzicht in de christelijke wereldbeschouwing. Eerste deel. Over God e'n Jezus Christus. Door P. Stegetiga Azn, Predikant te Am.sterdam. Amsterdam. Firma B. van der Land. 1920

I.

Ds Stegenga, de bekende Lutliersclie predikant te Am'stendam, is een onzer ras-echte conferencieirls.

Mannein, die talent hebben om op conferenties en allerlei soort van vergaideriügen, welke belegd zijn voor een bepaalde öategorie vati personen, inzonderheid voor meer ontAvikkeldien, de aandacht te spannen, telt ons lanid niet zooveel.

Daarvoor taxoet men eigenUjfc' in Frankrijk en Zwitserland zijn.

Men zou kunnen zeggen, dat voor een .spreker op zulke vergaderingen een fransch charisma onmisbaaj is.

Hoe hebben ia onze dagen op protestantsch religieus terrein de Parijteche Bapüisitenprediker Saillens en de Gteneefsche leeraar der Vrije iKerk Frano Thomas zich als conferenciers niet een naam verworven, die ver buiten de grenzen van hun eigen land bewondering wekt?

En nu beweer ik niet^ dat Dis Stegenga z'ich met deze beide groeten meten kan. Maar wel heeft hg tateer van hun gave dajn de meeste sprekers van professie'.

Men behoeft de feanten, maar te lezen om , te weten, dat hij leeft op de conferenties. De enkele preefen, welke ik vaai hem' las, zijn geen preeken, mjaar voondrachten. Hij' is de gezochte man der congïesBen voor jfnlellectueelen.

Zoo'n congres of conferentie stelt weer hier andere eischen dan een lezing. Eeln lezing dient als zij goed is studiewerk te zijn, gezeit in gepopU' lariseerden toon. Zij' zal altijd meer het kenmerk van het degehjifce, het beatuideerdie, het min of meer zware |dxagen. Een ooinferentie of congres, gelijk ik hier op, het oog heb, vraagt vóór alles om iets gracieus. Men lüag de problemen eveïi aan^ stippen, 'miaar ze in geen geval ontleden. IGéen objectieve argumienteai mag' me!n aanvoeren, maar alleen argumenta ad homines, d.w.z'. zulke argumenten, waarvan men berekenen kan, dat ze bij! het gehoor zullen inslaan. Het geheel moet iets trippelends, iets levendigs, jets luchtigs hebbetn. Zulke vooTidrachten zijn. in onzen tijd zeer gewild. Men bereikt er gemakkelijk persons mee, die buiten eigen krinig staan.

Vooral vele dusgenaamde intellectuieelen zijïi er op gecharmeerd.

Als evangelisatie-middel onder hen beeft zulkeiein congres buitei^emeeine waarde.

Wie nu gelooft, dat er ook van onzen kant op dit .gebied iets gettaan móet wosden, kan ik niet beter raden dan bij' Ds Stegenga. ter Ischole te gaan.

Niet onl door hem den inhoud van zulke conferenties te laten bepalen. W^ant tegen den inhoud heeft ieder Gereformieerde ernstige bedenkingen. Ik kom' er straks op terug.

Maar om van hem af te zien, hoe men deze zaak moet aanpakken.

Laat mij echter vooraf waarschuwen dat deze kunst volstrekt niet door allen is' aan te leeren. Men moet een geWen aanleg hebben om zich interessant en genialikelijk te kunnen uitdrukken. Wie een zwaren stijl heeft, niet anders dan massale zinnen smeedt, waarin hij liefst zooveel mogelijk dphoopt, doet beter er niet aan te baginneai. Hij' zou zichzelf spoedig belachelijk maken. Zekere losheid van taal en optreden, gepaard aan zekere verfijnde geraanierdheid is eerste voorwaarde.

Dit boek' van Ds Stegenga zou ik een college in de oonfermtie-kunst willen noemen. Het bestaat uit vijf voordrachten.

De eerste handelt over Gods bestaan, materialisme, atheïsme en pantheism'e. De tweede over Gods wezen, God is geest, Gods persoonlijkheid.

De derde over Jezus Christus, Zijn praeexistentie, Goddelg'kheid en menschwording, Zijn jeugd en de ontwikkeling van Zijn Messiasbewustzijn.

De vierde over Verzoeking, Middelaarswerk, drievoudig ambt van Christus, bespreking van verschillende vragen.

De vijfde over het zoeken naar persoonlijken vrede met de e.euwigheid.

Streng logisch is, zooals pien ziet, , deze indeeling niet.

Maar dat ma^g in dit üïieTc ook niet verwacht. , Wie zijn huis naar ijzeren logica, met onberis' pelijke symmetrie inricht, kan' er zeker van zijn, dat het een stij'ven indruk zal maken.

En stij'fheid is op een conferentie een der zeven hoofdzonden.

In zij'n inleiding schaamt Ds Stegenga er zich volstrekt niet over te bekennen, dat hij' zijn stof niet volkomen beheerscht.

Openhartig bekent hij: „Dit boek pretendeert niet wetenschappelijke of wijsgeerigö waarde ie bezitten. Ik ben mi| zeer goed bewust, dat ik om zoo iets te geven ia vele opzichten détailkennis' mis. Trouwens, voor ©en stadspredikant, immer beladen met honderd practische beslommeringen, is het ook niet mogelij'k deze te verkrijgen."'

En oj)da)t ge niet zult glimlachen en tegenwerpen: „nu zijt gij toch al te bescheiden", herianert hij' aan 'w& i de auteur van een merkwaardig hoek zijn lezers miededeelde. Ik heb, zoo schreef deze, dit boek alleen kunnen schrijven, omidat ik een ongeleerd man ben; maar juist omdat ik geea ge^ leerd'Q ben dorst ik dit oiudeïnem'en , aan; een bekwamer man zon er voor teruggeschroklsen zijjn. Hieraan voegt Stegienga toe: „En ik! spreek zie na zou !LI£ haast zeggen met grooter ernst dan de genoemde schrijver, bij wien ik: een tikje ironie vermoed .als hi| dit zegt."

Zonder het natuurlijk opzettehjk te bedoelen, levert hij voioir deze veddaring in de eerste zinnen van de eersite voordracht al djaidelijk! het bewijs. Daar toich beweert hij', dat wij ons uit de geschriften van J> lato een vrij' nauwkeurig beeld ivan Socrates kunnen vormen. Ieder echter, - die van de vraagstukken omtrent Socrates een beetje op de hoogte is, zal hj: er mompelen: „Du Bpxiehsti ein grasses Wort so gan^ gelas^'On aus."

De vakkundige zal Stegenga's boek stellig met tal van vraagteekens deooreeren.

Stegenga za! z: ich hiervan echter weinig aan* trekken. '

Hij zal ten bescheid geven: 'k'voorspelde het immers.

Hij heeft inzoover gelijk, dat de measchen voor wie hij spreekt ötf echrijft van uitpluiz^i niet gediend zijn.

Toeh kan ik in dit opzicht zijin voorbeeld niet onvoorwaardelijk aanbevelen.

Hooger staat, wie zijn onderwerp geheel, tot in de détails toe, onder de khief heeft en het toch! zóó weet V0K> r te draden, als had de bestudee-i ring ervan hem niet de minste inspanning gekost. Stegenga is een mieester in het grasduinen.

Hij haalt in deze voordrachten bijna: de heele literatuur, waarin de moderne mensch belang gitelt, overhoop.

Uit het verleden noemt hij' mystieke figuren als Augustinus, Ruysbroek, , Tauler, Suso', Meester Echart, Thoanas a Kempis, Pascal.

Uit de gedichten van Heine (dezen vooral). Schiller, Goethe put hij citaten en strooit ier kwistig miee.

Hij vergeet ook niet mannen als Tolstoï, Romain R-olland, Tennyson, en om ook wat dichter bijhuis te blijven: van prof. Is. van Dijk te vermelden.

Hij weet het: zóó heeft de intellectueel van vandaag het gaarne.

Eigenaardig, dat hij geen onzer tachtigersj aan-i haalt.

Daarmee valt ook wel iets te „doen". Natuurlijk vermijdt hij' naar de grooite dogma-, tische denïers van het proitestantisme te verwij'zen.

Hij voelt het instinctmatig, hoe hij daai€oor zijin gehoor tegen zich innemen zou.

Dat is de bedehicelijke kant van zulk' werk'.

Wie op deze wijize evangeliseeren wil, heeft ongetwijfeld met den smaak van het publiek, waarvoor hi| optreedt, rekening te houden.

Maar hij mag zijn hoorders toch niet stijVejii in hun vooroordeelen.

De methode-Stegenga is alleszins begrijpel^gk.

Ik kan mij voorstellen, dat zijn : aanhanger er ten slotte toe komt om van minder gewilde schrij'vers gecii notitie te nemen.

Doch zoo breekt men zijn opvoedeinde kracht. Dat is een der wondeplekken van deze apologetiek (geloofsverdediging).


*) Wegehs liet uitbliijven van hoofdartikelen, waarop gerekend was, vvorde'n deze, oorspronkelijk als recensie bedoeld, geplaatst. Hisschieh zjjn ze om hun meer algemeen karakter hiervoor niet al te oiigesehikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

LEVENSVRAGEN. *)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's