GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-ScHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-ScHOUW.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leer om leer.

Nog steeds moeien onze kerken het in de andersgezinde pers ontgelden. Gelukkig, dat strijd staalt. De campagne tegen de' leer der veronderstelde wedergeboiorte wordt onvermoeid voortgezet.

In de „Amsterdamsohe Kerkbod'6", vond ik dit stuk' van B. uit de „RijMandsöhe Kerkbode" overgenomen :

Ik wil ook eens beschuldig& n. Altijd te moeteiu hoorea, dat wij de reohtzinniigie leer der vadereiu niet verkondige-n is niet prettig. Dat prikkelt.

(Als tot verstaadigen spreek ik.)

Op mijn beiurt wil ilc ook wel ©ens besch'uldiger .zijn.

Weet gij het al?

Hebt gijl het al gehoord?

Luister eens; want het is verschriklc-elijk.

Van ons wordt verteld, dat wij .zeggen, dat ol oixze kiadieren wedergeborenen zija. Dat is laster, dioc'h nu werd mij voor waar en zoke.r yerteld, dat de Christelijk-Geiiefonneerdea al de menschen, die in de k-erk , zijn, als zij pTeeken, toespreken) alsof izij wezenlijk geloovigen zijn. Wat?

Ja, dat is mij voor waa.r verteld.

Maar dat kan toch niet waar wezen. Wie kam izoo iets onzinnigis in zijn hoofd halen?

Gelooft gij het dan niet? .Mijn zegsman had bewijs.

Dan ben ik benieuwd om die bewijzen eens te hooren.

Natuurlijk ben ik bereid om , ze ü te noemen. Dan k^unt gij erelf oordeelen.

Luister dan maar eens:

Ie. Daar is een dominee bij de Cliristelijk-Gereformeerdien, die heeft na den doop gedankt met daz.e woorden: Almachtige, ba, rmharüge God en Vader, wij danken en-loven U, dat gjj ons ea' onzen Jrinderen, door heit blo^ed van uwenj lieven Zoon Jeztos Christius, alle on, ze zonden vergeven, en ons door uwen Heiligen Geest tot lidmaten van Uwen eeniggeboren Zoonj en alzoo tot 'uwe kinderen aangienomen hebt, en ons dit met den Heiligen Doop bezegelt en bekrachtigt.

Hoe vindt igij dat? Is dat niet een sterk bewijs? Het lijkt wel de leer van de algemeene veraoening. Ea dat izoo maar te zeggen in een vollle kerkbeurtl

Daar waren hionderden menschen bij elkaar. Waar moet dat heen!

2e. Daar is ook een predikant, die heeft nota bene de he e Ie gemeente aangesproken als „Geliefde broeders". Het was bij gelegenheid van de bevestiging van een predikant.

Dat mag toch niet! om al die menschen zoo maar bro eiders te noemen.

3e. Toen de ouderlingen en diakenen' bevestigd werden sprak een dominee bi)' de Christelijke Gereformeerden al ds hoorders en hoorderessen, die inl de kerk waren, aan als g'eliefde Christenen.

Wat moet daarvran terecht komen als alle menschen in de kerk christenen genaamd worden.

Daar had toch wel eens bij mogen gezegd worden, dat er ook naam christenen .zijn, hypoicrieten.

Het is erg.

4e. Daar wordt ook verteld, en het moet waar wazen, dat een Christelijk-Gereformeerde leeraar ging bidden en toen zei: on, ze Vader, die in de hemelen zijt.

Het is verschrikkelijk. Het is alsof er geen onderscheid meer is. Daar wordt geen onderscheid meer gemaakt tusschen levende en doode leden.

5e. Wilt gij nog meer? Hoor dan eens. D'aar was lOok een voorganger, die liet de heele gemeente aingen Ps. 116:2 en 3. Hij wist toch wel beter. Hoe was bet toch mogelijk, dat die geordende leeraar izoo'n heele groep menschen dat het zingen? H^ w-eet toch wel, dat niet al die zangers verlost zijm. Nu, vriend, ik houd op, maar ik zou er nog heel wat voorbeeldein aan kunnen toevoegen. Ik laat •het voor ditmaal bij dit vijftaJ. Het is trouwens' al mooi genoeg.

En dat izijn nu de menschen, die beweren, dat wij van de kinderen, die ons geboren worden «eggen, dat izij allen wedergeborenen zijn.

Zij weten itro'uwens wel beter want zulk eenl leer weerspreekt izich zelve. Vergelijkt daar nu eens mee bun eigen praktijk.

Maar wat , ik niet kan verdragen is dat diezelfde personen, die ons verwijten, dat wij onze kinderen als erfgenamen van het rijk Gods en van eijn verbond doopen; idat diezelfde menschen in hun' eigen kerkgebouwen dezelfde uitdrukkingen bezigen en .zelfs volwassen menschen als. gfiloovigen behandelen en toespreken, terwijl van die volwassenen het .tegendeel vaak blijkt. Wat izegt gij ervan?

Et tu, dominé L!

In denzelfden tranl zou men, sprekende als onwijs zijnde. Ds Lingbeek, den Vragenbus-Redacteur van „De Gereformeerde Kerk" kunnen aanldagen. Men herinnert zich nog wel zijh bezwaren tegen onze kerken inzake bovenbedoelde leer. Doch nu staat hij in het jongste nummer van zijn blad een vrager aldus te woord:

Een inzender J. R. vraagt of het is goed te keuren, dat oen bekend kinderversje aldus leert:

„Ik ben een kind, Van God bemind En tot geluk geschapen”

Antwoord. Tegen welk van da drie regeld inzender bezwaren iheeft, zegt hij niet, maar hij laat doorscbomeren tegen den twe-jdea en derden. Wij voor ons hebben tegen den tweeden geen befzwaar. Dat God hen bemint mag men den gedoopten kinderen zeer zeker loeren, of zou mem hun moeten leeren: God heeft in den Doop Wel verklaard uw-'God te Willen zijn, maar of Hij u bemint betwijfelen wij. Wij houden ons immerg aan het geopenbaarde, dat is aan den Doop! „Tot geluk gc-schapen" is niet onjuist. Beter en vollediger was: , , en tot Zijn eer geschapen.”

Wat zegt ge hiervan?

Loopt ook hij', zelfs hij, geen gevaar in het spoior te geraken, waarlegen hij' voor eihkele weken nog zoo klemmend heeft gewaarschuwd?

Hij schrijft maar zoo lakoniek neer: „'Wij houden o.ns immers aan .het geopenbaarde, dat is aan den Doop”.

Maar riekt dat met erg naar „verondersteljde wedergeboiorle” ?

Staal ook hij. dan al op het punt een afvallige te worden?

Uit de asch herrezen!

Een strijd tegen onze kerken, welke eenigszins geluwd scheen, w.o.riit , weer nieuw voedsel toegediend.

Hoewel het geen leigenschap is van leeuwen, zelfs niet in d® fabelleer, om uit hun asch te herrijzen, is dolt met „De Zeeiawsche Leeuw" wel het geval.

Hij duikt weer op in „Siloam".

Zoo heet het orgaan, dat nu aan zij'n twinügöle nummer van den derdein jaargang toe is, maar dat 'thans de spreekbuis van Ds Netelenbos is geworden.

Sinds een paar maanden verscheen het niet, omdat dit feit in het vooruitzicht lag.

De administratie deelt immers mee:

Wij zijn eenige maanden niet uitgekomen om deze verkleeding voor te bereiden, . want waar de gelegenheid zich voordeed om een .zoo bekwaam man als onzen tegenwooJ'digen redacteur aan ons blad te verbinden, meenden wij te moeten doen wat wij konden, om don vorm aan den inhoud evenredig te doen zijn.

Omtrent bet floel van (hieit blad vemeemt men verder:

Evenals met „De ZeeuWsche Leeuw" vroeger, is ons dofil met , , SiIoam", dit blad in dimst te stellen vèn ons ideaal; de eenheid der Christenen in Nederland te bevorderen.

We binden ons niet aan eone of andePe geschreven belijdenis, aan het programma van eene of andere Christelifke partij, maar willen bouwen op de hartelijke overtuiging, welke allen deelen, die in Jezus Christus gelooven.

We streven minder naar 1661*31011180 bepaaldheid dan wel naar de uitdrukking van wat de kfi'Tn der Christelijke Vfaarheid beoten mag.

We vfillen niet een , , verstandelijk" Christendom propageeren, maar, in aansluiting a'iu da historie, din het Christendom in ons vaderland doorleefde, voldoen aan de behoeften van een niouweron tq|d, die de dingen meer ethisch dan intellectualistisch aanvoelt.

We geiooven wel niet in een Christendom boven de geloofsverdeeldheid, doch zeer stellig in een Christendom onder de geloofsverdeeldheid.

Zoo willen we in onzen zeldzaam verwardijn iqd naar verbroedering heensturen onder Christenen. Wc wilten winnen, die daarvoor te weinig oog hebben, versterken in ov.evtuiging wie dit reeds inzien.

We willen strijden tegen alles wat onnoodiig verdeelt, strijden voor alles wal samenbindt.

We hopen niet te vragen: uit welke richting komt deze of gene stem? Maar wat zo.^t zij?

We zullen ons wagen aan critiek, aan scherp© criliek zelfs, maar met geen ander doel dan om „hel kostel^ke van het snoode" te onderscheiden, de waarheid aan het liclit te brengen.

Boven don bloei van eigen kerk of kring gaat ions de uitbreiding van het Koninkrijk (iods ter harte, dat niet komt met uiterlijk gelaat

Er zal Sus scb©rp'e kriüiek wordioii gteoefenHi. Wie die fcri'tiek igelden zal, laat zicb gemakkelijk raden.

Natuurlijk niet de modern© of fetbiscbe richting. In dit nummer reeds krijigen de Grereformeerden ervan langs.

De lezers woirden vergast op' een afgeluisterd' „Cresprök itussoben drie igereformeerden". Het standpunt, dat onze kerken op de Leeuwarder Synode innamen, wordt (naar de wijze van zulke samenspraken) verdedigd door een niet al te snuiggeren broeder.

En nu dacifat ik aoig al, dat zulk een strijdmethode beelemaal geantifceerd was! De meest „achterlijke Kerkbode" heeft z© reeds voorlang prijsgegeven.

En ze nu te zien toegepast door een herleefden, zijn tijd zoo aanvoeleniden leeuw 1 Het heeft iets verbluffends.

Wait volgens de idoelstelling van het blad het pïaktisch verschil zal izijn tussdhen een christendom boven en een ohristenidom onder de geloofsverdeeldheid ?

Naar de vage bewoordingen te' oordeelen, heeft men hier alleen met een naamsverwisseling Ie doen. Doch de itijd zal het leeren.

Een independenti's tisoh vosje.

Maar waar we nu over de kerkmuren hebben heenge'keken, zonder ditmaal Lraditioneele handdrukken te hebben gewisseld, moeten we nu even binnen de muren rondzien.

„The topic of (the day" (het onderwerp van den dag) is het bericht, dat twee kerken, die van Brussel en Zandvoort, aan vrouwelijke belijdende leden het stemrecht hebben toegektend.

Een vooTsitander van dit stemrecht, Ds Lindeboom, kan deze daad echter niet goedkeuren. Hij laat zich in „Noord-Hollandsch Kerkblad" in dezer voege uit:

Op zichzelf vei'blijdt het oms zeer, dat in steeds breeder kring ons inzicht gedeeld word!; . We hebben ons echter afgevraagd, of het voor het welzi^ïi onzer Kerken niet beter ware geweest, dat deze zaak eerst op de meerdere kerkelijke vergaderingen aan de orde was gesteld. Voorzoover vrq weten, heeft geen enkele classis of particuliere Synode er zich ooit over uitgesproken. En het ware toch Wenschelijk, dat zich over dit punt eerst een communis opinio had gevormd! En zoover zijn wij toog niet. Prof. Bouwman, die in „Het ambt der diakenen" toestemt, • dat het stemrecht aan de vrouw niet mag worden onthouden, bleek vóór een paar jaar op de vergadering der Gereformeerde Predikanten-vereeniffing van gevoelen te zijn veranderd. En Proit. Bavinck, die in 1900 er zch met beslistheid legen verklaarde, heeft het nog Iniet zoo lang geleden in zijn boek over ^„De Vrouw" met warmte verdedigd.

Misschien hebben echter de genoemde kerkeraden, met deze gegevens voor oogen, gedacht, dat het in afzienbaren tijd wel niet tot eenstemmigheid komen zou, en daairom gerrieend, niet langer te moeten wachten met de erkenning van het recht der vrouwelijke Ldmaten. Hoe dit zij, zonder kerkrechtelijke gevolgen zal hun daad wel niet blijven. De classes Dordrecht en Haarlem zullen nu wel op de eene of andere wijze tot een uitspraak moeten komen. O.i. zien zij zich gebracht in een moeilijk parket. Latou zij de Kerken van Brussel en Zandvoort ongehinderd voortgaan op^ don thans ingeslagsn weg, dan zal daaruit, en niet ten onrechte, worden geconcludeerd, dat naar haar oordeel de getroffen maatregel niet ingaat tegen Gods Woord en de Belijdenis, en ook onder de thans vigeerende Kerkorde toelaatbaar is. Anderzijds, treden zij tegen de Kerken van Brussel en Zandvoort op, met den eisch, het genomen besluit in te trekken, dan zullen zij hebben aan te toonen, dat het stemrecht der vrouw in de Kerk in strijd is met de H. Schrift én met de) letter der Kerkorde. En dat zal haar wel jjioeilijk vallen, temeer waar zelfs onze hocg'eoraren op dit punt niet eenstemmig denken. We wachten; met grooto belangstelling af de dingen, dié komen zullen De kwestie is nu in een stadium gekomen, dat ze niet kan worden teruggedrongen. De Kerken moteten haar onder de oogen zien. Dèt is de lichtzijde van de daad der beide kerkeraden. -

Een tegenstander als prof. Bouwman is vanzelf nog wat sterker in zijln afkeuring, blijkens een artikel in „De Bazuin”.

Zandvoort's jonge en kleine Kerk heeft besloten het actieve vrouwenkiesrecht in te voeren Naar de bladen mededeelden hadden eenige vrouwelijke leden den kerkeraad verzocht ook den vrouwen het kiesrecht te verleenen, en heeft de kerkeraad (gunstig beschikt over dit advies.

Het komt ons voor, dat dit besluit van Zandvoort's Kerk geen blijk geeft van wijsheid len voorzichtigheid. Er is, onder de Geveformserden verschil over do vraag of bet volgens Gods Woord wel geoorloofd is den vrouwen het kiesrecht te verleenen.

De beoordeeling van deze kwestie hangt in den Igrond af van de vraag of de uitoefening viain) het stemrecht in de gemeente niet meer is dan het uitspreken van het gevoelen van de leden der gemeente, door welke personen zi) begeeren, dat de gemeente geleid wordt, dan wel of in de stemming OOK eene medewerkin.'? aan de regeesring is opgesloten.

Het is, zooals wij vroeger in d'^n hreede hebben uiteengezet, niet tegen te spreken, dat de uitoefeningi van het stemrecht in het kerkelijke is medewerking , aan de regeering der gemeente. Het is zeker, dat do kerkeraad niet alleen rekent met de stem-'minR der gemeente, maar ook handelt naa|r de uitspraak der gemeente, en daaroni is de uitoefening , van het stemrecht bezwaarlijk in overeenstemming te brengen met de plaats van de vrouw bij de schepping gegeven.

Indien Zandvoort's kerkeraad echter het wenschelijk oordeelde, dat ook de vrouwen actief medewerkten aan de beroeping van predikanten, ouderlingen en diakenen, dan wai-e het in de orde geweest, dat zij deze zaak aan het oordeel der meerdere vergadeiingen had onderworpen.

Onze kerkorde spreekt over deze kwestie niet. Zij veronderstelt we! alleen het mannenkiesrecht, maar spreekt zich er niet nader over uit. Doch omdat de wij'ze van verkiezing van ambtsdragers behoort tot de zaken, die tot de generale regeling van het kerkelijke leven behooren, had Zandvdort's Kerk eerst het oordeel van de Generale Kerken 'moeten vragen.

Evenwol Zandvoort's Kerk geniet nu de twijfelachtige eer om door den schrijver van Gereformeerde zijde in de „? ï. Hott. Courant" gepre.«en te worden. „Van Zandvoort begint de victorie", zoo heft deze schrijver zijn lo'fzang aan. „Zandvoort zal de eerste Gereformeerde Kerk in den lande zijn, waar de zustets het kiesrecht hebben. Na deze eerste zullen ér allicht meer volgen, hoewel wij" voor ons den tijd nog. niet zoo nabij zien, dat in de Gereforrnoerde Kerken het vrouwenkiesrecht algemeen is ingevoerd.”

Het komt ons voor, dat eene jonge Kerk van ? 0 belijdende leden, niet op' deze vidjze had moeten handelen.

AIzoo is ide oonclnsie van beiden; 'dezelftie. Als Crereformieerden belijden we van-harte Se autonomie (zelfstandigheid) van de plaatselijk© keirfc. Maar tevens erkennen jwe-de noodzakelijkheid van het kerkverband.

Wij mogen niet vergetetn, dat de kerken niet alle dezelfde gaven hebben op-tvangen en dat zij' elkander met haar gaven willett dienen en door elkander gediemd wonden.

In giewichitiige .aanjgelegfeniheden moet dian ook op het oorded (der andere kerken woi"deln prijst gesteld.

En dat fm Itwee Kerkeln, beide juist klein in zielental, tot zoo'n belanjgrijkien stap besloten zonder consult te hebben g^ehonden toet de kerken, waarmee ze in verband leven, het is een independeptislisch vosje.

De strijd om de Schrift in Amerika.

Om nu nog leven de ziee over te steken en eens poolshoogte te nemen, hoe Jiet met onze broederen in Amerika gaat.

De poleniiek' van die zaak-Janssietn' is in vollen gang.

Zooals men weet 'woïdt prof. Jansöien tervaln aangeklaagd, dat hiji oip zijn colleges het Schriftgezag ondermijbt.

„De Wachter" geeft dit bölj'nopüje overzicht van deze historie;

In het schooljaar 1917—1918 kwamen aan de vier professoren voor het eei'st dingen teï oore, die hen met oingerustheid vervulden ten opzichte van het onderwijs van Pïrof. - Janssen. Aan de Curatoren-verga dering van het jaar 1918 deelden zp hiervan echter niets mede. Ze dachten, dat hel Curatorium eigener beweging iets zou doen. Toen daarvan echter niets kwam, en ze ook geen actie ve^rwachtten van de Curatoren-vergadering in 1919, meenden ze niet langer stii te mogen blij/en zitten. Daarom deelden ze aan het' Curatorium in 1919 mede wat hun ter oore gekomen wa, si, met het verzoek, dat het Curatorium een onderzoek ^zou instellen naar het onderwijs van Prof. Jaasse'.i.-Het resultaat was voor de vier professoren ©c.hteW onbevredigend, en ze besloten de zaak op de 'Svnode te brengen. Van dit hun plan deden ze aan het Curatorium mededeeling. Het Curatorium het hen daarop weten, dat het bereid was de zaak nogmaals in behandeling te nemen. D© vieii* professoipen namen daarmee genoegen. Maar ook de 'uitslag van de behandeling der zaak door het Curatorium in de Juni-vergadoring van het jaaï 1920, . bevredigde hen niet. Zij hebben toen de zaak in hooger beroep ter Synode gebracht. De Synode heeft toen de zaak in behandeling genomen, en de uitslag was, dat de Synode uitsprak, „dat hel der Synode niet is gebleken, dat Dr Janssen iets loert, dat onvereenigbaar is met de GerefoaSmeerde leer van de woordelijkB inspiratie deS Heilige Schrift en haar absoluut gezag ypK geloof, en leven". Ook Werden nog drie andere puntenl 'aangenomen, waarop we in een anden verband nog moeten terugkomen; maar het punt, 't welk We uit de Acta letterlijk afschreven, betreft 'het hart der zaak.

Maar ook door dit resultaat w-aren noch de vier professoren noch vele anderen gerustgesteld. 'D's H. Hoeksema was de eerste, die aan deze nog steeds bq' hem voortdurende ongerustheid pufbliek uiting gaf (In „the Banner"), en als groiud voor die nog niet iDij hem weggenomen onge» rusthöid deed hij mededeelingen uit aanteekenin; gen door studenten gemaakt van de lessen door PTof. Janssen gegeven. Meer dan één classiis nam de zaak nok opnieuw' in behandeling, ©n stelde een commissie aan om een onder^coek in te atellen' inaar het onderwijs van Prof. Janssen.

In één classis was de uitslag' van dit onderzoek dat do classis uitsprak, dat het onderwijs van Prof. Janssen aan onze School niet mag geduld worden, en dat hij van onze School dient verwgderd te werden Sommige classes vroegen om: een speciai'e vergadering van het Curatorium. En intusischen Werd reeds vastgesteld geen speciale Curatorenvergadering te houden.

Èr zijn er, die er van spreken onze Reik te zullen verlaten indien Dr .Janssen niet van onze 'School verwij'derd wordt. Anderen willen Ptof. Jansiteen handliavon. Velen zijn met hun oordeel nog niet klaar. In breeden kring heorscht "er ongoPistheid, en is het vertrouwen in onze School geschbkt. De actie voor het millioen dollar endowment fondsl lijdt hier reeds onder. Hier en daar werd ler reeds over gedacht zijn deel in den aanslag niet \'-betalen. Zoo - is thans de feiteliike toestaad onder ons.

Emerson.

En waar we hu toch in Amterika zij'n, interesiseert ons vanzelf, "wat Dr S. Eringa in „Stemmen des Tijdis" aangaamde 'een van Amerik'a's grootste zonen, den wijisgieer Emerson, opmerkt. Emerson was heiaas niet leen der onzen. Wel oefent hij; nog altijd islterfcen invloied'in sommige kringen in ons land. Velen voelen zich aan'getroklsen tot zijn individualisni'e', dat tot naturalisme en pantheïsme' leidde. Hier volgt het slot van Dr Eringa's artikel. Het is gesiüeld in die KollewijtaBche sp-elling, die', wat m'on op haax hebbe aan Ije merken, zeker geen onge„lik"ite sptellinjg kan genoemd.

Heel de persoonlikheid van deze dichter-wijsgeer kenmerkt izic'h door een sterk sprekend individualisme, dat 'eigen intuïtie als de kenbroni der waxe wijsheid, de weg tot bet absolute, de enige regel voor leven en wandel, de broa der echt-dicbterlike inspiratie beschouwt. De absolute waarheid, de volkomen igelijkheid tussen het kennend ik en het voorwerp izijner kennis wordt iniderdaad in ons zelve gievonden. „Niemand toeint de mens dan de geest des mensen die in hem is." Maar wie langs deze weg ook tracht door te dringen in bet absolute buiten ons, loopt gevaar zich met de Godheid te veroemzielviigien, miskent de realiteit der dingen, en' vervalt tot pantheïstische dromerij. De wetenschap, maar dian tot de juiste verhoudingen teruggebracht, kan ons een duidelik begri-P geven van de waarneembare wereld, waarvan izij de wetten kan üitvorsen. Al wat daiaracMer ligt, dei onstoöelike oorizaken der dingen, de O'orspromig der' gedachte in het onbewuste .zieleleven, en krachten, die onsUedelik bestaan leiden en drageui zullen 'door geen denkend verstand of innerlik aan-voielen worden geweten. Slechts Goddelike openbari'Uig kan ons verduisterd verstand de poorten openen tot de kennis der eeuwige .werkelikhedeo en ons de weg wijizen tot ware iheiligiheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-ScHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's