GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Internationale Zendings-raad.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Internationale Zendings-raad.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Een vorig maal hebben wij kort de historische wording van den I. Z. R. nagegaan, en tevens op zijn grondslag en doel gewezen. Nu willen wij eonige van zijn gewichtigste besluiten de reviie laten passeeren.

Op deze internationale bijeenkomst werd Duilschland gemist. Wel was op de vergadering van Crans waarover wij in ons eerste artikel spraken, aan Duitschland de broederband toegesLofcen en ook aanvaard, maar daarmee waren de beletselen voor een innige samenwerking nog niet uit den weg geruimd. Het valt niet te ontkennen, dat aan de Diütsche zending groot onrecht is aangedaan door do geallieerde mogendheden; en al mogen wij niet de reg? ieringen met de zendingscorporaties vereenzelvigen, loich was in de hitte van den strijd ook van de zijde der zending niet altijd recht gehandeld. Daarbij, aan Duitscihland zijn zoo goed als al zijn zendingsvelden ontnomen; het staat im onder de zendingdrijvende volk^ geheel achteraan. En zoo was het wel Ie begrijpen, dat Diiitschland geen gedelegeerde naar de vergadering te L-ake Mohonk zenden kon.

Men heeft niet nagelaten zijn spijt over de afwezigheid der Duitschers uit te drukken. Trouwens, het is algemieen bekend, dat in het zendingswerk de Duitsche broeders een zeer belangrijk element vertegenwoordigen; en daarom viel ihet te meer te betreuren, dat zij hun stem in den Raad niet konden doen hooren. Uit helt verslag der vergadering in het Allg. Miss. Zeitschrift blijkt, ' hoe gewenscht het geweest was, dat de Duitsche stem was gehoord.

Van het eigensoortige van den DuLtsoliieln arbeid in de zending heeft op de 25ste 'Algemieene Zend. Conf. Dr Gunning een enkel woord geziegd. Hij wees allereerst op de organisatie van het werk op het arbeidsveld met deze woorden: „Ik denk daarbij allermeest aan de wijze, waarop de Inlandsche kerk door hen wordt ingericht. Reeds in 1882, toen de zending onder de Bataks ruim twintig jaren oud was, heeft men daar een kerkorde ontworpen, die aan de Inlanders zekere bevoegdheden gaf in het bestuur hunner kerkelijke aangelegenheden. In verband daarmee heeft men meer dan elders aandacht gewijd aan het zelfonderhoud der gemeenten." Het schijnt wel, dat do Duitschers niet consequent op deze lijn zijn doorgegaan; men leze het oordeel van wijlen Ds Dijkstra in De Macedoniër van Januari in zijn „Uit mijn camera".

In de tweede plaats dacht Dr Gunning aan de organisatie van het werk der zendelingen. „Ik weet wel, diat de aansteilling van een Ephorus in onze toestanden niet past, maar ik aarzel niet te verklaren, dal do uitdrukking „Souvereiniteil in eigen kring" vaak is een mooi woord voor een leelijke zaak, en menigmaal synoniem is met de souvereiniteit van het eigen ik." Er ware nog meer hierover te zeggen, maar wij willen niet te uitvoerig worden. Het gezegde is genoeg, om ook om. deze redenen de afwezigheid der Duitsobers te betreuren.

Men heeft anders wel moeite gedaan, de Duitschers : ie bewegen, naar Lake Mohonis: te gaan. De beide secretarissen. Mr Oldham en Mr Warnshnis, zijn er expres voor naar-Berlijn gereisd, nadat de pogingen van Nederland en anderen mislukt v.'aren, maar het mocht niet baten. In het gebod op de vergadering van den Raad werd de Duitsche zending nu uitdrukkelijk herdacht, - ien treffend was, dat vooral de Fransche gedelegeerde vurig voor die zending bad.

Doch het motto was: bidden en werken. Breed werd de zaak der Duitsche zending behandeld in een sub-commissie, waarvan Dr Baron Van Boet-"zelaer van Dubbeldam, de eenige Nederlandsche gedelegeerde, het voorzitterschap bekt'eedde. Het is wel zeker, dat het slagen van dit teere punt vooral aan zijn leiding te danken is, waarvoior ook wij hem dankbaar zijn. Voor de eenheid der christenheid, en der christelijke zending was het noodzakelijk, dat de breuk hersteld wterd, en deze is nu hersteld.

De R_a, ad nam eenige resoluties aan met alle stemmen, waarin o.a. do noodzakelijkheid werd uitgesproken van het streven, om aan de Duitsche zendingscorporaties toe te staan het groote onbaatzuchtige werk, dat zij in de geallieerde landen voor 1914 verrichtten, weer op te vatten. Tegelijkertijd echter werd er met nadruk op' gewezen, dat. bijna iedere vooruitslrevénde zendingscorporatie bezig was nieuwe rechten toe te staan aan de christelijke gezelschappen in het .Oosten, en dat de tijden van den patriarchaten toiastand tot het verleden behoorden. Ook constateerde de vergadering uitdrukkelijk, dat er niet de minste grond geweest was voor het schandelijke geroep tijdens den oorlog, alsof de Duitsche zendelingen zich aan verraad zouden hebben schuldig gemaakt eh alzoo zelf de oorzaak geweest waren van hun verbanning.

Vooral dit punt is van het grootste belang. Er waren te Lake Mohonk 65 mannen en vrouwen bijeen, waarvan de grootste m'eierderheid behoorde tot landen, waarmede Duitschland gestreden had. Daarbij waren zij' eveneens voor hleit grootste deel zendingsspecialiteiten, menschen, die met het zendingswerk van nabij beke..i waren of er zelf geheel in leefden. Zij waren das wel tot oordeelen bevoegd. En zie, dezië allen getuigden unaniem, zonder dat ook maar één een tegenovergesteld standpunt innam, dat er van al die schandelijke beschuldigingen niets waars was, en de Duitsche zendelingen, in het algemeen. genotaien, zich correct in de hun vreemde landen hadden gedragen. Dat is toch wel een eerherstel voor onze Duitsche broeders en zusters!

En om de maat vol te meten, werd aan hel slot de uitdrukkelijke hoop uitgesproken, dat, ook in het belang der zaak van alle anderen, de gedelegeerden van het groote Vaderland der protestantsche zending op de-volgende vergadering van den Raa.d aanwezig zouden kuimen zijn. En wat zeer opmerkelijk was, was het feit, dat Monsieiir Daniël Co'uvé van het Parijscihe zendingsigenootschap wel 'het meest kras dit als zijn wensch uitsprak! Dat is de triumf der christelijke liefde.

Om het gewicht der zaak geven we de aangenomen resoluties, , al hebben deze ook reeds in andere bladen gestaan.

Geloovende, dat de uitsluiliag van Duilsche zendelingen van vele zendingsvelden grootelijks 't geestelijk leven van Duitschland schaadt, door «jen uiting van geestelijk leven te verhinderen; dat zij' internationale geestelijke gemeenschapsbanden verzwakt: dat zij niel-christelijke volkeren berooft van beschikbare hulp; dat zij de ontwikkeling van blijvende vriendschapsbetoekkingen tussdien de natiën vertraagt; en verder, dat het doen voortbestaan van de bedoelde beperkende bepalingen het beginsel der god& dienstvrijh]e4d, dait een levensbeginsel der kerk is, in gevaar brengt, — geeft de Internationale Zendingsraa'd als zijn . overtuiging te kennen, dat de wonden, door den oorlog geslagen, niet ten volle kunnen worden geheeld, voordat de weg ^ voor de Duitsche zendelingen weder geopend wordt, om hun zendingswerk te hervatten.

Onder aanneming van deze algemeene beginselen besluit do Raad verder:

a. dat de Raad, oifsahoon dankbaar voor het succes van de pogingen, van zendingszijde aangewend om de Duitsche zending in bepaalde gebieden te herstellen, overtuigd is, dat met betrek-Idng toit veel uitgestrekter gebieden de sterkste en meest volhardende 'krachtsinspanning noodig, zal zijn, om de wegneming of wij'ziging , te verkrijgen van de bepalingen, waarbij Duitsche zendelingen daarvan worden uitgesloten, en daarcwn elein beroep doet op de nationale zendingsorganisaties en genoiotsc'happen van die landen, waarvan de regeering zendelingen, op grond van hun nationaliteit, uitsluiten, om uit te vorscihen, welke stappen er kunnen gedaan worden om den terugkeer van de Duitsche zendelingen 'en ziendingscorporaties. tot hun oude .velden zoo spoedig mogelijk te verkrijgen, rekening houdende in alle gevallen met de politieke noï> dwendigheden im ieder afzonderlijk zen dings veld;

b. dat, aangezien er sedert 1914 radicale veranderingen gekomen zijn in de politieke formatie van vele landen, alsoiok in de mate van vrij'heid, die thans erkend wordt aan de Inlandsche kerken rechtens toe te komen, zoo gelooft de Raad, dat het doel onder a. vermeld, alleen bereikt kan worden, indien de terugkomiende zendelingen be-

reid zijn samen te werken met de plaatselijke .legeeringen en miet den nieuwen geest, di© de verlio^iding van Westersche zendelingen tot de ohrisielijke kerken van ieder aizonderlijk zendingsveld, begint te kenmerken;

c. dat waar Duitscjie zendingsvelden, 'teneinde tegemoet te komen aan den noodtoestand door tien oorlog geschapen, door niét-Duitsche zendingscorpora[ies bezet zijtt, deze beSietting als een' voorloopige moet bescihouwd worden en de eindoplossing moet bereikt worden ' door vriendschappelijk overleg tiissclhen. de oorspronkieilijk daar arbfeidende 'coreoratie en de. plaatselijke kerken; ^

d. dat met betrekking tot openlijka bescihuldigingen, geuit tegen de DiuiLsïhie zending, deze Raad als zijn meening te kennen geeft, dat zooveel hij dit heeft kunnen nagaan, de uitsluiting van geallieerd gebied toe te schrijven was aan algemeene politieke overwegingen; vieïder, dat 'deze Raad, hoewel niet .de plaats innemende van een rechtbank, tot zijn beschikking heeft een grooiLfe nienigte bewijsmateriaal betreffende de, landen, waax Daitsche zendelingen werkzaam waren, en dat hij', dit materiaal overziende, overtuigd is, dat algemeen gesproken de-Duitsche zendelingen, werkende onder de vlag van andere natiën, zich niet hebben schuldig gemaakt aan onloyale handelingen of aan pogingen om de bevolking .van die gebieden tot ontrouw iian hun regeeringen aan te zietten, en dat, zoo er ergens uitzonderingen voorkwamjen, deze niet iff overeenstemming waren mfet het zendingsheleid der Duitsche corporaties;

e. dat de Raad, telkens weder zich bewust van het verlies, veroorzaakt door de afwezigheid van vertegenwoordigers der Duitsche zending en zich herinnerend, hoe lang - en onbaatzuchtig de christenen in Duitsehla.nd gewerkt hebbien aan de verbreiding van het Evangelie in de wereld, en hoe. degelijk zij de ' O'pvoeding en verzorging van f.hristen-gemeenten op het. zendingsveld bevorderd hebben, zoowel zijn innige deelneming uitspreekt met hen, wanneer zij lijden onder de knotting van haar zendingsarbeid, als ook zijn hoop, dat zijn 'volgende vergadering weder het voorreaht zal genieten, partij te kunnen trekken van die zendingservaring en kracht van christelijke persoonlijkheid, .waaraan vrcegere zendingsbijieenkom'sten zooveel te danken hadden."

Wij hebben er niets meer aan toe te voegen. De vraag blijft nog te beantwoorden, hoe deze •uitspraken in Duitschland worden opgenomen. Prof. Dr Richter, redacteur van het „AUg. Miss. Zeiitsehrift", verklaart, dat „ze alle billijke vierwaehtingen bevredigen"; meer is niet noiodig. jMoge nu de Heere' den arbeid der aangeduide zendingscorporaties en van den Raad zelf zegenen, ook ten behoeve van de .allerwege uitgesloten Duitsche zending.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Internationale Zendings-raad.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's