GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over Bolland.

De slroiom van artikelen O'Ver Bolland' verbreedt zich nog aldoor.

Er vall niet aan te denken, ze te' schouwen. Ik pik er hier en daar m, aar een uit.

Dr J. van der Valk toekent in „De Ster" Prof. Bolland als redenaar.

En als elke geboren, niet geschoolde redenaar, boeide hij van 't begin tot bet - eind. Geen wooiid ging ongehoord telooïr. En ho© verder hij afdwaalde van zijn tekst, hoe mteer hij zichzelf werd, des to interessanter werd hij om aan te hooren.

Want hij wa, s een piersoonlijkheid. Hij was iets eigens. Hij mas ©en iemand, en ©en buitengewoon iemand. En zoo'n man trekt aUen aan, die ook geen kuddedier willen zijn.

Hij miste datgene, wat elke.-redenaar missen moet, het Vervelende. Vervelend - was hij nooit. De moeilijkste en droogste onderwerpen, zooals de beg'rip'sleer der logica, wist hij smakelijk te maken. Ik zie hem nog betoogen het verband tusschen de twee beg'^ppen waaruit het oordeel Aviordt saamgesteld. De roos is rood, als' hij dit zeide om de valschheid van dit oordeel te bewijzen, dan zag men in zijn linkerhand de roos als 't war© voorzichtig vastgehouden O'm door de doornen niet to steken, en daarna kwam de open palm der rechter om aan te duiden: nu komt er een ander, andersgeaard begripi: rood.

En al placht ik te zeggen, wanneer ik mij soms verontschuldigde aan de Vergaderziekte ditmaal niet mee te kunnen doen, dat ik Jiaar BoUands „kermis 'der zuivere rede" moest, toch zal zijn '.redenaarstalent mij bijblijven als iets zeldzaam oo'rspronkelijks. Waarom? Omdat, ©n reeds Ciceroi ervoer dit, het redenaarstalent, ik bedoel niet het schoolsche zeurtal'ent, maal' het echt©, pakkende, geen moment loslatend© redenaai'stalent recht evenredig is met 'het denktalent en de denkexeicitie. ï)e (hoorder luistert, omdat hij weet, dat daar een man spreekt, die lang 'dacht vóór hij sprak.

En om BoUand te kunnen begrijpen als hi| schreef, daartoe was ©en gereed© weg hem te hooren wanneer bij sprak.

Wie Bolland zien wil, moet hem hooiren, zou Vondel gezegd hebben.

En als men hem begfrepten heeft, lacht mlen oto' de zotteklap Van Jieden, die zijn uitspraken belachelijk maken omdat deze door den zotten zeg'S' man niet begrepen zijn. Wanneer eèn oningewijde

in de meetkunde hoort zeggen: d© som der kwadraten op de katbaten is gelijk aan het kwadraat op de hvpotenusa, en die oningewijde staat daar kaaksgaaps over te brullen, dan is die lachebek eenvoudig voor Gen wiskundige belachelijk.

Wijsbegeerte kan de ©erate do besto nu eenmaal niet Van 't blad leaen. Dlit veHeisteht langdurige en ernstige studie, veel ernstiger en langduriger dan bijvoorbeeld van het Latijn.

En - wie lacht om een Latijnscbe spireuk, die hij niet begrijpt? , ^ , -

Alleen de zot en de man van de straat, die meent, dat alwat hij niet beg-rijpt, onzin is. _

De onvergankelijke verdienste van Bolland is, dat hij fde gedachten van Hegel in een Hollandsch heeft verwoord, zooials dat vóór hem oip verre na niet was 'geschied. De beteekenis van Bolland ligt raijns inziens op het töifein waarvoor hij was' opgeleid. Immers (fan aanleg en aanvangsstudia was hij taalkundige, en in onze taal heeft hij, buitengewoon artistiek technisch verldankt de gedachten van den wijsgeer Hegel, den philosoof van de antithese, die evenals diens voorganger, de oude Griek van vijfhonderd voor onze jaartelling, er groot op ging, in navolging van „den lieer, die het oralcel te lUeipihi heeft", niets te zeggen en niets, te verzwijgen, doch slechts .xan te duiden.

Dit laatste bedenke ieder, die Bolland beschuldigen zou willen vaji duisteTheid. Wa, nt daarnaar sb'eefde juist Bolland. Hij. zou het een beleediging gevonden hebben voor zijne - wijze van pihilosopheeren, - wanneer de eerste de beste hem had kunnen volgen *en ten volle begrijpl& n. Ook daaïin staat hij op dezelfde üja .als de Romantiek, die bij monde van Novalis verklaarde, dat X»ëzie niet geschreven werd om zijn gedachten duidelij, k luit te drukken, en ook das op, dezelfde lijn als de tachtigörs, die in hun vuistje lachten, immers daardoor zagen hmi doel niet voorbijge-• schoten te iiebben, wanneer Jan Publiek verklaarde niets van „dien onzin" te begrij'pen. Evenals een kubist het gevoel zou hebben van het af .te leggen wanneer iedör kijker zijn schUde'rij zou 'zeggen te begrijpen, evenzeer was het koren op den molen van Bolland als men hem „duister" noemde. \V.ant wa3 dit niet zijn streven? Wilde hij niet denzelfden titel van den „duisterling" vër'werven, welken zijn groote voocgange* He'raclitus verwierf, [die niet wenschte te zeggen, doch slechts aan te duiden? Wanneer Hegel betuigde, alle uitspiraken van Heraclitus 'in zijn systeem overgenomen te hebben, welnu. Bolland wilde hetzelfde als zijn meestör Hegel. Zij schreven niet voor de keuken en voor de straat en voor Jan Publiek. Dus duisterheid aanvaardde Bolland, hetzij dan van uw standpunt te Hecht of ten onrechte, niet als blaam maar als de lof der faam.

Dezelfde oorzaak hoeft Bollands scheldtalent.

Geven we nu het w.oiord aan een der eersta len aanhankelijkste •discipelen van Bolland^ Dr G. A. van den Bergh van Eijsinga. Hij herdenkt ; 5ijn ber Dieesier in „De Hervorming" aldus:

Nu liet leven is afgesloten van hem, wiens biografie ik indertijd in de Mannen ©n Vrouwen van Beteekenis gaf, plaats ik hier op verzoek van de Piedactie van Die'Hervor ming een kort In memoriam.

Mijne gedachten gaan terug allermeest naar de persoonlijke berinneringen van den eersten tijd onzer kennismaking. Het was 20 Sopt. ISgO-, den dag na 'zijne intrede te Leiden, dat ik Bolland het eerst bezocht en de grondslag werd gelegd voor • eene Vriendschappelijke verhouding, die zeer bij, zonder, heeft bijgedragen tot mijne • vorming. Drie jaren lang volgde ik al zijne lessen en was van nabij getuige van de interessante periode in zijn leven, toen hij zich losmaakte van Von HaPtmann en in Hegel diens meerdere ontdekte.

Mijn Leidschen studietijd leindigde ik als gast in zijne woning; terwijl hij mij in niijlne «aerste piastorie de eer aandeed van een bezoek. Schreef hij mij, bij gelegenheid van mijn huwelijk met ©en zijner dankbaarste leerlingen, dat deze verbintenis hem uitei'mate zeer verheugde', ik had later het weemoedige vodruecht. hem te miogen troosten aan het graf zijner Klaaina Harmanna, van wie de . opdracht in Zuiver© Rede getuigt, dat zij „getrouw Thad' geschraagd"^ dat zonder haar „de kracht voorheen ware bezweken". Met haar dood is zijne kracht zooal iiiet bezweken dan toch geknakt.

„Als ik omval, zal het nacht zijn". Wie zijneï trouwe hoorders (heeft dat woiofcd niet meer dan eens uit zijn mond gehoord? Op buitenstaanders, tot wie de'rgelijke uitspraken gemakkelijker doordrongen dan 's mans voldragen wijsheid, moest het den ind'ru, k fmaken van gUenzenlooze aanmatiging. Toch is 'Bolland niet behept geweest met de alledaagsche geleeï'den-ijdelheid, die ons in kleiaeren dan Bolland zoo tragi-komisch kan aandoen. Zelfbewust, dat was hij, en degenen, die inderdaad geprofiteerd hebben van zijn onderricht en op hun speciaal gebied het van hem geleerde trachten toe te passen, vonden dat besef van ©igenwaa'rde in hem 'nooit hinderlijk. Met gewone maat kon men hem iiiet mieten, en 1vie dat beproefde verloor de verhoudingen uit het oog. Daarmee hingen dan samen „les défauts de ses qualités", die vooï vreemden en vïiendett^éin; : dikwijls niet gemakkelijk deden zijn.

Zijne laatste publicatie. De Teekenen des Tij ds, heelt heel wat ergernis gewekt; wie Bolland het best kenden, hebben in de meest opzienbarende passages daarvan den natuurlijken mensch Bolland en niet den Wijze gevonden. Was het hen niet eene uitstalling van al datgene, wat zij in den loop der jaren op colleges en in particulier gesprek en passant als boutade en uitval van een in an vol temperament geduldig en glimlachend hadden aangehoord, en dat zij volgaarne op den koop toe namen, bij den rijkdom van gedachte en de diepte van inzicht, waarmede hij hen aldoor begiftigde? Wie door den Redemeester de Logica had leeren doordenken, gevoelde zich levenslang aan hem verplicht en verdi-oeg .zijn© menschelijke eenzijdigheden, in het volle besef, dat van één, al was het nog aoo'n groote, niet alles te verlangen viel. De groote menigte kreeg ten slotte enkel die boutades en uitvallen te lezen, — Zuivere Rede, dair kon zij niet bij, — en dat Bolland nog' - wiel iets anders kon berijden dan stokpaardjes': wilde, moeilijk te temmen raspaarden, daarvan • had zij niet het flauwste hegrip!. Wie hem beter kenden wisten wel waar 'zijne kracht lag. Onontwikkeld was zijn kunstsmaak, als hij bij. wijze van staaltje van poëzie: ., Du bist wie eine Blume" citeerde en den roman qualificeerde als „lectuur voor de ridders van de el". Gebrekkig was zijn kijk op de sociale kwestie, als hij met het machtwodrd van „het irand, dat maar één biefstuk heeft" het streven naar eene rechtvaardiger samenleving meende te kunnen afmalcen.

Als geleerde, man van de studeerkamer en van de academische leerzaal, waar hij onweersproken bleef, 'Stond hij buiten het werkelijke leven en kon de toepassing van zijne redeleer op de werkelijkheid niet andeïis dan onbevredigend uitvallen voor 'geesten, die de teekene'n des tijds beter hadden waargenomen dan hij. En toch konden dezen zelfs uit Bqlland's meest eenzijdige, en dat wil naar diens eigen maatstaf zeggen gebreki kigste, werk nog altijd meel-leeren dan uit .de onwijsgeerige Wietenschappelijkheid van anderen. Zijne ont'wikkeling van de kategorieën der Samenleving, van het Recht, van de Kunst was hun eene openbaring en deed de natuurlijke beperktheid van den mensch Vergeten voor de ruimte en wijdheid der Idee, die door dezen mond sprak.

En hij eindigt:

De allermeesten hebben niet eens willen luisteren naar zijne rede, omdat die hard was ©n hunne geestelijke gemakzucht niet spaarde. Slaafs'che volgelingen heeft hij. ook gehad; zijne oopieën tot ïn woordgebruik en k-winkslag en handschrift toe; veel ergernis door den grooten man gewekt, kamt voor rekening van deze onzelfstandigen, die hij in stilte moet veracht hebben. Bij zijn graf zegenen eenige weinigen zijne nagedachtenis als die van een, in en door - wiei de echte, onvervalscht© vrijzinnigheid herleefde: kritisch en speculatief tegelijk. Als weinigen is hij bezield ge-weest met den hartstocht voor de ware werkelijkheid, voor de werkelijke waarheid.

Hij is gevallen - en het i s nacht. Maar lichtpunten, door hem ontstoken, geven voor de toekomst hoop. Eerst langzamerhand zal blijken, hoe de geest van 'dien geleerden denker als eene stille kracht op 'zijn tijd heeft ingewerkt.

Dr Gerard Brom geeft jn „De Beiaard" deze schelts:

„De opgang van Bolland, als autodidact dooir de gildebroeders wantrouwend ontvangen, was ©en begrijpelik succes. Waar aanleiding van zijn njerste optreden in Leiden voorspelde zijn Groningse ambtgenoot, dat hij nooit o, ud zou worden, want hijl' w.as fris, geestdriftig en vol zelfvertrouwen, drie eigenschappen, , dacht ieen student erbij, die bij .professoren en vooral bij filozofen erg zeldzaam ; *; ijn. Een W'ijsgeer was bij 't al te gezond verstand van ons nuchter volk ©ven ongewoon als een redenaar, maar een 'W'elspirefcend denker buiten Kuyper beslist ongehoord. De •vulkanise voordracht van zo'n onprofessoraal hoogleraar, die met een sprong op het academies toneel versdheen, om het jnet reuzestappen te beheersen, bleek des te verrassender, omdat hij met logica, zijn spiraakleer van de we; tenschap, begon. Plasties en drasties gooide hij tussen zijn geheimtaal een kras Hollands, dat als een paukeslag 'pakte, of onderbralc zijn zalvende spreuken met leen pittige scheldpartij. Dat was hoegenaamd geen Vallen uit de rol bij deze antigiroletariese plebejer, di'e zijn eenheid van tegendelen levend belichaamde. Niet de dialectiek van zijn intellect, maai' Üe retoriek van zijn onwijsgerig temperament, niet zijn mlentajiteit maar zijn vitaliteit maakte imnietfs zoveel indi'uk. Ondoordacht liep de ^ougd 'een luidnxchtige propaganda tegemoet, want de jeugd - wil in sformaanvaUen veroverd worden, gaat'het stül© klar© licht voorbij en vliegt • op het Echit'tielrend'6, verblindende af. Die felle Bolland Wierkte met „vuisten 'cn fascineerende oogen" vuuroogen boven leen bijtmond, waarmee hij sch'een te tarten: kom 'maaï op! In zo'n 'stemtoing had een redevoering — lelke les imraers was er ©en — van hem soms „miet zuivere redeleer bitter weinig te maken". Des te sterker trok hij gevoelige personen en kunstenaars aan, want, hoe grof zijn eigen - wansmaak ook mocht wezen, zijn spireken op zichzelf gaf kunstgenot. In de kille rust van geleerden bracht hij gloed en gang. Zijn uitbarstingen waren 'een natuurfenomeen, zijn wendingen, die de heilige „'drieslag" zo boeiend toepasten, een kleurespel: hij 'overdreef, maar overstelpte en overweldigde. De faam van zijn ongevoeligheid vooir het schone 'dineef hem tot ©en cursus over schoonheidsleer; en nauweliks had hij de burgerij met zijn ontleding van Bijbel en Eerk vervolgd, of hij geitrde met 'een tale Kanaans, waartegen geen zendeling op kon. Het zwak van Potgieter voor Opzoomer en - dat van Van Dieyssel voor Bolland, die zich tot de senaat Ji'set te verhouden als ©en vii'tuoos tot leen dorpisfanfare, illustreeren dat uiterlik effekt. Het gehametjde van zijn taal, het verzekerde van zijn toon, het bezielde van zijn blik, het gaf hem iets dichterlijks, zoals Huet het zag in Schotten, waairVan hij de dogmatiek een eposi noemde. Wie weet, vergelijkt ©en vereerder Holland's voordracht wei lOoit met een symfonie."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's