GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vlaamsch koren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vlaamsch koren.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

V. Iets uit de geschiedenis der Ylaamsche letterkunde.

Aan het slot van m'n vorig artikel verwees ik' naar de historie der Vlaamsche letterkunde, naax aanleiding van de critiek, die 'Klarèl van den Oever maakt op het idyllische Vlaamsche proza.

Tegenover zijn bewering, dat deze „gemaniereerde" kunst voorbestemd is om. te verdwijnen, stelde ik de feiten, die ons de geschiedenis aan de hand doet, en die juist het omgekeerde bewijzen Immers zijn de idyllische geschriften, die de Vlaamsche kunst heeft opgeleverd, staande gebleven* onder al de evoluties die deze heeft doorgemaakt en dus is "er voor een profetie als die van Karel van den Oever al heel weinig histoTische grond.

Het beroep, dat ik in dezen op de geschiedenis er Vlaamsche literatuur meende te moeten doen, eed mij de wenschelijkheid gevoelen, iets naders ienaanigaande te zeggen. En, wijl dit voortvloeit it het verband van m'n vorig artikel, voeg ik ulks in dit eerstvolgend stuk maar direct daai-aaii oe Ik bedoel echter niet een overzicht te geven an de historie der Vlaamsche letterkunde, want zelfs bij de strengste beperking zou dit toch meer ruimte vorderen, dan een artikel uiteraard biedt. En het zou ook onnoodige moeite zijn, waar elk goed handboek voor de literatuurgeschiedenis zulk een overzicht geeft en ons bovendien treffelijke boekjes als: Eug. de Bock, „Overzicht der \1aamsche letterkunde", en Maurits Sabbe „Het proza in de Vlaamsche letterkunde" ten dienste staan. Wie onder de lezers dus historisch materiaal wenscht te verzamelen, kan ik naar deze geschriften verwijzen.

Mijn bedoeling is op het histonsoh gebeuren de aandacht te vestigen, omdat de kennis daarvan, zelfs al is die m-aai oppervlakkig, de waarde van de Vlaamsche kunst voor ons ten zeerste vergroot. Want, behalve dat er zooveel in den geest en de productie dezer Vlaamsche literatuur is dat ons bekoort en onze waardeering heeft, is ook haar historie een biand, een band der liefde, die ons aan haar verbindt.

Immers, de geschiedenis der Vlaamsche letterkunde is een lijdensgeschiedenis. Vl^ant nu al bijna honderd jaar lang vertelt ze van smaad, aöhteruitzetti^g, grievende bejegening, van lijden, als gevolgen van den strijd om de erkenning, de rechtsgelijkheid van het Vlaamsch, of ruimer, van het Wederlandsch. Deze „taalstrijd" is de voornaamste openbaring van wat we gewoonlijk noemen de Vlaamsche beweging", het streven naar gelijkheid in rechten voor de Vlaamsche minderheid van het Beligisdhe volk. Er is immers geen nauwer band, geen hechter element van eenheid dan de taal en zoo is de strijd voor de eigen Vlaamsche taal het middelpunt geworden van heel deze beweging. En door allerlei bijkomstigheden en kleinmenschelijke plagerijen zijn de verhoudingen steeds scherper geworden; maar juist daardoor groeide het eenheidsbesef bij de minderheid en werd de taalstrijd een zaak van geheel het Vlaamsdie volk. Begonnen als verzet van den enkeling tegen de ontkrachting, de verfransching van taal en zeden, is deze taalstrijd gaandeweg ©en algemeene, straks zelfs een politieke quaestie geworden en zoo is de geschiedenis der Vlaamsch'e letterkunde een historie van vallen en weer opstaan, van verliezen en herwinnen, in één woord, een lijdensgeschiedenis.

In zijn huldigen vorm begint de taalstrijd rond het jaar 1830, als het Belgische volk zich losscheurt van Nederland en in opgezweept nationalisme ook de Nederiandsche taal vertrappen wil, waartegen dan een kleine kern, geschaard rond d^ moedigen voortrekker Jan Frans Willemsz, zich verzet.

Maar de tegenstelling Waalsch-Vlaamsch is veel ouder. Al in de vroege middeleeuwen staan „Leliaerts" (d.i. het verfranschte element) tegenover , iKlauwaerts", (de Vlamingen) en in den beroemden „Sporensla, g" van 1302 bevecht de Vlaamsche leeuw zijn schoonste triomf. Het gaat dan om' een politieke zaak, maar sinds dezen Hen Juli 1302 is het Vlaamsche recht veel m'eer dan een politieke, is liet een volkszaak, een quaestie van beginsel geworden. Nog altijd viert men in Vlaanderen den Hen Juli een demonstratief Vlaamsch feest, en aan den voet van het grootsche standbeeld der helden van 1302, Breidel en de Conine, op de historische „Groote Markt" te Brugge, hernieuwt •het Vlaamsche volk telken jare zijn belofte van trouw aan de Vlaamsche zaak.

Natuurlijk is op de geweldige geestdrift-spanning van 1302 'terugslag gevolgd. Er komen zelfs in de navolgende eeuwen perioden, dat het vuur schijnt gebluscht en vooral de geschiedenis der letterkunde gaat diep omlaag. Als Noord-Nederland zijn gouden eeuw beleeft en de Noord-Nederiandsche letterkunde haar grootste hoogte bereikt, ligt het zuiden verlamd en schijnt alle Uterair leven dood. Er is dan ook geen actie, die reactie wekt, er is geen spanning door druk en dus ook geen kracht, die uit de spanning ontstaat.

Die komt na 1830, als de vijandschap tegen al w]at Nederiandscih is vooral zich richt tegen de taal en het durven pleiten voor de eere van die taal gestraft wordt van hoogerhand met achteruitzetting en vermindering in miaatschappelijken welstand. Ge begrijpt, dat ik hier doel op den straks reeds genoemden Jan Frans Willemsz, die, rijksambtenaar van positie te Antwerpen, om z'n bemoei'ingen voor de taal van het gehate noorden, overgeplaatst, verbannen wordt naar een klein dorpje en alzoo martelaar wordt. Maar juist door deze 13 grievende bejegening spannen zich al Willemsz' eigenschappen sterker en reeds na enkele jaren moet men hem wel weer in eere herstellen, althans eenigszins, en hem Gent als standplaats aanwijzen, waar hij onmiddellijk de bezielende leider is van een groep medestanders, die na zijn dood (in 1846) zijn levenswerk voortzetten.

Maar de tegenstand wordt óók sterker, vooral van de zijde der franschgezinde regeering en zoo wordt de Vlaamsche zaak steeds meer een strijdquaestie: de onderdrukte minderheid wordt zieh al duidelijker van haar goed recht bewust en de meerdere dw, angmaatregelen, die daarvan weer het gevolg zijn, doen allerwege de sympathie voor de beweging groeien. Men weet hoe mannen als Gezelle, Verriest, eenigszins ook Conscience zijn achteruitgezet en hoe vooral een teere ziel als Gezelle, die geen strijder was, telkens werd getroffen in wat hem zoo lief was, z'n onderwijs in Jiet Nederiandsch.

Doch door dit alles wordt hun zaak juist de volkszaak, want men begint te zien, dat de smaad, hun aanjgedaan, is een beleediging van de Vlaamsche volksziel, die uit hun werken zoo duidelijk spreekt. En daardoor verbreidt zich de beweging, over 't Vlaamsche land langs al de wegen en „wegeltjes", waarlangs reeds het idyllische proza van Conscience, Vrouwe Courtmans, de Gezusters Loveling, en het typisch Vlaamsche dichtwerk van Jan van Beers, Diautzenberg, vooral van den grooten Gezelle, z'n pad gevonden heeft naar de huizen en harten van het volk. .

In de groote steden intussöhen, waar het leven sterker wielt en de verhoudingen gansch anders zijn dan op (het platteland, is de beweging gegrepen door de drijfriemen van bet socialisme en ze wordt rondgeslingierd zoolang, tot de eerste kracht van het nieuwe stelsel wat is uitgewerkt. Maar dan is ze verminkt en misvormd; allerlei, dikwijls haU begrepen, ideeën omtrent m, iaatsohappelijke, sociale, wijsgeerige begrippen mengen zieh er door; er komen tijdschriften, die weer door eigen vuur worden verteerd; de strijdkrachten raten versnipperd en richten zich zelfs tegen elkaar. Niet meer de Vlaamsche geest domineert, maar de klassegeest en de eigenlijke, de oorspronkelijke beweging blijft alleen onder de eenvoudigen haar aanhang vinden, maar ze komt daar niet verder, - tenminste uiterlijk niet. ..

Tot ineens, na een langen tijd van zwijgen, Gezelle weer optreedt en te voorschijn komt met zijn mooiste, rijpste werk, en spoedig na heni, z'n neef Stijn Streuvels met z'n eerste dorpsschetsen begint, die al heel spoedig uitgroeien tot novellen en grootere verhalen van het idyllisch soort, waarin de echte Vlaamsche geest weer in het middelpunt staat. En dan, fis het overal uitbottende nieuwe leven in de lente, openbaart zich vrijwel tegelijkertijd weer bij meerdere schrijvers dezelfde geest: ze komen allen met idyllisch proza, Buysse, Sabbe, Timmerimans, Thiry en in zeer korten tijd is het frissche, fleurige Vlaamsch allerwege , als literaire taal erkend en de literaire waarde van hun proza, ook! buiten de Belgische grenzen, bevestigd.

Diaarnaast komt, vooral dank zij de invloed van het tijdschrift „Van Nu en Strats", .pok weer meer evenwicht in de overige Vlaamsche productie (ofschoon, de verschillende verhalen uit het grootestadsleven toch missen dat eigenaardige, specifiek Vlaamsche, dat ons in 't idyllische proza zoozeer bekoort en we ons in den geest dezer geschriften veel minder en dikwijls in 't geheel niet vinden kunnen). En dus is er na de schommelingen-in de laatste jaren der vorige eeuw weer een kennelijke opgang in de beweging bij het begin der nieuwe eeuw; er is weer meerdere concentratie, meer eenheid 'en dus ook weer meer krachtsontplooiïng tegenover de nog altijd vijandige regeeringspartij en de zeer eenzijdige bevoorrechting van het Waalsche element..

Zoo wordt het 1914.

De oorlogslawine, die uit het oosten komt, rolt vernietigend en verpletterend in enkele weken tijds door tot aan de Vlaamsche kust. In de geweldig'e paniek, die eenige weken duurt en die bij eiken nieuwen opmarsch der Duitschers erger wordt, verdwijnt al wat tot het gewone, vóór-oorlogsche leven behoorde. Oók de tegenstelling: "Vlaamsch-Waalsch en de strijd om het recht. Want het gaat dan niet toeer om' levensverhoudingen, maar om! het leven zelf.

Maar als de lawine is tot staan, gekomen en alleen nog in het uiterste hoekje van Vlaanderen de kanonnen brommen, de dood gpbarst uit den grond, en de hemel verschrikkingen braakt - — keert ook in België de rust terug; & , lles ligt samengeperst onder de ijzeren dictatuur van het Duitsche militair bewind, dat van meet aan begint de oude verhoudingen te herstellen, maar dan omgebogen naar Duitsche opvatting.

Zoo komt ook de quaestie der beweging weer aan de orde. Want het Duitsche bestuur ziet, dat het met de tegenstelling Waalsch-Vlaamsch z'n voordeel kan doen en dat het door gedeeltelijke inwilliging van oude Vlaamsche eischen en wegneming van sommige Vlaamsche grieven, de pinnen van zijn tenten alvast aan ééne zijde vast kan slaan. Men weet boe dit listige plan verwekt heeft het z.g. „activisme", waar sommige Vlamingen op de voorstellen van Duitsche zijde ingingen.

Nu is het hier niet aan de orde, 'de ingewikkelde historie, die daaruit is ontstaan, uit te pluizen. Maar wel interesseert ons-het jamim'erlijke gevolg, dat n.l. de Vlaamsche zaak daardoor kwam te staan in het licht van hoogverraad en dat, na den terugtocht der Duitschers, de vijandschap feller werd dan ooit, en erger nog, , dat het recht, dat altijd voor ieder onbevooroordeelde aan den Vlaamschen kant was geweest, nu scheen te zijn hij de andere partij. Men liet natuurlijk de.gelegenheid niet onbenut en sommige anti-Vlaarasche bladen als „Le Soir" begonnen een nieuwe laster campagne met te beweren, dat activisme en Vlaato'sche beweging precies hetzelfde was. De politieke processen begonnen, en verliepen zeer eenzijdig — de zaak was weer geheel een politieke strijdquaestie. En dat werd ze nog in veel ernstiger mate, toen men van Vlaamsche zijde biegon te wijzen op het feit, dat de Vlamingen juist de redders van hét vaderland waren, wijl het Yser-leger voor 80 pet. uit Vlamingen had bestaan terwijl de Walen voor het meerendeel al lang waren gevlucht. De ^.trontpartij" vormde zich, „de bond van oud-strijders", - , , de bond van oorlogsinvalieden", die allen daadwerkelijk met hun eischen kwamen , Die „Vlaamsche beweging" is weer geheel opgeleefd, maar — ze is ook weer geheel meegesleurd in de richting van partijpolitiek. De taalstrijd is weer een politieke leuze geworden, vooral nu pas de overwinning-De Beu-.ckelaere werd behaald len diens krachtige advocaat Mr van Dieren met Prof. Daels e. a. de leiding der beweging in handen hebhen genomen, en sommige Vlaamschgezinde Kamerleden den strijd naar de landsraadszaal hebben overgebracht. Men houdt Vlaamsche congressen, verspreidt Vlaamsche brochures i), sticht een Vlaamsch tooneel — de strijd is weer in vollen gang.

Ziehier dan enkele grepen uit de historie der • Vlaamsche beweging, die ik immers een lijdensgeschiedenis noemde, een vallen en weer opstaan, een verliezen en herwinnen. En, ofschoon allerlei bijkomende quaesties de zaak vertroebelen en het karakter der beweging veranderen, het gaat in den diepsten grond om het goed recht der Vlaamsche, d. i. der Nederlandsche taal, om' den Vlaamschen geest, om de eeuwenoude, eerbiedwaardige tradities.

Zoo bezien, groeit onze sympafhie voor de Vlaamsche kunst bf: langrijk, wijl ze door aEe miskenning heen streeft naar de verheffing, de. eere van wat ons beste volksbezit is, , onze schoone, krachtige, fiere Nederlandsche taal.

En van die Vlaamsche kunst blijft het idyllisch proza 't meest den oorspronkelijken Vlaamschen geest getrouw. , ^ .

Daarom ook kunnen, mogen we een partijdige critiek als die van Karel van den Oever niet onbestreden Jaten.

Want het idyllische proza is voor ons besef Vlaamsch koxen, dat is, het beste van. den Vlaamschen akker.


1) h.v. DT A. Jacob, „Het Vlaamsch Konflikt.. .. "; idem „De Vlaamsche Stem"; Prof. .Aug. Vermeyleii, , .Kritiek dei' Vlaamsche beweging"; Omer AVattez, „Taal en Kultum-uit Vlaanderen", (Ie en 2e reeks), enz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Vlaamsch koren.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's