GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Samenwerking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenwerking.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vergadering der Vereeniging van predikanten der Geref. Kerken te Utrecht hield Ds D. Bakker een zeer interessant referaat over „De Gereformeerde prediking op het Zendingsterrein". Tot ons leedwezen konden wij niet aanwezig zijn, maar het verslag in „Dp Standaard" geeft een belangrijke samenvatting.

Bij het debat meenden eenige sprekers op: de consequenties van het betoog te mogen wijzen. Zoo zeide b.v. Ds Alkema, die jarenlang in dienst der Ned. Zend. Ver. op Java gewerkt heeft:

„Er is Geref. en er is Genootschappelijke zending, en de laatste komt hoe langer hoe meer te staan in het teeken der ethische theologie. In hoeverre zullen wij op den duur op het zendingsterrein kunnen samenwerken met de Genootschappelijke zending? Brengt het verschil in prediking aan het zendings'Object ook niet mee, dat we de zendingsopvoeding in het vaderland meer op een andere leest schoeien en in onze kerken meer inbrengen de gedachte, dat wij ten deze een eigen roeping moeten behouden? "

En Dr Kaajan zeide:

„Den indruk te hebben gekregen, dat de referent niet zoo krachtig eindigde als hij begonnen was. Verschillende ethische kopstukken zouden hebben kunnen zeggen: collega, wij zijn het volkomen met u eens. Kan het zoo voortgaan, dat de zendingsopvoeding ook van onze Gereformeerde menschen is in handen van den Zendingsstudieraad, o? is soms het oogenblik gekomen, dat wij deze zelf ter hand moeten nemen? "

Wij zouden vooral de aandacht willen vestigen op het punt der samenwerking in ons land. Moeten wij, als Gereformeerden, den Zendingsstudieraad (Z. S. R.) loslaten en eigen banen kiezen? Moet de zendin, gsopvoeding door ons op een andere leest geschoeid? In het debat antwoordde Ds Bakker, dat de predikanten aan de gemeente 'de echte zendingsopvoeding moeten geven; en dit is zeker juist. Echter, het versla, g zegt niet, waarin deze zendingsopvoeding dan bestaan moet; D'S Bakker zal wellicht niet anders bedoeld hebben, .dan dat de predikant telkens weer uit de Schrift de zendingsgedachte naar voren brenge in de prediking, en op; de catechisaties over de zending handele, als het onderwerp daartoe aanleiding geeft, of ook opzettelijk eenige malen de zending ter spraJke brenge; ook kan de predikant met name in de wintermaanden lezingen over de zending houden, en in overleg met den kerkeraad sprekers over een zendingsonderwerp doen optreden. Natuurlijk heeft hij eveneens de leiding in handen tot bewerking der gemeente, om aan de kerkleden het zendingsblad te doen toekomen, ze te doen offeren voor het werk enz. Met deze opvatting van de roeping onzer pre-

difcanten zal men wel algemeen acooord gaan, al weet een ieder, dat in de practijfc zich heel veel bezwaren voordoen, die soms zelfs zoo goed als onoverkomelijk zijn.

Laten wij een paar van deze bezwaren mogen noemen. Op de catechisatie ontbteekt de tijd, om eenigszins diep op de zending in te gaan. Veelal zullen de gemeenteleden niet naar een zendingsvoordracht komen luisteren; zelfs de uitnemendste sprekers laten zij, wanneer die een rede komen houden, voor leege banken meernialen staan! Ook zal het niet gemakkelijk vallen, om de zending zoo te behandelen, dat ook de eenvo-udigsten daarvan genieten kunnen, enz. Doch dit doet niets af aan de juistheid der opmerking, dat de predikanten aan de gemeente de echte zendingsopvoeding moeten geven. Zij moeten daartoe ook inwerken op het vereenigingsleven, opdat op de roosters der jongelings-en jongedochtersvereenigingen de zending niet ontbreke.

Indien de predikanten de zendingsopvoeding ter hand nemen, wordt dan het doel bereikt? Afgezien van het feit, dat sommigen onder hen zelf nog wel in deze richting moeten „opgevoed" worden, gelooven wij toch, dat er teveel van hen geëischt wordt, zoo dit van hen werd gevraagd. Niet iedere predikant heeft tijd en lust en gelegenheid om bepaald aan zendings s t u d i e te doen. Ook gaat het niet aan alleen B& O. zichzelf te denken, en het oog te sluiten voor anderer behoeften. Dan is het toch ook gewenscht, dat het oog niet slechts ruste op den eigen zendingsakker, maar men den blik ook over andere terreinen laat gaan. En mogen wij zeggen met het oog op onze medechristenen: ben ik mijns broeders hoeder? 2oo zouden wij door tunnen gaan. Samenwerking is dus gewenscht en zelfs noodzakelijk. Doch met wie?

Op de vraag van Dr Kaajan heeft Ds Bakker volgens het verslag geantwoord:

„Wat de , zendingsopvoedinig betreft, spreker zou niet durven zeggen, wat goed is, of wif' ons geheel moeten terugtrekken, ja dan neen."

Dit antwoord getuigt van groote voorzichtigheid en zelfbeheersching. Ds Bakker heeft ongietwijfeld gemeend, dat hij, werkende in Indië, niet genoegzaam Imet de toestanden in ons land op de hoogte is, om in deze een bepaald advies te geven. Wij zijn echter van gedachte, dat, indien hij ze kende, hij zou hebben durven adviseeren, om de salm'enwerking met den Z. S. R. niet te verbreken, dan alleen in de uiterste noodzakelijkheid; en o. i. is het nog niet noodzakelijk, en evermiin wenschelijk; zelfs zou het onverantwoordelijk zijn. Natuurlijk, wanneer de zendingsopvoeding door onze Herv. broeders in een verkeerd spoor werd geleid, dan zouden wij verplicht zijn ons terug te trekken en een eigen weg te kiezen voor onzen voet. Maar wij kunnen niet inzien, dat het reeds zoover gekomen is. Integendeel.

In den Z. S. R. hebben ook verschillende Gereformeerde broeders zitting, 0., ^. de predikanten Dr Klaajan en Krüger, en ook dhr. G. Baias. Handboeken voor zendingsstudie zijn verschenen over den Islam, door mevr. van Andel—Rut; gers, dus van ethische smetten zeker vrij, en het Animisme; en ook over verschillende terreinen o.a. Midden-Java ten Zuiden; over Soemba komt nog. Men kan dus niet zeggen, dat de Z. S. R. eenzijdig is of den ethischen kant uitstuurt.

Op de zendingsstudie-conferenties te Lünteren worden de Geref. sprekers allerminst geweerd; het is slechts te betreuren, da, t zoovelen onzer mannen voor de uitnoodiging, om daar te spreken, bedanken! Zoover wij beoordeelen kunnen, zoeken de Herv. broeders, die in ons land de zendingsactie leiden, de samenwerking met ons eerlijk en oprecht, krachtig en royaal. Wij weten bij ondervinding, dat er soms verkeerd gehandeld wordt; maar zij streven er toch naar, om geen aanstoot te geven; en wanneer op fouten gewezen zal worden, zal men zeker trachten die een volgend maal te voorkomen.

Samenwerking in de zendingsopvoeding kan geschieden. Op schoolgebied gebeurt het ook, eveneens op andere terreinen; waarom dan niet in de zending? Zeker, op het zendingsveld is er scheiding; daar gaat het ook om planting der kerk, en dan kiest een ieder zijn eigen weg. En toch, zelfs daar kunnen wij niet zonder elkander; in Indië is dan ook een zeer sterke samenwerking 'door imiddel van het zendingsconsulaat; trouwens, ook op andere wijze betoont men elkander hulp en steun. Vrees voor de eüiischen mag onze raadgeefster niet zijn. Natuurlijk is bet een bezwaar, dat ook deze in de zendingsactie zou op 'den voorgrond treden. Wij kunnen zelfs zeggen, dat het een gevaar is. Hoe zal men den Inlander den Christus der Schrift prediken, indien men zelf het mes der critiek in het lichaam der Schrift zet? Doch men vergete niet, dat in de zendingsbeweging niet het ethisch beginsel de leiding heeft; ook voeren hier niet de confessioneelen met hun kerkbegrip den boventoon, evenmin de leden van den Geref. Bond, of de Lutherschen. De zendingsarbeid brengt en bindt samen. Dat op dit terrein voetangels en klemimen liggen, hebben wij het vorig jaar in een opzettelijk artikel over „Lünteren" sterk laten uitkomen. Doch de Z. S. R. doet al het mogelijke, om te zorgen, dat de eenheid kan blijven; wat men noemt „links-ethischen", die hun beginselen zouden willen propageeren in de zendingsopvoeding, worden geweerd.

In dezen tijd van wereldberoering, nu de machten der hel tegen Gods Koninkrijk zoo bijzonder samenspannen, moeten wij zooveel doenhjk en waar bet mogelijk is, de handen in elkander slaan. Wij hebben als christenen elkander meer dan ooit noodig. Natuurlijk, indien de scherp getinte ethischen het ons, Gereformeerden, moeilijk zouden maken; indien de Schrift werd aangerand, of in een ander opzicht de Gereformeerde beginselen werden tegengestaan, dan zou de tijd Tan scheiden zijn aangebroken. Wij twijfelen er echter niet aan, dat de Z. S. R. al het mqgehjke zal doen, om zulk een conflict te voorkomen. Men wil van Hervormde zijde samenwerking. Men staat er volstrekt niet onze Gereformeerde actie tegen. In zijn boek over Midden-Java heeft Ds Pol zeer helder en duidelijk den grondslag onzer zending uiteengezet, en van beslist ethische zijde berichtte men mij, dat men in deze wintermaanden in zendingsstudiekringen dit boek bespreken wilde. Het is waar, dat men aan die zijde weinig af wist van onze opvattingen, doch nu de gelegenheid hun geboden wordt om: er mee op de hoogte te komen, grijpen zij die aan.

Alles bijeengenomen zouden wij het dus ten zeerste betreuren, indien men nu de zendingsopvoeding zelf ter hand ging nemen. Indien er van onze zijde bezwaren zijn tegen 'den E. S. R., dat men zich dan bij dien Raad vervoege; de Gereformeerde leden in dien Raad zullen zeker krachtigen steun bieden, om aan elke rechtmatige klacht tegemoet te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Samenwerking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's