GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

M. Bruch’s Lied ron der Glocke te Amsterdam.

Het is niet voldoende, te sch'rijven: „Lied von der Glocke", doch dë naam Vian Max Bruch, den componist, moet erbij vermeld worden. Dat was niet noodig toen ik over de uitvoering 'der „Matthaus-P& ssion" en van „Die Schöpfung" schreef, want wie niet weet, dat deze van Badh' en Haydn zijn, kan de Muzikale Kroniek beter ongelezen laten omdat hem de meest elementaire kennis op dit gebied blijkbaar ontbreekt. Dodh Schiller's beroem'de gedicht heeft onderscheidene componisten aangetrokken, waaronder het meest 'A. Romberg en M. Bruch, naar voren izijn gekomen. De Christelijke Oratoriumvereeniging te Amsterdam heeft op-3 Januari 1.1. haar als steeds zeer talrijk gehoor onthaald op een uitvoering van 'het werk van laatstgenoemden componist en daarmede stellig aan yelen een goeden avond bereid.

M. Bruch kw-am' door zijn libretto tot zijn muziek; iets wat lang niet altoos gebeurt. Gewoonlijk is er eerst de muzikale idee; dan moet daarvoor het libretto gemaakt worden. En biekend is, hoe groote moeite menig componist heeft gehad om een behoorlijk dichtwerk te verkrijgen, dat niet al te zeer achterbleef bij zijn muzikale gedachten. DikWerf doet ge dan ook goed, maar niet te veel op-de woorden te letten en u te houden aan 'de mUziek, waarom het toch O'ok eigenlijk bego-nnen is.

Maar bij Brueh en anderen is het natuurlijk in dit geval zoo gegaan, dat Schiller's inderdaad zeer talentvolle verzen hen gebracht hebben tot de gedachte: daarvoor moest ik eens muziek sclirijven! De woorden zijn zo-o algemeen menschelijk, hebben zoozeer betrekking op-wat ieders gemoed beweegt, zijn zoo vol iafwissellng en gieven zooveel gelegenheid tot 117 muzikale scihildering, dat de verleiding om! dit gedicht als tekst voor ieen oratorium - o-f daarop gelijkend werk te gebruiken wel sterk moet zijn.

Wie nu het Lied von der Glocke leest, bemerkt wel, dat het voor - een niet onbelangrijk deel verouderd is en de geschiedenis der menschheid sindsdien heel wat vorderde, - al is h'et helaas niet in de góéde richtinig. Tegenwoordig glaat Ihet niet méér zoo-, dat der Knabe eerst wild ins L-eben hinaus stürmt, dan die Welt am Wanderstabe durqhhiisst en daarna, terugkeerend in h'et vaderhuis, herrlich in der Jugend Prangen wie ein Gebild aus Himmelshöhn mit züchtige-n, verschamten Waqgen die Jungfrau vor sich sieht stehn, en wat dies meer zij. Neen, terwijl ze nog op-de Mulo-scho-ol waren hebben ze nu al gescharreld, hij met een Schillerkraag misschien en zij met een pneumonie-blousje; en vóór de kn, aap de wereld ingaat is hij al lang blasé. En dan die tamme revolutie van Schiller — ach, wat beleven we nu andere ti, id-en!

Doch al is dit iwaar, we vergeten niet, dat er in dit zoo overbekende 'gedicht todh ook zeer veel is van blijvende waarde, en "dat we in onzen tijd goed doen door het ernstig te lezten en te overdenken. Misscihien komen we - dan wat af van de gedachte, dat we het zoo herrlich weit gebracht hebben en schamen we ons een beetje over o-nze geweldige cultuurrr....

Hoewel de verleiding om' bij dit gedicht muziek te oomponeeren dus alleszins begrijpelijk is, ligt het evenzeer voor de toand, dat al zulke pogingen toch nooit geheel slagen. Men mo-et zio-o'n lied gaan verknippen en de deelen sorteeren, z'oodat men dit aan de solisten toewijst, dat aan het Boor, dat aan solisten plus koor. Er 'moet 'mtee gerekend worden, dat sopraan en alt, tenor en bas ieder hun portie krijgen; dat er ook - een beetje quartet bij ko-mt; het orkest zidh' behalve in de begeleiding ook nogeens kan laten'hooren, kortom: dat ieder - op zloo'n avond het zijne krijgt. En - dan - moet er „geschilderd" worde-n; geschilderd van het begin tot het einde. Het gedicht leidt, de muziek volgt gedwee. Resultaat is, dat het, z: ooals Kretzschimar niet o-naardig op-mérkt, altijd weer een Bruch-stück Wordt. En aan deze. noodziakelijkheid is dit Stuck yan Brucih .allerminst ontsnapt.

Max Bruch is nog niet zoo lang geleden gestorv-en, en dus - een tijdgenoot, hoewel van de oudere generatie. Hij staat iniet op de eerste rij; doch is overigens een alleszins genietbaar componist, die izeer goede muziek heeft geschreven. Hij wist me-t koor - en solisten om' te gaan en heeft dat ook in zijn Lied von der Gloc'ké bewezen. Werkelijk, hij heeft zich beijverd om-daarin alles en ieder tot. zijn reclh't te laten komen. En 'Voor zoover zoo' iets hybridisch gelukken Tcan is hij stellig geslaagd. Dat bewees . ook wel de aandacht der groote schare len de toewijding vian koor en solisten.

En todh vond ik hlet w.aarlijk niet i; !o-o 4ieel erg, dat het vertrekuur van mijn trein taile verplidhtte (hoezeer ik overigens - daartegen ben) vóór het einde te vertrekken. — [Tusschen twee haakjes: waarom' beginnen zulke uitvoeringen tocih niet opi den aangegeven tijd en wordt 'zoo lang gepauzeerd ? Bij vermijding van deze twee fouten kan ieder tot hét einde blijven en behoefden zulke concerten niet zoo lang te duren.] — Men kon op-zijn vingers uittellen wat er nog komen ziou. Spanning, climax, eenheid van lijn was er niet. Tafereeltje na tafereeltje; h, eel aardige mUziek; mlaar, bij alle afwisseling, in beginsel toch ko-ekoek één ziang en geen' groote o-ntroeringen.

Reeds de geweldig lange recitatieven, die Bruch wel moest schrijven, vermoeien op den duur. Een B-ach ontkomt nauwelijks - aan dat bez-waar. Een Mahler kón het — 'dodh mag men dat nog recitatieven noemen (ik denk aan het Lied von der Erde)? Maar Bruch — neen, zóó belangwekkend is zijn werk 'niet, dat het de lengte der solisten-passages goed maak't.

Intusschen moet ik erkennen, dat van hét in zekeren zin zeer dankbare, in anderen zin zeer ondankbare w-erk door k-oor en solisten gemaakt is wat ervan gemaakt kon worden.

Het koor was weer uitnemend. Nog leidde Cuypers h-et; maar Schoonderbeek komt nu spoedig tot de C. O. V. terug. Intusschen, het moet erkend worden, - dat men !zich m.oeilijk beter vervanger zou kunnen denken. Vöior zijn eenvoudige, maar zeer correcte en alles tot zijn recht brengende directie verdient hij hoogen lof, en de kransen, die hem aangeboden werden, kwam-en hem toe. Met bijzonder genoegen heb ik hem gadegeslagen bij het koor „Heil'ge Ordnung", een der weinige edhte koo-rgedeelten. Hoe geheel k'o-n hij zich toen geven, en hoe geheel (gaf zich wederkeerig het koor. Ik had een beetje er tegen opgezien — eerlijk gezegd hoorde ik het Lied von der Glocke nu voor het eerst, want ik vra.s ' altijd een beetje uit de buurt ervan gebleven om genoemde redenen — - daar ik wat benauwd ben voor z.g.n. „breed uitgesponnen" 'koren o-ver zulke woorden. Miaar het viel zeer mee, en het was een der hoogtepunten van den avond (uitgeschakeld zijnde

het deel, dat ik' niet mieer kon hooren en waarover ik dus ook niet kan oordeelen).

Een kleine wenk aan het koor moge mij veroorloofd zijn: het gaan staan en zitten gaat nog. lang niet reigelnmtig en 'geruischloos genoeg. En sommige leden bewegen geestdriftig de muziek op de miaat — ik had pleizier in zulk zingen, , als ik (het zoo eens even waarnam (Bruchi houdt je niet zóó vast, dat je op zulke dingen niet meer let!), — miaar het is todh een beetje een dwaas gezicht, en ook die kleinigheden moeten niet verwaarloosd worden.

Met de solisten was de C. .0. V. ditmaal zeer gelukkig.

Hoofdfiguur is natuurlijk de^ bas, de klokkengieter. Car o zong die partij. Ik heb' hem heel vaak en bijna steeds met bewondering igehoord, maar slechts zelden zoo goed gedisponeerd als dezen avond. Zooals hij de Meister was, elke noiot, elke schakeering tot haar recht bracht: dat was inderdaad meesterlijk. Zijn stem en voordracht gaven alles wat men slechts kon wenschen.

Van Tulder was natuurlijk' de tenor. Het leek alsof hij niet geheel op dreef kwam'. Da.arom is het wellicht beter, niet meer ervan te z'eggen, dan dat hij in elk geval alleszins voldoende was.

Suae Lüger is een deugdelijke alt en was zeer bevredigend. Soms kost het haar nog wat veel moeite, elke noot te laten staan; doch als geheel was haar praestatie zeer loffelijk.

Mia Peltenburg was de sopraan. Het bestuur der C. O. V. moet de aandacht dezer soliste eens vestigen oip de japon van Suze Lu; ger; misschien komt zij dan'een volgenden k-eer Oiok wat beter, of liever: wat méér gekleed voor den dag. Ik' geloof, dat het christelijk karjikter van een vereeniginjg als deze het een niet overbodigen voorzorgsmaatregel voor het bestuur doet zijn, de dames tevoren, te waarschiiwen, dat het beginsel der vereeniging medebrengt een zlich onttre'kken aan de slavernij der mode. Het voorbeeld van Suzie Luger doet zien, dat dit zeer .goed kan. — Wat het zingen van Mia Peltenburg betreft, dat was weer schitterend. Ik geloof, dat zij bestemd is om onze eerste sopraan te worden, althans in het wat dramatiscJie genre. Het engel-reine van Mevrouw Noordewier heeft zij niet; ma, ar in het meer bewogene, minder hemelsche en meer mensohelijk'e evenaart z'e haar, ja zelfs lijkt haar aanleg neg meer daarvoor geschikt te zijn.

De heer O. Koop viel in (voor A. van der Horst)i als organist. Hij liet het pracht-orgel schitterend tot zijn recht komen en had de partij zeer goed in handen en voeten.

Het Concertgebouw-orlcest was' weer — — ja, zooals hiet Concertgeböuw-ork'est is; wat kan ik meer er van zeggen? Welken hoogeren lof kan ik geven ?

Het C h r i s t e 1 ij k karakter van dit werk is met een lantaarnje te zoeken. Das Liedvon der Glocke ligt onigeveer in de neutrale zone. Doch ik wil daarvan niet te veel zeggen, omdat ik weet, hoe betrekkelijk gerin, g de voorraad mtiziekliteratuur is, welke in waarheid dien naam verdient. Toch kon ik de opmerking niet-achterwege h'öiüden, al bedoelt ze geen verwijt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's