GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De roeping van Gods heiligheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping van Gods heiligheid.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar gelijk Hij, die u geroepen lieeft, heilig is... 1 Petrus 1: lö.

Maar gelijk Hij, die u geroepen lieeft, heilig is.., . 1 Petrus 1: lö.

Eigenaardige verbinding: Gods heiligheid en Gods ro-eping.

Meestal brengen wij de roeping Gods in verband met Zijne genade, en stellen ons voor, dat er van de heiligheid des_ Heeren: 'eenó afwerende werking uitgaat, die ons verre houdt van de Goddelijke - tegenwoordigheid en gemeenschap.

Zoo er stond: „Gelijk Hij, die u toept, genadig is" — feet-zou geheel m'et-onzen 'gewonen gedachtengang strooken; maar neen, er staat: , , Gelijk Hij, die u geroepen heeft, - h e i 1 i g is".

En tocih, — zoo. we een oogenbli'k nadenken, — blijkt het zoo.schoon te zijn, dat de apostel deze twee. scbijnbare tegensleüingen „Heiligheid" en „Roeping" met elfcaaa' in verband brengt.

Roepen im'mers onderstelt een a; fstand. Men roept niet iemtad, die vlakbij, in onze tegenwoordigheid is; wèl iemla.nd, die zich' Veraf be^dndt. Als daar ginder in de verte iem^and is, dien we bij ons willen hebben, — dan zetten we de hand aan den mond en r o e p e n.

Roepen onderstelt afstand, verwijdering.

En daarom sluiten deze begrippen: „Gods heiligheid" en „Gods roeping" elkiaar niet uit, maar strooken volkomen met elkander. Het is toch die heiligheid juist, die den afstand tussdhen God en mensch doet zien. Om'dat Hij 'heilig is en wij o.nheilig, daarom zijn wij zoO' ver van Hem verwijderd en moeten op grooten afstand blijven.

Maar nu is dit het schoone. in het woord van den .apostel: nu is het diezelfde 'heilig'heid, welke - over dien grooten afstand tot die verre onheiligen roept; het is de heilig'heid Gods, die eenerzijds de verwijdering toont, en a, nderz'ijds begeert, dat die verwijdering wegvalle en daaroim roept, dat de mensch uit zonde en onreinheid uitk'ome en nadere tot God. •

Dat is nu Ihet échte, het goddelijke in d, eze heiligheid. Valsche heiligheid, schijnheiligheid verheft zich en werpt slechts te-rug; laat alleen den afstand zien en zegt: Ik' ben heiliger dan gij. Maar échte heiligheid toont wèl den afstand, doch beeft tegelijk het verlangen, dat die afstand verdwijne en dat die onheilige óók heilig worde. Echte heiligheid zQiek't heiliging; van het onheilige. Daarom doet Gods hieiligheid ons wèl verslagen van verre staan, maar tegelijk! roept ze. „Gelijk Hij, die u geroe p e n heeft, heilig is"....

Aan deze dubbele werking, , die van Gods heiligheid uitgaat, geeft de ervaring van den Christen getuigenis.

Wie tot God bekeerd werd ziag zich als onheilige buiten de gemeenschap des Heeren geplaatst, maar ondervo-nd tegelijk^ dat hij gero.epen werd, hij werd a, fgeweerd en hij werd geroepen. Hij zag niet al-leen zijne onheiligheid en werd met vreeze gewaar, dat hij mlet een heilig God te doen had, — maar hij gevoelde tevens, dat Gods heiligheid hem vasthield ; dat er eene trekking Van 'uitging; eene roeping om daar niet tè blijven in zijne onreinheid, maar óók heilig te worden.

Voor dien mensdh' werd de heiligheid Gods aiet slechts eene veroordeelende tóacht, doch ze werd h'eim] tegelijfe! schoonheid, een ideaal, dat hem went'te, ia, an hetwelk hij' zoa willen beantwoorden en waarop hij in begeerte ging staren. Hij ging het verband ervaren tusschen Goids heiligheid en Gods roeping. „Gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig: is"

Neen, het is niet slechts de g e n a d e des Hoeren, die roept; ook' van 2; ijne heiligheid gaat eene roeping uit.

Iloie schoon werücen hier de 'deugden Gods saam tot redding van den mensch'. Hö.e geven hier 's Heeren jheiligheid en igienade elkaar de hand, om' dien onheilige daar verweg te brengen in Gods gemeenschap. Want terwijl "nu de heiligheid roept: „Zijt heilig!" — daar verschijnt uit de hand der genade: , , De Heilige"; Gods eigen Zoon; en Hij zegt: „Ik heilig: mijzelven voor hen, , opdat ook •zij gejheiligd mogen zijn in waarheid". Terwijl de [heiligheid Gods roept: „Zijt heihg, want Ik ben (heilig!" — zegt zijne genade: , , Christus is u gieworden tot heiliglmiaking".

En daar verschijnen aan het kruis van Golgotha b; eide: Gods heiligheid en genade vereenigd. Want daar komtt al de verterende gloed der h eiligulheid Gods over den geliefden Zoon, die" zich'zelven tot in den dood den Vader heiligt, — en daar spreekt Gods genade tot den'verslagen z'ondaar: „Nu zijt gij geheiligd door de offerande des lichaams van Jezius Christus".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

De roeping van Gods heiligheid.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's