GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Grieksche heldendicht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Grieksche heldendicht.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Op de Ilias volgt de Odyssee; deze is een jongere schepping. De belangstelling igsaat nu uit naar den terugkeer der iGrieksche helden na de verovering van Troje, en zij oonoentreert zich oip , , den goddolijken duider' 'Odysseus.

Reeds in de , 2e 'eeuw vóór Christus ontwaakte de twijfel, of de Odyssee wel van denzelfden dichter was als de Ilias.

Inderdaad is het v^erschil tusschen beide gedichten groot.

Nu kan .men dit Verschil voor een groot deel verklaren uit den , aard van de behandelde onderwerpen. De Odyssee voert ons in een geheel andere wereld; we voelen ons dadelijk' in eeii andere sfeer, als we lezen [bet rustig verhaal van Odysseus' zwerftochten. We worden niet alleen van het land en het oorlogstooneel de zee op gevoerd, maar ook' uit het gebied van de sage naar het tooverland van bet sproolcje met zijn reuzen en tpovenaressen.

Odysseus is de ïi-eld, het ideaal der zeevarende Joniörs, op wiens naam de sohipperssprookjes, die onder het volk' in omloop waren, gesteld werden, en die misschien met den Trojaanschen oorlog oorspronkelijk in geen enkel verband stond.

Zijn zwerftochten bestaan echter ook' weer niet uit een onsamenhangende opsomming van de wonderlijkste avonturen, zooals bijv. de reizen van Sindbad den zeeman in den 1001 nadht, maar zij vormen een innerlij'ke eeiiheid, terwijl uit--alles spreekt het vaste en onwankelbare Godsvertrouwen van dezen held. Hij is de „polutlas dios Odysseus", de onverschrokken heerlijke .Odysseus, die in zijn strijd met de , woede der zee en de afgrijselijke taonsters, van avontuur in avontuur vervallend, eindelijk na tien-jarige zwerftochten, den geliefden vaderla, r; dschen grond weer betreedt, en zijn eenzaam achtergebleven vrouw, die hem, ondanks alles, trouw gebleven is, terugvindt.

In de eerste jplaats kan dus het verschillend Ikarakter der beide gedichten verklaard worden uit de behandelde stof. Verder moet men met de mo'gelijkheid rekenen (warmeer : men beide gedichten als het werk van één dichter wil beschouwen), dat de Ilias ontstaan is in des dichters jeugd, en de Odyssee een werk is uit zijn ouderdom. Het is vanzelf sprekend, dat een gtijsaard niet dicht als een jongeling. Als we bijv. een stuk van den Griekschen tragedie-dichter Sophocles, op-bijna 90jarigen leeftijd geschreven, vergelijken met een stuk uit zijn jeugd, sprinjgt eenzelfde verschil in vorm en gedachten dadelijk in 't oog.

Er zijn belangrijke verschillen: de Odyssee wijst bijv. op een verder ontwikkeld kültuurleven. Op één verschilpunt uit de vele wilde ik nog , wijzen. De voorstellingen, in beide gedichten gegeven aangaande het bestaan hiernaimaals, zijn geheel versclhillend. Volgens den Ilias-dichter is het rijk der doeden daar. Waar de lichamen der dooden zelf geborgen zijn: in de duistere diepte der aarde. Voor den dichter der Odyssee ligt het rijk der dooden niet ónder maar óp de aarde in Ihet verre Westen. Ook daar komt Odysseus met zijn schip en hij aanschouwt met eigen oog de verblijfplaats der schimmen, wier bestaan nog een afschaduwing is van hun vroeger leven.

Vele geleerden twijfelen er dan ook' aan, of het groote verschil tusschen beide (gedichten wel alleen verklaard kan worden uit een verschil in leeftijd yan den dichter. .

! Het is daarom wel faogelijk, dat wij in Ilias fin Odyssee de wertèn van twee dichters hebben te zien. Twee groote dichters, waarvan dan de eéne (misschien die tvan'de Ilias) Homerus heeft g'eiheeten, die dan teyiens.de oudste van beiden zou zijn. '''$§; gï|: : ,

Ee oompositie van de"Odyssee is niet zooi een­ voudig als die van de Ilias. Tien jaren h'eeft, volgens den dichter, jOdysseus 'moeten rondzwerven vóór hij zijn vaderland terugzag. De handeling van de vier-en-twintig boeken der Odyssee is echter gècomprimieerd binnen een tijdruimte van slechts 41 dagen. Op zeer geniale wijze heeft dus de dichter het gevaar vermeden, dat een te lang tijdsverloop het verbaal !wat dor en fcroniek-achtig zou mjaken. Hij vermijdt dit door den held zelf de tien jaren, die [hij Vóór het begin van het verhaal heeft doorgebracht in eindelooze zwerftochten, te laten beschrijven in een uitvoerig reisverhaal aan |den feestmaaltijd van lAlcinoiis, den koning der Phaeaciërs. De reeds verloopen tien jaren worden hierdoor opgenomen binnen het bestek van het gedicht; het verleden ; wordt in den tijd der handeling verplaatst.

Nadat de dichter in het begin van zijn gedicht de Muze heeft (aangeroepen, worden wij naar den Olympus verplaatst. Athene booren we in den raad der goden pleiten voor den armen zwerver: „Vader Zeus, de arme Odysseus treurt nu reeds zoo langen tijd op een lafgelegen eiland in het hart der zee, bij de godin Calypso, die bem vergeefs door zoete en verleidelijke taal tracht te bekoren en zijn Ithaca te doen vergeten. 'Hij hunkert er naar al was het maar den rook te aanschouwen, die daar opstijgt van zijn vadergrond, en hij verlangt naar den dood. Hebt gij dan nog altijd geen deernis met hem, o Hemielvader ? " Diank zij de toevallige afwezigheid van Poseidon, den heerscher der zeeën, (deze was op den held vertoornd, want zwaar was hij door bean beleedigd) weet zij gedaan te krijgen, dat tot Odysseus' terugkeer Wordt besloten.

Athene spoedt zich nu haar Ithaca, de woonplaats van Odysseus, waar zij Telemachus (zijn zoon) aantreft. Hij klaagt zijn nood over de smadelijke behandeling, die een groot aantal jonge edellieden zijn moeder aandoet. , Meer dan honderd in getal hadden zij zich in haar paleis verzameld en hielden daar huis op de brutaalste wijze. Penelope, Odysseus' gemalin, de eenige, die nog niet alle hoop op zijn terugkeer bieeft laten varen, willen zij dwingen één vian hen tot man te lldezen. Athene wekt den jongen Telemiachus op de helden te bezoeken, die met zijn vader naar Troje getrokken zijn, en al behouden teruggekeerd zijn. Misschien kunnen zij hem inlichtinigen verstrekken.

Na deze aansporing van Athene toont Telemachus zich plotseling veel manUjfcer in zijn optreden en de. vrijers staan verbaasd over zijn fiere taal.

Den. volgenden dag roept Telemachus een volksvergadering bijeen, waarin [hij zijn verontwaardiging uit over het optreden der vrijers. Eén hunner beklaagt zich over de listen van Penelope. (Ze was bezig imet het weven van een kleed en had beloofd, zoodra dit af was, één van de jonge edelen tot gemaal te jldezen. Maar zij was er op' betrapt, dat zij 's nachts weer uitrafelde, wat zij over dag gedaan had).

TeleTnachus gaat scheep naar Pylus, door Athene vergezeld in de gedaante van Mentor, een oud vriend van Odysseus.

Hier woont Nestor, die oim zijn wijsheid en jaren in hoog aanzien stond bij de Trojaansche helden. Telemachus wordt gastvrij ontvangen. Nestor weet veel te vertellen |van de lotgevallen der andere helden, m, aar van Odysseus niets. Den volgendon morgen vertre'kt hij reeds naar Sparta, waar Menelaos en Helena Woonden. Odk' hier verneemt hij weinig nieuws omtrent |het lot van zijn vader.

Dit is de inhoud der 4 eerste boeken, die binnen het geheele epos een zéker geheel vormen. Eerst in het 5e bodk ontmoeten wij Odysseus aan het strand van Calypso's eiland, sliarende over de zee, vol verlangen naar zijn vaderland. Hermes, de bode der goden, wordt door Zeus naar CalypsO' gezonden om haar zijn besluit mee te deelen, dat Odysseus naar zijn vaderland zal terugkeeren. Calypso helpt hem bij het bouwen van een vlot, waaropbij weldra het eiland verlaat. Poseidon, zijn vijand, versplintert zijn vlot in een storm, maar de zeegodin Leuoothea redt hem. Zwemmend bereikt hij het eiland Scheria, waar de Phaeaciërs wonen. Daax ontmoet [hlij den volgenden morgen de prinses Nauticaa met jhaar dienaressen, die juist naar het strand gereden zijn. Zij wijst hem den weg naar het (paleis van haar vader, koning Alcinoiis, die hem gastvrij ontvangt. Hier vertelt Odysseus het verhaal van zijn vorige lotgevallen. Nu komen wij eerst recht in het land der sprookjes.

Wij hooren van de Ciconen, de Lotophagen, van den cycloop Polyphemus en Odysseus' slimme ontvluchting uit diens grot, nadat hij eerst den cycloop blind gemaakt heeft.

Nu volgt het verhaal over de grot, waarin Aeolus de winden bewaart, en den zak met de winden, dien Odysseus meekrijgt, maar dien zijn makkers te vroeg lopienen. In jhet gezicht van zijn vaderland wordt hij weer (teruggedreven.

Dan volgt een nieuwe reeks van avonturen: het verhaal van de toovenares Circe, die verschillende van zijn makkers in zwijnen verandert, — de tocht naar het schimmenrijk, waar hij van de scihim van zijn gestorven imoeder de eerste tijding verneemt uit zijn vaderland.

De verlokkingen van den zoeten Sirenen-zang en het gevaar van iScylla en Charybdis weet hij te trotseeren.

Op het eiland iThrinacria vergrijpen ziöh zijn makkers, ondanks zijn iwaarschuwingen, aan de heilige runderen van den zonnegod HeliOiS, die daar weidden. De straf blijft niet uit: het schip vergaat met man en tauis. Alleen Odysseus weet zich op het wralli van het schip te redden, ©n bereikt na negen dagen het eiland Ogygia, waar de nimf Calypso hem dan zeven jaren bij zich houdt. Zij wil hem niet jweer laten gaan, daar zij hem' tot echtgenoot beigeert.

Tot zoover het reisverhaal van Odysseus. Vier boeken van de Odyssee (het 9de tot het 12de) neemt het in beslag. Hiermee zijn we dus weer teruiggekeerd tot het uitgaiigspunt van bet gedicht.

Odysseus neemt lafscheid van Alcinoiis, en in één nacht voert hem het snelle schip der Phaeaciërs naar zijn vaderland. , Slapend wordt hij in Ithaca door de Phaeaciërs imiet zijn gescheinken aan wal gezet. Als hij ontwaakt herkent hij zijn eigen vaderland niet meer, .totdat Athene hem de oogen opent. Van nu af is Ithaca weer het tooneel van de handeling.

Door Athene in een armen bedelaar veranderd, zoekt Odysseus nu de hut van zijn zwijnenboeder Eumiaeus op. Van hem verneemt hij wat • zich! al dien tijd in zijn woning aijgespeeld heeft.

Intusschen is ook Telemachus van zijn reis teruggekeerd, en kOmt eveneens in de hut van Eumaeus. Als dan Eumaeus naar de stad gezonden is om den terugkeer van. baar zoon aan Penelope te melden, imaakt Odysseus zich bekend aan zijn verhaasden zoon.

Samen bespreken zij nu plannen ter bestraffing van de vrijers. Dan komt Odysseus, nog altijd in bedelaarsgestalte, zijn woning binnen. .Rustig laat hij in zijn eigen woning den hoon en den spot der vrijers over zich heen gaan, als een onbekende zit hij tegenover • .zijn iniets vermoedende vrouw. Alleen „Aïigos", de ihiond, heeft zijn teruggekeerden meester berkend: hij kwispelt met zijn staart en sterft.

Als de vrijers na 'den maaltijd vertrokken zijn, verwijdert Odysseus samen 'met Telemachus de wapens uit de zaal, opdat de vrijers weerloos zouden zijn, als het uur der vergelding sloeg. Penelope beveelt haar trouwe dienares Eurycléa goed voor den vreemdeling te zoiigen en hem een voetbad te geven. Onmiddellijk jierkent zij haar heer aan een litteeken van leen wond, die hij eens op een jachtp.artij opgeloopen had. Odysseus legt haar dadelij'k het zwijgen op, en Penelope, in gedachten verdiept, beeft niets [gemerkt.

Den volgenden morgen verschijnt plotseling Penelope in de zaal èn spreekt tot 'de vrijers: „Welaan, mannen, ik ben ibereid één van u als vrouw te volgen. Beigint den (wedstrijd, opdat ik zie, wie van u mijn band het waardigst is. Hier is de boog, die eens Odysseus (gebruikte; wie van u dezen vermajg te spannen len een pijl kan schieten door de openingen van twaalf achter etoar geplaatste bijlen, dien zal ik kiezen tot man".

De bijlen worden opgesteld, en de pogingen der vrijers falen. Bij wijze van gunst vraagt dan Odysseus ook eens zijn krachten te mogen beproeven. De vreemdeling krijgt den boog onder gehoon en igescheld der vrijers. Gemalkkelijk spant hij den reuöachti'gen boog en 'fluitend vliegt de pijl door de openingen van de twaalf bijlen.

^.Dit is het isein tot den moo-rd op de vrijers. In ware gedaante staat Odysseus plotseling voor zijn vijanden! „De wedstrijd is wel afgeloopen", roept hij uit, ^, maar nu kies ik mij een ander doel, dat (geen schutter nog getroffen heeft".

De eerste pijl treft Antinous, den overmoedigsten der vrijers. Al is de strijd ongelijk, door iVtbene en zijn weinige getrouwen geholpen, overwint hij' de vrijers. Niemand ontgaat zijn straf. Penelope durft nog niet te gelooven, dat Odysseus weergekeerd is. Zou bet (geen god geweest zijn, die de vrijers igedood beeft? Langzaam wijkt haar twijfel en geniet zij van de beerlij'ke werkelijkheid.

De schimmien der yrijers worden door Hermes naar Hades gevoerd. Daarna volgt nog bet weerzien van Odysseus - en zijn ouden vader Laërtes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Grieksche heldendicht.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's