GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zalf Hazaël.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zalf Hazaël.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... en zalf Hazaël ten Koning ovoi' Svriö. 1 Kon. 19:15.

Er zijn van die woorden in de H. Schrift, waarbij men, als men er zijn aandacht bijzonder op vestigt, in gedachten een uitroepteeken of een vraagteefcen plaatst, soms zelfs beide. Men. verbaast zich dan over wat men leest. Men vraagt zich af: lees ik het wel goed? Of wel, men peinst en zint: zom het ook iets anders kunnen beteekenen dan vVat het s c h ij n t te zeggen?

Zoo'n woord hejjben we hier.

Het komt in 1 Kon. 19 voor, na, die heeirlijice episode van de verschijning des Heeren aan Elia op den Horeb, toen Jehovah niet was in den daverenden stormwind, en niet, in de schokkende aardbeving, en niet in het vlammige vuur, maar in het suizen van een zachte stilte.

Hoe lieflijk! Hooren we in die zacht-suizende stilte niet ritselen de teedere genade Gods over zijn schuldig volk? Op 'dezen heiligen berg der gerechtigheid, juist hier, wil idie, Sterke God zich betoonen een God des ontfermen.s voor wie hopen op Zijn Naam; Hij wil gedenken aan Zijn vastge^staafd Verbond, Hij Vil spreken van vrede, van genade, van barmhartigheid. Hij laat op dezen berg, die eenmaal stond in het blak'end vuur Zijner m.a.jesteit en waar Zijn geduchte donder over rolde, nu zingen het zoete, zalige lied van het evangelie. .Hij laat er de stilte va.n suizen. In die stilte k'omt Hijzelf, om Zijn volk te verlossen.

En dan denken wij: als nü die God gaat spreken, hier op Horeb, nadat de groote wind is uitgewoed, en de aardbeving uitgedaverd, en de gespleten steenrotsen tot x'ust gekomen zijn, en het felle vuur is gedoofd, als er niets meer is dan dat zachte suizen, vol teere innigheid, wat zullen er dan een zoete troostwoo-rden druppelen op het dorre hart van den mismoedigqji profeet!

Maar ach, hoe anders is de werkelijkheid.

Het eerste woord des Heeren is een schijnbaar' zoo hard en koud bevel: zalf Hazaël ten koning over..... Syrië.

Nu komen de uitroepteekensI! En de vraagteekens ? ?

Wat had Elia met Syrië uitstaande? Waarom' moest hij Hazaël tot k/oning zalven? Was dat zoo'n vrome, Gode welbebagelijke m: an, dat over hem' in dit hoogheilig momtent het eerst wordt gesproken, en dat de man Gods, die .pas zóó'n openbaring had ontvangen, met het suizen der zachte stilte in zijn ziel, naar hem toe moest gaan om hem met heilige olie in den Naam des Heeren in te zetten in de koninklijke waardigheid, scepter en zwaard te leggen in zijne handen?

Wie was die Hazaël?

Een hoveling, een gunsteling va, n Benhadad, den toenmaligen köninjg van Syrië. TMiets anders, niets meer. Maar in de donkere diepten van zijn goddeloos hart brandde een toomelooze eerzucht, een groote hartstocht om zelf stralks koning te worien in zijns heeren plaats, en om dan zijn feilen haat tegen Israël bot te vieren, het te vertrappen, te knechten, uit te moorden, te miartelen, het van zijn laatste goud en van zijn laatste legermacht te berooven. Een wreede dwingeland, een booze tyran, die voor geen gruwel terugdeinsde.

Elisa heeft er later al de ellende van gezien. Toen, jaren 'daarna, de trouwelooze Hazaël als bode van zijn kranken meester tot Elisa kwam om te vragen of zijn ïheetllr van diens'ziélSfê •her'stellëh zou, toen barstte : de taan Gods in tranen uit. Toen heeft hij bet hem gezegd: w meester zal 'sterven, maar gij, gij, Hazaël zult koning worden over Syrië, en ik weet wat kwaad gij den kinderen Israels - doen zult. (2 Kon. 8:12 enz.). En toen heeft 'die booze m, an, met moordplannen in zijn hart, zoo veradhtelijk geveinsd en met schijnbaren, ootmoed gevraaigd: wat is üw knecht, die een hond is, dat hij deze groote zaak' doen zoude? "

Maar den volgenden dag heeft Hazaël zijn koning vermoord, hem, 'den zieke, verstikt onder een deken in water 'gedoopt, en zóó zijn m'eester voor diens gunsten beloond. En na die euveldaad is hij koning over Syrië geworden, en heeft jaren lang Israël benauwd, b'estreden, uitgebuit; grawelijk en onmenscbelijk gehandeld tegen krijgers en steden, tegen allen ouderdom en geslacht, tegen vrouwen en kinderen en heel zijn boozen haat tegen het volk Gods uitgeleefd.

En over dezen snoodaard 'heeft de stem des Heeren uit de suizende stilte-op Horeb gesproken? En ten opzichte van hem Zijn profeet Elia bevolen: zalf Hazaël tot 'koning over Syrië! Wordt door deze raadselachtige opdracht de zachte suizende stilte niet met een schreiendeir wanklank verscheurd?

Is de Heere wel in dit woord, in dit bevel?

Hier worden wij weer gerOepen tot het aanbidden van Gods souvereiniteit. W.ant Hij, die genadig wil zijn, la, at' Zijn recht niet los. Hij verloochent Zijn gerechtigheid niet, om Zijne genade te doen Z6gepra, len. Veeleer zal Zijn barmhartigheid zidh openbaren in straffende 'tucht over Zijn schuldig volk. De Heere zal 'de roede ter hand nemen. Daar zal Hazaël toe dienen. Die zal instrument Gods zijn om Zijn iafvallig volk te tuchtigen. Zoo zet de Heere met 'eigen hand den smeltkroes gereed cm Zijn Israël te louteren.

Daartoe wordt deze booze onderdrukker van God verordineerd.

Doch fdat moet Israël nu ook weten en verstaan. Vandaar die 'geheimzinnige opdracht aan

Elia: „zalf Hazaël tot Koning over Syrië". Van Go'ds wege wordt deze 'koning geroepen O'm tegen zijn bedoeling in dienstbaar te zijn aan de geestelijke beaxbeiding van ' het verkoren en nog niet verworpen volk. Toen later Hazaël Israël van alle zijden benauwde, begon niet Syrië's koning, maar, zoo zegt ide Schrift: „de Heere begon Israël af te korten". Hazaël's striemende slagen hebben bekeering gebracht. Op het smeeken van Joahas en |het weeneif^an Joas ontfermt zich Jehova; Hij trekt de roede terug: Hazaël sterft. Zoo is er troost in de tucht, 'genade bij het recht, liefde in de kastijding, barmhartigheid in de verdrukking. Wiant als Israël buigt onder den lood en scepter van Hazaël, dan weet het: deze k'oning is óók van onzen God verwekt. Hij' werkt Z ij n werk. Zonder Zijn wil kan hij zich noch roeren noch_ bewegen. 'Zijn 'koningschap is ons nO'Odig.

Zulke Hazaëls laat Go'd nog wel zalven. Booze, bittere vijanden van Zijn Kerk en kinderen. En toch: van Hem verordineerd. Door Hem'.geroepen. Door 'Zijne 'hand bekleed met macht en kracht. Op Zijn bevel gezalfd. Schijnbaar wo'eden ze los van God, en openbaren hun eigen goddeloozen haat. Dodh in werkelijkheid staan ze onder Hem." En nu vraaigt de Heere van ons gelo-of, dat die Hazaëls ons noodig en daarom door Hem'^jDereid zijn. In het leven der wereld en der gemeente. .Ook in ons persoonlij'k leven. Wat zou ex uit Israël 'geworden zijn zonder de verdrukking van Hazaël ? En wat uit ons, zonder de velerlei beproevingen waardoor ons geloof gelouterd wordt ? Beproevingen ook door mensch'en ons toekomende?

Zoo zien wij eenheid in Gods weg en werk'.

Het bevel uit de suizende stilte: „zalf Hazaël" staat m'et het verbond der genade in rechtstreeksch verband.

Ons leert het opnieuw te gelooven, dat geen schepsel van Christus' liefde scheiden kan; dat ook de boo: ze, ibittere vijanden van Gods Ketk haar nader brengen tot het hemelsch vaderlaind.

En het volk, idat, ziende 'op. Qhristus, zingt: onze Koning is van Isrels God gegeven, het weet, dat óók Hazaël door Dienzelfden is gezonden en gezalfd, om Zijne heerlij'kheid te dienen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Zalf Hazaël.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's