GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET ETHISCH BEGINSEL.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ETHISCH BEGINSEL.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Het probleem ethisch of gereformeerd? spitst zich dus toe tot de-zie vragen: Js de openbaring Gods mededeeling van leven of van waarheid? Is waarheid een intellectueel of een ethisch begripi?

In het antwoord op deze vragen ligt het kernbeginsel waar het om gaat. Alle andere vraagstukken, de. theologie der ethischèn betreffende, hangen met dit centrale samen, b.v. de leer aangaande den persoon en het werk van Christus en de opvattingen over de H. Schrift. Het ligt dan ook niet in mijn bedoeling deze punten reeds nu i afzonderlijk te bespreken.-. In deze vijf .artikelen blijven we bij h e t ethisch beginsel en houden aj het andere, hoe gewichtig op, zichzelf ook, voor bijkomstig, a, l weten, we, dat het gevaarlijk karakter der ethische leeringen en haar heterodoxie veel duidelijker aan den cirkelomtrek dan bij „het centrum blijlsen.

De lijnen die bij het middelpunt schijnbaar weinig uiteeir wijken, geven aan den omtrek een meetbaar verschil.

Hoe nauw de samenhang met het grondbeginsel is blijkt wel uit de onlangs gehouden voordracht van Ds Hoek uit Amsterdam, over de vraag: Wat is ethisch ? i)

Ds Hoek zocht het kenmerkende van de ethischèn, dat zij niet beginnen met aanvaarden, maar dat zij trapsgewijze tot de aanvaarding komen, door de inwerking van 'G-ods Geest, die gedurig de. oogen opent, totdat Gods Woord in zijn volle heerlijkheid voor het verlichte oog schittert. , Zij beginnen dus niet met het dogma, dat de geheele Bijbel Gods Woord is. .Ze, beginnen vrij van de H. Schrift. IMf"

Terecht bracht Prof. Grosheide .deze gedachte weer in verband met heel de ethische theologie, die het eeuwig onveranderlijke te veel op den achtergrond schuift en zich al te zeer grondt op de steeds wisselende, zichzelf nooit gelijk blijvende en bij ieder individu zich anders openbarende menschelijke eiwaring.

Uitgangspunt blijft dus voor het ethisch beginsel de geloovige mensch, gelijk' DT de Sopper het uitdrukt: „De religie moet het geheele leven beheerschen, haar invloed op ieder gebied doen gelden. Maar voor hem, die in de Godsopenbaring levensmededeeling ziet, beteekent dit heel wat anders dan voor dengene, die meent, dat God zinnetjes, waarheden, stelsels geopenbaard heeft. God deelt Zichzelf mee en niet een stelsel"-).

Met opzet zweeg ik over de ethischèn zelf, over de baanbrekers en voortrekkers, over hun strijd en wederwaardigheden en 'over de geschiedenis hunner richting. Hoe belangwekkend zulk een bespreking ook zou zijn, zij zou binnen het kader dezer artikelen niet passen. Waardeering voor ethische personen mag, ons ook niet hinderen het beginsel scherp te zien. Want al hebben wij' gereformeerden van ethische zijde nóóit de meeste waardeering gevonden, al werd van het meerendeel harer strijdvoerders de toon het scherpst en het bitterst als het tegen ons ging^ (zelfs de edele Ghantepie stookte den oven zevenmaal heeter voor de gereformeerden dan voor de modernen!), dit zal ons niet verhinderen uit te spreken, dat er onder de ethischèn tal van eminente en in vele opzichten aantrekkelijke menschen waren en zijn, fijne en rijke geesten, en dat ook de lectuur hunner werken — voor wie ze waarlijk met oordeel des onder-, scheids leest — wel een verheffend intellectueel en geestelijk genot kan geven.

Veel innig-mooie bladzijden spreken, tot hart en geweten.

Trouwens, een groot deel der bezwaren, die de Ethischeii inbrengen tegen de zoogenaamde doctrinaire rechtzinnigheid, onderschrijven wij.

Maar anderzijds beweren we, dat de elementen van waarheid, die in hun voorstelling liggen, in de gereformeerde theologie al van oirds af te vinden zijn en daar rusten op een veel solider basis.

De vraag mag. echter niet teruggehouden: hoe is deze richting in ons land opgekomen? Zij is oorspronkelijk geen nederlandsche gedachte. Ze is uit den vreemde geïmporteerd.

Daar is ze nog niet minder om, want ook de Réveil en zelfs het Calvinisme kwam uit het buitenland. Dit laatste ïs ec& tèr door-en-door Nederlandsch geworden; het vond hier een geschikten voedingsbodem, een weltoebereide aarde en het paste zoo echt op wat men. tegenwoordig de mentaliteit noemt, in de Nederlandsche gewesten na de reformatie. Dat kan men van den-Reveil niet zeggen, en veel minder van "de ethische theologie.

Zij heeft teveel woorden-noodig om haar denkbeelden ingang te doen vinden.

Al wil ze haar standpunt nemen in het leven, haar voorstellingen kan ze toch alleen met woorden propageeren, door „beschouwingen" haar vermeend goed recht verdedigen, m.a.w. zij moet beginnen met een wijsgeerige bespiegeling over het karakter der waarheid; waar haar kennaam en haar kernwoord ethisch is, heeft zelfs de eenvoudigste broeder of zuster recht te vragen wat Israël vroeg toen het manna vond: wat is dat? En als men dan moet antwoorden als De La. Saussaye: „Ethisch is de wijsgeerige karakteristiek va.n het beginsel der theologische wetenschap tegenover het empirisme, zoowel als het naturalistische als het supranaturalistische", dan stel ik me voor, dat de eenvoudige vrager niet veel wij'zer is dan de heer 'Kegge uit de Camera Obscura, toen de tuinman hem vertelde, dat het plantje naar den naam waarvan hij informeerde, de effetieve nolus mi tangere was.

Als voortrekker der Ethische Theologie in ons land wordt meest genoemd deze Dr Daniël Chantepie de la Saussaye, die eerst Waalsch predikant te Leiden, daarna tot 1872 Ned. Herv. pred. te Rotterdam en eindelijk, slechts IV2 jaar lang, hoogleeraar te Groningen was.

Eerst na zijn dood is ? ijn richting zich scherper gaan afteekenen, vooral onder den invloed zijner geestverwanten, onder wie als eerste genoemd moet worden Dr J. H. SGunning, eerst Herv. pred. te Heusden, Hilversum en Den Haag, daarna kerkelijk hoogleeraar te Amsterdam en eindelijk' hoogleeraar te Leiden.

Toch liggen de sprengen der ethische strooming niet in ons land. Vroeger zocht men ze te veel in, Euitschland, vooral bij Schleiermacher, wiens invloed metterdaad duidelijk valt na te gaan.

Maar de eigenlijke oorsprong der ethische gedachte is veel meer te zoeken bij den Zwitgerschen theoloog Alexandre Vinet (1797—1847) hoogleeraar in de fransche taal en letterkunde te Bazel, na 1837 in de theologie te Lausanne. Hij was een man van rijke gaven en idiepe inzichten, literair fijn ontwikkeld, en in het religieuse meer gevoelsmensch dan denker, welsprekend 'getuige tegen deze verstandelijkheid, die den vollen nadruk legde op het gemoed, het hart, het geweten. Deze Vinet gaf wel geen eigen theologisch systeem, maar ontwikkelde toch zijn idenkbeelden op vaak meesleepende wijze.

Er klop'te een warm en bezield leven in en.dat deed zoo goed na de koude verheerlijking van het menschelijk verstand. Niet het verstand — zeide Vinet — maar het geweten is de zetel en het steunpunt der religie.

Geweten vatte hij da.n op, in een bijzonderen zin, heel anders dan wij gereformeerden het doen.

Wij gaan er van uit dat het geweten is de zelfbeoordeeling van den mensch naar den hem bekenden maatstaf van goed en kwaad, zoodat het pas zuiver werkt als het dien maatstaf ontleent aan de wet Go'ds. •

Maar Vinet ging er van uit, dat het geweten een soort instinct was, door de zonde intact gelaten in het gemoedsbestaa.n van den mensch, waardoor hij gedwongen wordt te handelen naar zijn overtv.iging. Het is de eenige wet, die door den willenden mensch gehoorzaamd moet worden, üp 'die behoeften van dait geweten, , van dat arme menschelijk hart met zijn zorgen _en nooden spreekt nu het evangelie aan. Het evangelie zit eigenlijk al binnen in het hart, wie het uiterlijk evangelie aa, n den mensch wil prediken moet een beroep doen op het geweten. Geen redeneeringen dus, geen bespiegelingen, geen voorhouden en aanpreeken van leer, maar een beroep op het geweten. Bekend is dit krasse woord van, Vinet: „Er is slechts verlegenheid, donkerheid, angst, onvruchtbare inspanning in alle stelsels over Jezus Christus, die men achtereenvolgens uit het evangelie afleidt, wanneer het slechts stelsels zijn: de meest verheven en de meest noodzakelijke beschouwingen over Jezus Christus zijn uitdrogend en moordend".

Deze denkbeelden van Vinet waren eerst in Nederland weinig bekend. Ze vonden uitsluitend lezers in de Fransch lezende aristocratische kringen van den Réveil, waartoe in Zwitserland Vinet zich oor-^ spronkelij'k had aangetrokken gevoeld. Via Chantepie en de zijnen hebben zie bij meerderen ingang gevonden, al is 't Ethisch beginsel nooit populair bij de groote 'massa geworden.

Merkwaardig is nu, ; dat èn Chantepie èn Gunning te goeder trouw meenden in de zuiver-gereformeerde lijn te zijn. iChantepie heeft uitdrukkelijk gezegd zich Calvinist te a.chten en wat Gunning aangaat, deze heeft zich reeds in 1863 tijdens de kerkelijke troebelen zoo positief uitgelaten, dat hij' wel een soort baanbreker voor de doleantie kon geweest zijn. In een brief aan een vriend, getiteld Vorm en Geest, schreef hij: „zelf in hart en nieren Gereformeerd, noem ik die Gereformeerde Klerk, met hare levensvolle, in merg en been Iristorische, - met hart en leven des volks tezamengegroeide, volheerlijke Nederlandsch-Hervormde belijdenis" en „met haar oneindige diepte van leven des harten, die van oneindige hoogte der ontwikkeling profeteert en noch rechts noch links noch ergens een slagboom duldt, het heerlij'kste, dat op .aarde gevonden en gedacht worden kan".

De Synodale IKerkregeling daarentegen en de daaruit geboren toestanden en verhoudingen verklaarde hij „vol zonde, vol onwaarheid, en ellende" en hij vergeleek het Herv. 'Klerkgenootschap: bij , , een min of meer magonnieke vennootschap; welker verordeningen men telkens als het noodig is, zonder bitterheid op zijde 'kan metten".

Naast Chantepie en Gunning zijn meerdere mannen, van bijzondere bekwaamheid en gaven te noemen. ïk wees u reeds op. Br Valeton Jr, den Utrechtschen, we mogen ook niet vergeten Chantepie Junior, iden Leidschen Hoogleeraar. Namen van andere vooraanstaande en vooraa, ngaande ma.nnen in het Hervormde Kerkelijk leven zouden er bij te voegen zijn, van professoren als Daubaiitoii, en vooral den oorspronkelijken en geestigen Is. van Dijk, wiens werken ge — al deelt ge zijn inzichten niet, al staat ge er vaak. dwars tegenover — toch met buitengewone belangstelling en waardeerin? ; leest.

iets wa.t evenzeer geldt yan DT Jonker, den para'doxalen stylist. Ook predikanten als Roozemeijer te Arnhem en Gerritsen in Den.Haag hebben naam gemaakt. En voorts is er een tamelijke Olympns met mindere goden, waarvan ik er geen noemen zal, om niemand over ^te slaan.

Deze mannen die ik opsomde, hebben echter de ethische richting het duidelijkst vertegenwoordigd en haar een plaats gegeven in de Herv. Kerk, waarvan Chautepie nooit gedroomd had; al heeft later het kenterend getij weer hoog water gebracht voor de confessioneele orthodoxie.


1) Zie hierover het art. van Prof. Dr F. W|. Grosheide, „Heraut" no. 2421. En verder: !, v. d. Sluis, De Ethische richting, D. M. Diermanse, Toetsing aan de H. Schrift van de beginselen der Ethische Richting, H. C. v. d. Brink, De Ethischèn en de H. Schrift; idem. De Ethischèn en de Christus.

2) Dr A. J. de Sopper, Synthese 1 blz. 44—46.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1924

De Reformatie | 4 Pagina's

HET ETHISCH BEGINSEL.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1924

De Reformatie | 4 Pagina's