GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook nog deze week moet het vervolgartikel overstaan met het oog op boekbespreking.

Marie Diers, Het Levende Hout.

Van de Duitsche romajicière. Marie Diers, wier geschriften ook in ons land gereeden ingang vonden, verscheen bij den Uitgever Schoonderbeek te Laren weer een nieuw 'boek in vertaling , , Het levende hout".

Als vele auteurs — ik herinner aan Ina Boudier-Bakker — heeft Marie Diers een zeker thema, dat telkens in haar boeken terugkeert, al is het ii& , tuurlijk in variatie van vorm. Diat thema is: het elkaar niet-begrijpten van ouders eh kinderen, als bron van veel levensleed aan beide zijden, 't Duidelijkst en ook het mooist spreekt deze gedachte uit „De brieven van den ouden Josias", 't mooist daarom, wijl groote, maar te veel eischende liefde de oorzaak is van de verwijdering tusschen vader en dochter, en Sie liefde door alle hardheid heen schemert.

„Het levende hout" behandelt hetzelfde thema, , maar de uitkomst is tegengesteld aan die van „De brieven "

Een rijk houthandelaar, Zinnai, heeft een eenigen zoon, dien hij echter j, een droomer" noemt, omdat het geld geen bekoring voor hem heeft. „Een muffe kamer" noemt Gerhard, de zoon, den rijkdom. Heel z'n hart gaat uit naar beeldhouwwerk, vooral sinds hij als jongen getroffen is door een prachtig Christusbeeld, „een lijdende God aan het hout". Zulk een beeld wil hij maken, altijd i^iet hij het weer voor z'n geestesoog; hij heeft maaréén streven, z'n ideaal te kunnen verwezenlijken. Den vader verdriet deze abstractie. Hij doet alles, om den zoon „een mensch" te maken. Maar hij bereikt eer het omgekeerde. Als hij b.v. den jongen, eens vertelt van zijn armelijke en strijdvolle jeugd, in de hoop, dat Gerd hierdoor de waarde van zijn rijkdommen zal gaan beseffen, is het effect juist, dat deze armoede begeert om harden arbeid als levensnoodzaak te gevoelen.

Zoo komt gaandeweg scheiding tusschen vader en zoon. En die scheiding wordt een feit, als Gerdl het cfuderlijk huis verlaat, om in Berlijn te gaaa studeeren in het vak van ^ijn keuze. Onder den liefdevollen invloed van een oude tante, Fine-moei, een goedige sloof, komt aldra de rust in zijn gemoed en dat begunstigt de ontplooiing van zijn talent. Tegen den zin van z'n vader trouwt ïiij een arm meisje, maar, 't duurt niet lang, of Gerd's roem is gevestigd en daarmee zijn bestaan. En hij bereikt ook z'n levensideaal in het vervaardigen van „een christus aan het kruis". Diat werk wordt ook 'in lander oplzicht z'n levensgeluk, wijl z'n •STOUW, die hem te voren weinig begreepi, nu z'n werk verstaat en hem ten volle haar liefde wijdt. Tegenover het nieuwe geluk van Gerd staat dan de armoedbvan den vader, die in de desillusie van z'n leven, omdat z'n berekening-huwelijk een volkomen mislukking blijkt, leert erkennen, dat geld niet gelukkig maken kan.

Zoo is de inhoud van dezen roman, die, in den opzet aan „De Brieven.." gelijkt, maar in de verdere bewerking geheel verschilt, zooals men ziet, niet tof zijn voordeel. Want, waar het ontroerende van de geschiedenis van den ouden Josias juist is, dat hij, als de dood de scheiding absoluut heeft gemaakt, z'n fout inziet en deemoedig belijdt, komt hier alles terecht. En daarmee is „Het levende hout" een roman geworden, zooals er honderden zijn, met niets bijzonders. „De Brieven..." beeldden een levenstragoedie uit, diep en smartelijk aan alle kanten, „Het levende hout" is niets meer dan een.

goed geschreven roman, met zeker mooie fragmenten, goede analyse ook wel, maar zonder dat strakke, scherpe, pijnlijke, dat in de consequentie van de grondgedachte Hgt besloten. D© lectuur van „De Brieven " laat een diepen indruk na, die telkens weer opleeft in uw ziel, als ge van soortgelijke gevallen leest; de lectuur van „Het levende hout" geeft slechts momenteele stemming, gaat aan uw diepste voelen voorbij, omdat de spanning door het verloop van 't Verhaal zelf verbroken wordt.

Veel minder ook is dit boek uit religieus oogpunt. In „De Brieven " blijft het godsdienstig element in de kleur van het geheel, hier is het oplegsel, dat bij de minste aanraking afschilfert en dan van heel slechte substantie blijkt. De beschouwing van den stervenden Christus, zooals Gerd die zich schept, doet meer dan eens als profaneering aaai, en de vorm, dien hij ten slotte aan z.'n .gedachten weet te geven in het voltooide beeld: „geen bezwijkende, berustende Jezus..., maar de heerlijke fierheid van den mensch ten hemel stijgen(d), het bovenaardsche lichten des geestes, dat zelfs de overwinning behaalt op het onbeantwoord wegsterven van zijn laatste waarom", is voor ons gevoel zelfs een pijnlijke misvorming. Een schrijnende opmerking is ook in een boek, dat handelt over „het levende hout", wat de oude heer Zinna zegt, ' dat hij in den tijd van kommer had leeren bidden, maar 't weer afgeleerd had, „omdat het toch niet hielp", of die van dokter Bartlemami „een echte dokter moet geen goede christen zijn, dat werkt verslappend. Wij mannen van het vak zijn nu eenmaal oude heidenen". Elders wordt het begrip „vroom" in tegenstelling gezet tot natuurlijk", als Zinna aan z'n zoon vraagt: ... „dat is ioch niet vroom, hè Gerd" en deze antwoordt... „neen, vader, het is heel natuurlijk".

Deze en dergelijke passages teekenen de religieuze sfeer van den roman en veroordeelen dien voor ons besef. Literaire critiek vraagt zeker in de allereerste plaats beoordeeling van literaire qualiteiten, maar vraagt ook naar den inhoud van een boek in verband tot het gegeven. En nu kunnen en willen we gaarne de literaire elementen van dezen roman waardeeren, zelfs de vertaling van Dr Herderschee als voortreffelijk roemen, maar inhoud en gegeven zijn met elkander volkomen in strijd. Men vergelijke maar eens een bewerking als b.v. Rubbens van dit laatste 'heeft gegeven, met die, welke we hier vinden en oordeele ztelf.

Wij mogen van een auteur nimmer eischen, dat hij onze beschouwing deelen zal, maar zeer zeker, dat hij die niet misvormt. Ook al is de bedoeling nog zoo goed, daaraan twijfelen we ten aanzien van dit boek niet, we kunnen haar niet aanvaarden.

Wie daarom van Marie Diers iets lezen wil, neme de bij denzelfden uitgever verschenen romans „De Brieven van den ouden Josias" of „De zeven zorgen van Dokter Joost", en kieze niet dit nieuwste boek.

G. Themmen, Het moeilijke begin.

Mej. Themmen, thans Mevr. Sevensma—Themmen, is een christelijk schrijfster, die voor haar arbeid waardeering verdient. Ze gaf reeds in onderscheidene boeken en boekjes blijk van talent, van compositie-en stijlvermogen. Men herinnera zich haar boeken „In 's levens poort" en „Op den drempel", beide uitnemende jonge-meisjes-lectuur, en de lezers van het tijdschrift „Opwaartsche Wegen" Tjennen de mooie fragmenten van , , De andere Weg", den nieuwsten roman, die binnen kort zal verschijnen.

Voor zoover mij bekend is, is Mej. Themmen haar schrijfstersloopbaan begonnen met het publiceeren van schetsen en novellen in literaire tijdschriften. Meer dan eene bijdrage gaf ze b.v. aan de periodieken „Opgang" en „Opwaartsche Wegen", bijdragen, die werden gewaardeerd door de lezlers.

Van deze stukken nu heeft ze een bundel samengesteld, die bij de Uitgevers-firma „Neerlandia" te •^Arnhem is verschenen, onder den titel „Het moeilijke begin".

't Is de gewoonte een schetsenbundel te noemen naar het eerst-opgenomen stuk en dus is Mej. Themmen, die deze gewoonte volgt, ad rem. Maar een andere titel zou m.i. beter zijn geweest. Men krijgt nu den indruk, dat men een roman zlal lezen, daar nergens vermeld staat, dat het boek een schetsenbundel is, en het geeft een gevoel van teleurstelling, als men z'n verwachting bedrogen ziet. Het zij den leiders van de Neerlandia-bibliotheek, waarvan dit deel het tweede nummer is, aanbevolen, in dezen op verandering te zinnen en met een m.i. onjuiste gewoonte te breken.

Wat betreft de hoofdzaak van-deze verzameling, den inhoud, hebben we allen lof. De Schrijfster vertelt geen andere dan reeële verhoudingen en ze doet dat op een wijze, die haar stof ten goede komt. Ook is de ontleding van de karakters zuiver, dikwijls (b.v. in „Het moeilijke begin", „Dwaallichtjes") heel goed; en de taal harmonieert met de kleur der schetsen zelf ('t best m.i. in „Allerzielen")'.

Er loopt door de verschillende verhalen één lijn: die van geloofstroost in levensleed. In het eene stuk is die duidelijker dan in het andere, ma; ar dezie gedachte is toch de basis van alle schetsen. Men leze slechts „Eenzamen", „Het moeilijke begin" e.d. Vooral om deze doorgaande strekking is het boek, dat literair van goede eigenschapipen spreekt, een aanbeveling waaïd.

Eén opmerking zij mij' echter geoorloofd. Er zit iets abrupts telkens in de wijze, waarop' de verhalen eindigen. Men wil iets meer hooren, dan de Schrijfster vertelt. Soms krijgt men het gevoel van zekere opzettelijke reactie tegen het vertellen van „den afloop" van een verhaal, in eens, zonder merkbare buiging van den draad, is een schets „uit". Deze gewoonte, die, inderdaad als een soort reactie in de eerste tachtigerjaren sterk was, is thans verouderd, sinds de psycho-analyse in de boeken de overhand kreeg. En waar deze schetsen juist van dit karakter zijn, is een zonder-meer eindigen min of meer met het genre in strijd. In de „moment-opnamen", die het impressionisme in zw, ang bracht, was zulks natuurlijk, in beschouwende schetsen is het geforceerd.

Het behoeft intusschen wel niet nadrukkelijk verzekerd te worden, dat deze opmerking niet een minder waardeeren van het geheel insluit.

Het boekje geeft geen superieur werk, 't is eenvoudig, doch juist daarom goed.

C. Schrijver, Hoogtijden.

Het andere — eigenlijk' het eerste — nummer van de Neerlandia Bibliotheek is „Hoogtijden" van G. Schrijver, 't Boek is óók een schetsenbundel, maar met een eigen titel, die wel past bij het geheel.

We herkennen bij het leizien van de verschillende schetsen: „Levensles", „Het Paaschei", „Dooden-Kerstmis", „Groote feestdag", , , De Biecht" wel den auteur van , , De Lichte Last" of „Het eenzame piad" in voortreffelijke typeering, goede psychoanalyse (b.v. van Doortje in „Het Paaschei") maar in korte schetsen kan Schrijver zich toch niet geven in z'n kracht, 't Duidelijkst blijkt dat uit den diah loog „de Biecht", welks stof bij-breeder behandeling zeker niet boven zijn kracht ligt, maar in deze schets in theatraal geptraait verloopt. Wel vormt — dit in tegenstelling met den vorigen bundel — elk stuk een afgerond, voltooid geheel, maar door de behandeling in zoo kort verband is het weefsel soms te los (b.v. in „Levensles"). We missen dan dien groei, die een boek als „De lichte last" zoO' mooi maakt, 't-Best is daarom „Het Paaschei" in welk eenvoudig verhaal zelfs fijne psycho-analyse uitblinkt, in meer dan een figuur („de ^uster", „de dikke" e.d.). Niet onverdienstelijk ook is „Dooden-kerstmis", de uitbeelding van'twee ongelukkige ouders, die sinds den dood van hiin eenig kind geen kerstvreugde meer hebben in hun hart, omdat ze „geen vrede kunnen sluiten met hetgeen achter ligt", tot op een kerstavond het den vader ineens duidelijk wordt, dat ze „inplaats van met den levenden Heiland, met (hun) dooden zoon ieder .jaar kerstfeest gevierd" hebben. „Groote feestdag" is een pittig, luchtig gekleurd schetsje, maar met een onbevredigend-zwaar slot.

Over 't algemeen ontbreekt het dezen bundel aan wat Sohrijver's grootste kracht is: rustige ontwikkeling uit regelmatigen groei. Daarmee is hij als lectuur niet waardeloos, stellig niet zelfs, maar hij geeft niet, wat we, op grond van ervaring, van den auteur verwachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's