Op No. 1!

Merkwaardig genoeg ontvingen we de laatste dagen eenigc brieven, waarin eenzelfde bezwaar naar voren wordt gebracht.

Enkele cori-espondenten geven hun voornemen te kennen, dat zij bij de verkiezingen niet op no. 1 van de anti-revolutionaire lijst zullen gtemmen, een paar andere aarzelen nog en wenschen advies daarover, terwijl er ook één meent, dat hij maar blanco moet stemmen.

Oorzaak?

Voornamelijk de houding van minister Colijn tegenover de Olympische Spelen.

Mogelijk zijn er nog anderen — hoewel hun getal gei'ing zal zijn — die met hetzelfde bezwaar te worstelen hebben.

Daarom willen we het liier openbaar en, openhartig bespreken.

‘t Is ortgetwijfeld waar, dat minister Colijn in deze zaak de heels anti-revolutionaire TWeede-Kamer-club .en misschien wel 99 o, o van de anti-revolutionairen in den lande tegenover zich vo'nd.

Maar, vragen we, is het billijk, dat men om één punt van verschil minister Colijn zijn vertrouwen opzegt?

Is dat niet zeer enghartig?

Mag men daarom al zijn overige verdiensten vergeten?

Heeft hij ons land middellijkerwijs niet uit het financieele moeras gehaald?

Moet dat ons niet veeleer tot bewondering nopen en tot vertrouwen stennnen?

Niemand zag er kans toe.

Hij heeft het verricht.

En wat nu de Olympiade-kwestie aangaat, mag allereerst niet vergeten, dat hij de loterij heeft willen verhinderen en de Zonda, gsheiliging waarborgen. En vervolgens, dat hij te Leeuwarden heeft verklaard: „De tijd is nog niet gekomen, om alles hieromtrent te zeggen, die komt nog."

Ondanks dat alles kunnen ook wij zijn houding ten opzichte van de Olympiade niet goedkeuren, maar dat zal ons niet beletten geestdriftig onze stem op hean uit to brengen en allen dringend op te weklven hetzelfde te doen,

Men zij voor niets zoo bevreesd als voor bewustzijnsverenging.

En vooral late men geen wortel van bitterheid in zijn hart groeien.

Eén van onze correspondenten schrijft: „Kuyper is in den gevierdsten tijd van zijn laven nooit zoo dikwijls „leider" genoemd als thans Colijn. Men nam het u bijna kwalijk, als gij Kuyper in de laatste tien jaar van zijn leven nog „leider" dorst heeten. En nu wordt men ziek van al het „geleider".

Deze toon deugt niet.

En de stemming, die dien toon doet aanslaan, ook niet.

Wij mogen het wel, dat iemand het voor Kuyper opnoemt.

Maar men Colijn. wreke zich deswege niet op minister

Al zou het waar zijn, dat men thans den leiders-titel drukker zou gebruiken dan ooit in Ruypers leven — ik kan dal niet controleeren, maar al kon ik het, dan zou ik den tijd ervoor te kostelijk achten, dan mag men dit toch minister Colijn niet wijten?

Hij plakt toch geeij, biljetten aan: Onze leider komt!

Lieve menschen, ergert u toch niet.

Een ander meet zijn bezwaren tegen dit Kabinet uit.

Maar de verkiezing gaat niet vóór of tegen dit Kabinet!

We trekken bij de verkiezing voor onze anti-revolutionaire partij op en zullen daarna verder zien.

We trekken voor Colijn als no. 1 op.

Is dat? niet alleszins natuurlijk?

Werd hij op de laatste Deputatenvergadering niet met overweldigende meerderheid tot partij-voorzitter gekozen?

En geeft hij zich niet met beschamende aktiviteit om overal tol in kleine plaatsen voor ons volk te spreken?

Men kome dan niet met bezwaren aandragen, die men ter Deputatenvergadering had moeten aandragen.

Met de verkiezing in het zicht, vallen alle bezwaren weg.

Can stemt ieder, die de partijdiscipline op no, 1. eerbiedigt,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen