GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Looft den HEERE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Looft den HEERE.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet, looft den HEKRE, alle gij Imechten des MEEREN, ; gij die allen nacht in het huis des HEEREM staat.Heft uwe handen op naar het lieiligdoin en looft .den HEERE. Ps. 134:1 en 2.

Deze Psalm werd gezongen als afsoheidslied, wanneer de pelgrims, na de groote feesten, Jerusalem verlieten.

Zij waren nog getuigen geweest bij het laatste. avondoffer.

Niet zonder weemoed maakten zij' zich gereed om te scheiden van de heilige plaatsen.

Groepen feestgangers tretóken In den avond uit om in den koelen nacht een goed eind vooruit te komen.

Buiten de poorten toeven zi| nog even en blikken vol eerbied op naar de tinnen des tempels, naai' het heilig Sion.

Daar zien zij, bij het rossig fakfcellicht, de tempelwacht van priesters en levieten.

Nu kunnen zij niet langer zwijgen.

Uit het lage dal roepen zij' tot die wachters omhoog en wekken hen op om als knechten ides, Heeren 'Zijn Naam te loven en Hem heerlijkheold toe te brengen. ' ^^^^É^I^ISï^

Welk een heilige belangstelling* iii'^eri''TO©n: st Gods.

Bijna kunnen ze van de heilige stad en Van het Sion Gods niet scheiden, die^ dankbare feestgangers, wier hart nog vol is van alles wat ze d'aar genoten hebben.

Maar ze moeten, versterkt met. kracht in do ? iel, terug keeren naar hun eïgen levenskring en arbeid.

Zoo gaat het nog met het volk Gods, als het in het huis des Heeren door het Woord onderwezen, getroost en versterkt tot den levensstrijd wederkeert.

Is het dan wonder dat die pelgrims, op weg naar verre oorden, met zekere jalousie aan de tempelwachters denken, die in den stillen nacht mogen loeven op de hooge, heilige plaatsen in Sion?

O, laten zij toch Jehovah's Naam prijzen! , Dio opwekking» was allicht voor de tempelvvachters noodig, opdat hun dienst geen sleur^erk werd. Ook de ambtsdragers der Nieuwtestamentische gemeente hebben die biddende belangstelhng zoo van noode.

Ais het recht is moet er een wisselwerking van liefde en gebed zijn tusschen de ambtsdragers en de gemeente, opdat zij elkanders hart opwekken en aanruren tot den dienst des Heeren.

Nergens toch is het gevaar voor een vormelijke sleur en een konde gewoonte grooter dan bij het dienen in het heilige.

Daarom was het zoo goed dat de priesters en levieten door de godvruchtige schare bij' het afscheid gewezen werden op 'hun dure roepmg om niet maar gehuurde wachters op Sions inuren te zijii, do'ch biddende dienaren des Heeren, voor wie het een verheven taak is de handen smeekend op te heffen in den naam des volks tot het heiligdom om de gemeenschap des Heeren te zoeken en Hem dankend te verheerUjken.

Als het ambt meer in dat ideale licht werd beschouwd, dan zou er ook meer begeerte zijh onzen God daarin te dienen. '

Wat maken die pelgrims in hun nachtelijk afscheidslied ons beschaamd.

Immers, voor ons staat bijl den dienst in het huis des Heeren meestal de vraag op den voorgrond wat wij' daar genieten, hoe wij er gesticht, getroost, onderwezen worden.

Of wij onder de bekoring eener boeiende rede komen.

Doch veel te , weinig denk'en wij' aan wat toch het allerhoogste moet zijn en moet blijven: of de Heere ei' gediend, verheerlijkt, gedankt, aangebeden wordt; of het eeredienst is in den diepen en rijken zin des woords.

Israels vrome pelgrins roepen den preisters toe: Looft den Heere!, wél wetende dat alleen Tiet volk waarlijk gezegend wordt als de God des Verbonds eer en lof, dankzegging en heerlijkheid wordt toegebracht.

Mocht dat heilig motief ook ons dienen van den Heere meer beheerscben.

Dan zon er meer echte' vreugde gesmaakt worden in de voorhoven onzes Gods, en ons geestelijk leven ZO'U rijker bloeien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Looft den HEERE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's