GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sara’s geloof.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sara’s geloof.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door het geloof heeft ook Sara zelve kraclu ontvangen om zaad te geven, en boren den tijfl baars ouderdoms heeft zij gebaard, overmits zij Hem getrouw heeft geacht, die het beloofd had. Hebreen 11:11.

Waf is toch bij het wonder van Izaks geboorte 'de be teekenis geweest van Sara's geloiof?

Op zichzelf ware het immers ook mogelijk, dat de Heere haar moeder maakte buiten de. geestelijke werking van haar geloof • om. Zoo is echter niet geschied. „Door het geloof heeft Sara kracht ontvangen om zaad te geven". Er heeft dus in de ontvangeniss'jen^-geboie'rtee'van Izak geloof der moeder gewerkt. Welke is dan daarin' de beteekenis en werking van dat geloof geweest ?

Het antwoord op die vraag hangt samen met het eigenaa.rdige, dat Sara ^O'O lang wachten moest op Izaks geboorte. Immers „tot boven den tijd baars ouderdoms".

Voor het wónder was dit eigenlijk niet noodig. W.ant wij weten, dat de natuur bij deze vrouw ook in vroieger jaren machteloos was gebleken. Reeds . aan het begin harer geschiedenis, vóór Abraham nog uittoog naar Kanaan, wo-rdt dat meegedeeld.

Waarom moest het wonder nu wachten, 'jaar aan jaar wachten, totdat Sara ver opi har© dagen gekomen was?

Ongetwijfeld' was dit óók oan het wonder des te opmerkelijker te maken. Doch dat niet alleen. Hier komt nu de beteekenis uit van Sara's geloof.

„Door het geloof heeft Sara kracht ontvan-'gen om zaad te geven".

Ziet, het is wel de Héére' alléén, die met Zijne almacht wonderen werkt, — maar die alma, cht werkt bij den mensch door ëen weg van het g e-loof. De Heere doet Zijne ahnaicht bij' den mensch invloeien door de aansluiting van het geloof. Het geloof is de hand waarmeide Gods wondermacht aanvaard wordt. Daarom is het G; ódi, die het wonder doet, en kan toch tegelijk gezegd' wor: len: d o o r h e t g e 1 o o f.

Dit gaat zóó sterk door, dat Jezus geen teeken kon doen vanwege 's menseben ongeloof. Het is soms alsof Jezus tast en zoekt naiar de aansluiting des geloofs. „Grelóóft gij" — zooi vraagt Hij' — „dat Ik dat doen kan? " Of Hij zegt: „Indien gij kunt gelóóven, alle dingen zijn mogelijk dengene, die gelooft". En dan weer: „Heb gelóóf opi Crod".

God was het, die de' muren van Jericho deed ineenstorten; en anderzijds is het even waar: „door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen". Het geloof is het kanaal waardoor de wondermacht Gods invloeit.

Ziel)daar derhalve de beteekenis van Sara's geloof in het wonder van Izaks geboorte.

„Door het geloof heeft Sara kracht ontvangen om za, ad te geven."

En tevens wordt hier verklaaird, waarom dit •wonder bij haar pas op zoo hoogen leeftijd geschiedde.

Want toen voor het eerst stond Sara in het volle geloof.

Wij weten, dat dit vroeger niet zoo was. De geschiedenis van Hagars huwelijk met Abraham bewijst het. En zelfs toen de Heere Zijne beloifte in Abrahams tent kwam herhalen, lachte Sara in ongeloof.

ongeloof. Daaruit zien we, dat Sara nog niet stond in bet volkomen geloof in de belofte Gods. Zij moiest leeren gelooven alleen in het Woord, alleen in de belofte. Méér had zij niet; maar méér behoefde God ook niet te geven. En zoolang zij nog niet in het geloof in de belofte ^stond, zoolang, werkte God het woiider niet. Het wonder wachtte O'p de aansluiting des geloofs. Daarom moest het bij Sara worden „boven den tijd baars ouderdoms".

En wat staat er dan vau Sara?

„Overmits zij Hem getrouw geacht .heeft, die het beloofd had".

Hier is nu het pimt, waartoe Sara komen moest; de hoogte, waarheen haat geloof moest stijgen.

Dit is nu Sara's geloof, — dat zij Hem, die het beloofd had, getrouw gaat achten. Zietdaax het geloof in de belofte. En als Sara daar komt, — dan 'geschiedt het wonder. Dan vloeit de almacht Gods in. Dan ontvangt Sara kracht om zaad te. geven, — door het geloof.

Niet, dat bet geloof v: an deze vro-uw haar zaak is, en uit haar kracht. Neen, de Heere werkt ook dat in haar. Hij werkt van twee kanten. Hij werkt naar Zichzelven toe. Hij arbeidt met de e-ene band in Sara, O'in haar geloof te sterken en boogar op te leiden; en Hij doet met de .andere hand het wonder van het leven in haar verstorvenheid indalen.

„Door het geloof heeft Sara kracht ontvangen om zaad te geven, ' — ó'vermits zij Hem getrouw heeft geacht, die het beloofd haid."

Hier is een gro-ndtrek in het geestelijk leven. Hier is Sara de moeder ider geloovige'U, die hare trekken aan haar geestelijk nakroost doo'rgeeft. Deze lijn gaa.t Alle eeuwen het geestelijk leven door: —^ Hem getrouw te achten, die het b e 1 o o f d beef t.

Dit is nu, — geloof.

En dit is nu de weg, — de eenige, — waarin de Heere Zijn werk aan ons bevestigt, waarin Hij ons het kind der belofte in de armen legt, waarin Hij O'Uze mond vervult met gejuich, en onze' ziel de weelde doet smaken, dat wij de'U Christus ont-^rangen hebben.

Dat kan alleen, als wij doorbreken tot het geloof. AVe zijn dan tevoiren wel oinder de 'bewerking van Gods Geest, ontdekt aan oaize zonde en schuld, en met uitgang der ziel na^ar Christus; we genieten ook wel bij tijden van Gods gO'edertierenheid, en zijn niet zonder vertroostingen. Oo'k bij: Sara was dat zoiü. Zij was eene godvreeze'iide vrouw, in wie de Heere gaandeweg doorwerkte.

Maa.r dat het nu bij ons tot bloei do-orbreekt, dat we nu z^gen gaan: „Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij 't hebt geda.an", — dat geeft de Heere als 't geloof uitschiet, en als wij Hem getrouw gaan achten, die het beloofd heeft. En op dat ooge'Ublik weten we niet, wat er éérder is, — het wonder of het geloof. Ze zijn er beide tegelijk.

Dat we ons door de Schrift dezen weg laten aanprijzen: — op de belofte te leeren leven, e'U Hém getrouw te achten, die het beloofd heeft.

Er zijn wel aangename toestanden in het geesstelijk leven, en gevoelige ondervindingen van Gods nabijheid en gunst, maar het leve'U in het geloof of 'de belofte des Heeren staa; t hóóger, wijl God daardoor meer geëerd wordt. Ooik als er niets bijzonders ondervonden wo-rJt, laait ons dan den Hee-re in Zijne belofte getrouw achten, en in het geloof op Zijn Woord doorgaan.

Sara had slechts ééne belofte.

En hO'evele zijn er voor hare geestelijke kinderen. Menigvuldig liggen Gods toezeggingen voor do hongerenden naa, r de gerechtigheid, voor de bidders om Gods genade en den Heiligen Geest, voor alle zondaars en zondaressen, die den Heere Jezus noodig wete'n tot wijsheid' en rechtvaardigheid en heiligmaking en volkomen verlossing.

Grijpt die beloften dan aan.

Laat het eens gaan, — „doior het geloof".

Zoekt geene zijwegen meer.

Durft eens alles in den dood' te geven, en de belofte Gods alleen over te houden.

En gaat eens met die belofte naar den Heere delven, om Hem getrouw te achten, die he t beloofd heeft.

Zou Hij het spreken, en niet do'en? Zou Ilijl het zeggen, en niet besteti'dig make'U?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

Sara’s geloof.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's