GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BDITENIANDSGHE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BDITENIANDSGHE KERKEN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Engelsche Zondag.

De Engelsche Zondag, traditie van de dagen der Puriteinen, is alom bekend door zijn strenge rust.

Wie vroeger in Londen kwam vond het, althans de Gereformeerde christen, een verkwikking te zien, hoe alle winkels gesloten waren en ieder inwoner kerkwaarts scheen, te treklcen.

Tegenwoordig is daarin echter, zoo lazen we in de „Ref. Schweizer Zeitung", een ongunstige kentering gekomen.

Het blad ontleent aan het Jaarboek van het „Genootschap ter bewaring van de Zondagrust" het volgende.

Eiken Zondag trekken de Londensche bioskopen weinig minder da.n een half miljoen bezoekers. 900.000 d.i. bijna een achtste van de Londensche bevolking wonen lederen Zondag een concert bij.

In geheel Engeland zijn 's Zondags 86.728 openbare lokalen en drinkclubs geopend, d.i. het dubbele van het gezamenlijke aantal kerken. Het getal van zaken, welke 's Zondags nering drijven, wordt geschat op 40.000. 's Morgens om 9 uur gaan zij open en sluiten eerst om 8 uur 's avonds of nog later. De meeste zijn banketbakkers-en sigarenwinkels. Dat deze hoofdzakelijk door Joden worden gedreven, is niet juist.

Het „Genootschap ter bewaring van de Zondagsrust" ontwikkelt hooge aktiviteit. Maar het vindt tegenover zich de roerige Zondagsliga.

Op' het oogenblik is een hevige strijd ontbrand over de hondenwedrennen te Southend-Sea. Geheel Zuid-Engeland staat daarover op stelten.

Zal de Engelsche Zondag hersteld worden of in den huldigen stand blijven?

Wij zijn in dit opzicht zeer pessimistisch.

Wanneer de kern der Christelijke religie wordt weggeworpen — en dat is in Engeland op: groote schaal het geval —, dan wordt de traditie een ledige bolster, op het behoud waarvan men zelfs in een land, dat zoO' aan de traditie gehecht is als Engeland, geen prijs zal stellen.

Het einde van Lenin.

Het einde van Lenin. „De Banier" (N. O. I.) deelt iets mede over het einde van Lenin, wat ons uit Nederlandsche bladen nog niet was bekend geworden.

Het blad put zijn nieuws uit een Duitsche periodiek.

In „Der Christliche Hausfreand" deelt Percival Philips het volgende mede over het einde van Lenin, den president der sovjet-repnbliek:

den president der sovjet-repnbliek: , , Deze man, die meer dan 2 millioen van zijn Russische landgenooten in koelen bloede in dem dood gezonden beeft, was door een langzaam verloopendei ziekte aangetast, wier symptomen voor hem, den hooggevierden, als een godvereerden oppermacht zeer dceraoedigend waren. Zijn versta.nd begon langzaam af te nemen.

Een jaar lang verzette Lenin zich met alle hard-I " nekïighëid tegen zijn lot, •mÉa#''"ilé"'voortdurende verlamming van zijn geestvermogens nam van dag tot dag toe.

In zijn laatste levensdagen zag men met afgrijzen den almachtigen heerscher van het Russ.iscbe Rijk in zijn bij Moskou gelegen landgoed Gorki op den vloer rondslaipen. Als een dier bewoog hij zich op handen en voeten naar bepaalde meubelstukken van .zijn kamer en door zijn geweten gemarteld, bad hij deze, die meubels n.L, dringend om vergeving voor zijn misdaden. Dit deed hij in de steeds meer zeldzaam wordende heldere oogenblUckein van zijn ellendigen toestand."

Uitteraard zijn wij met zulke berichten ietwat voorzichtig.

Maar indien het waar is, is het ontzettend.

In elk geval: vreeselijk is het voor een man als Lenin' te vallen in de handen van den levenden God. . ,

den God.

Coolidge over de religie in de opvoeding. Uit „De Maasbode" knippen wij:

Dezer dagen heeft president Coolidge een rede over de opvoeding der jeugd gehouden, welke in de Ka. tbölieke pers der V. S. buitengewoon gunstig onthaald is.

Nadat de president uiteengezet had, wat school en universiteit hebben bijgedragen tot de stoffelijke welvaart van het land, betoogde hij met nadruk, dat het gevaarlijk is te denken dat daardoor alles reeds bereikt is, integendeel.

„Wij liebben, zeide hij, ons veel meer bekommerd over een opvoeding die ons praotisch nut afwerpt, die ons dollars en oenten bezorgt, dan over eene, die ons veilig aan de overzijde' van bet graf brengt.

Wij moeten weer tej-ugkomen op de aloude' vraag, •die eeuwen van wiisheia in zich bevat: Wat baat het den mensch, als hij de heele wereld bezit, indien hij schade lijdt aan zijn onsterfelijke ziel?

Al onze wetenschap, kunst en technische verbeteringen, zijn geen ware vooruitgang voor ons volk; zij kunnen ons nooit boven de oppervlakte van het gewone leven verheffen; zij zullen ons nimmer een beschaving eiu cultuur van blijvende waarde geven, wanneer wij daarin niet een uitwendige openbaring zien van innerlijke waarheid en werkelijkheid.

Wan'neer onze scboollokalen geen echtC' tempels worden, waarin onze jeugd zich voedt met eerbied voor de waarheid, is het niets dan waanwijsheid die men haar bijbrengt, die haar alleen maar in staat stelt om gemakkelijker kwaad te doen.

Oinze inrichtingen van onderwijs moeten voor een ho'Oger doel bestemd zijn, want leeren en leven omvat meer dan een oppervlakkig kennen en weten, is meer dan zich rijkdommen trachten te verwerven, is meer dan een eenvoudig streven naar macht of een goede betrekking. Onze scholen schieten in haar taak te kort, wanneer zij niet in staat zijn de leerlingen tot iets hoogers op te voeden. Vele onzer oude universiteiten werden door onze voorvaderen met heel veel moeite en groote opofferingen opgericht, enkel en alleen met bet doel om mannen te vormen, die bet volk zouden voorlichten over de groote levensvragen.

En wanneer nu de studenten de hoogesohool verlaten, zonder vervuld te zijn van hoogere idealen, 'dan heeft de boogeschool zijn doe] gemist, en ons volk zal nooit echte, ware cultuur bezitten.

Onze inrichtingen van onderwijs moeten onzen leerlingen niet alleen wetenschap bijbrengen, maar zij moeten ben ook leeren hun karakter te vormen. Meer dan ooit te voren moeten zij aan een ieder de overtuiging bijbrengen van de waarheid van het woord van SalomO': „Het begin van de ware wijsheid bestaat in de vreeze des Heeren."

Zulk een uitspraak verblijdt.

Als Coolidge en die het met hem eens zijn, nu ook de konsekwentie van die uitspraak aanvaarden, n.L dat de public school (de openbare school), het troetelkind van de overgroote meerderheid der Amerikanen, aan de religieuse behoeften onmogelijk kan voldoen en dat de bijzondere school regel moet worden.

Amerikaanscii oordeel over de „Uitbouw"-besIissing.

Het zal onze lezers interesseeren hoe de beslissing onzer Synode inzake den „uitbouw" der belijdenis is ontvangen.

Ziehier het oordeel van Ds Keegstra in de (Am.) „Wachter".

We hebben gelezen, wat er vóór het standpunt van deputaten te zeggen viel. We .hebben eerlijk en met eerbied hunne woorden trachten te 'wegen teganover 'de kritiek, die er tegen hunne argumenten werd ingebracht. E'n een gevoel van teleurstelling blijft. De hoop van over niet al te vele jaren kerkelijk officieel meer vastigheid te hebben over de inspiratie en autoriteit dei' Heilige Schrift en de pluriformiteit der Kerk en misschien ook over het verband tusscheni particuliere en algemeene genade, is wel eenigszina gedaald, zelfs nog nadat de Generale Synode een ander vooirstel dan haar door hare deputaten was aangeboden, heeft aangenomen.

Dat de deputaten unaniem van oordeel waren, „dat vooi' een uitbreiding of uitbouw van onze Confessie, hetzij in eenige nieuwe artikelen of in ©en apologie of in een „verwerping der dwahngen" onder ons nog geen plaats", komt ons minstens vreemd voor, als dat „gieen plaats" ook inhoudt „geene behoefte"",

't Is mo«lijk, om de toestanden van kerken in andere landen uit couranten-artikelen te beoordeelen, ook al is m'en ov-erigens met die kerken in kerkelijke correspondentie. Maar we meenden toch uit bladen en brochures die behoefte wel te hebben kunnen lezen. We kregen gedurig en al vaster den indruk, dal. er door bezwaarden en onbezwaarden in de Gereformeerde kerken in Nederland met verlangen werd uitgezien naar wat de deputaten zeggen, dat er „nog geen plaats is".

Onrioodig'Tiét getal der ijelijdenisscliriften vermeer-' dieren of hun inhoud uitbreiden zou natuurlijk geen zin hebhen, maar na den Geelkerken-strijd was er zoo schijnt ons toe, wel aanleiding en ruimte, om • naast het mieer negatieve, het meer positieve nu vast te leggen, hetzij in enkele artikelen of in een' apologie.

En wat de kerken in het buitenland aangaat, waarmede de Gereformeerde Kerken in Nederland correspondentie voeren, voor die zou eene uitbreiding' stelhg zeer welkom geweest zijn. Officieel voor onze kerk spreken kunnen we niet {nog minder voor de Reformed Church in Amerika en de kerken in Zuid-Afrika), verzoeken om uitbreiding deed men uit het huitenland niet, maar de toestanden op algemeen kei'kelijk gebied, do geheele wereld over maken het zeker wel gewenscht, dat de Gereformeerde kcrke-n, overal hun rijkdom belijden. En er is na 1618—'19 toch zeker wel vermeerdering van rijkdom. En aan de belijdenisschuwheid, die tegenwoordig zoo vele kerken kenmerkt, doen toch de Gereformeerden niet mee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BDITENIANDSGHE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's