GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Indrukken van den dag. II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken van den dag. II.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Parijs, Dinsdag 18 Maart.

In de gegeven omstandigheden was het wensch in alle stilte te vertrekken. mijn

Rustig zat ik dan ook in een hoekje van de l'Etoile du Nord, die mij naar Paiijs zou brengen, verscholen.

Doch opeens groepeerde zich „a big crowd" van studenten rond mijn coupe-raam. Even een schokje. Maar al spoedig was ik er overheen. Ik waardeerde de groote hartelijkheid, waarmede zij van mij afscheid namen. Het blijft ook in droeve dagen ©en lust om onder studenten te leven. Zij zijn zoo heerlijk spontaan. Buitenstaanders beoordeelen hen gewoonlijk alleen naar hun vroolijke of ook gedurfde uitingen. Maar au fond bezitten zij een ernst, die ouderen hen dikwijls benijden kunnen. Ik heb dat in de laatste weken mogen ondervinden. Het echt gemeende doet het hart zoo goed. Omdat ik een week vroeger met dien trein zou vertrekken, vermoedden zij, dat dit ook iiu wel zoo zou zijn. En hun redeneering per analogiam faalde niet. Gaarne benut ik deze gelegenheid om hen nog eens oprecht te danken voor de aangename oogenblikken, welke zij mij bereidden.

De reis was niet vreemd voor mij. Meer dan eena heb ik haar reeds gemaakt. Het landschap had geen nieuws voor mij. Toch moest ik, toen ik Antwerpen passeerde, nog even oude herinneringen hun gang laten gaan. Antwerpen was rnijn eerste gemeente. Een goeden tijd heb ik daar doorleefd. Maai na mijn vertrek heelt ze het zwaar te verduren gehad. De toch al niet groote, ofschoon zeer uitgebreide gemeente, scheen bijna weggesmolten. Gelukkig herleeft ze. Thans is er vreugde. Want een week of veertien geleden kreeg ze weer eén nieuwen predikant in Ds Winter. Sterke God zijn jeugdige schouders om den last te dragen, want de arbeid is er zwaar. Niet, dat de gemeente zelf het zoo moeilijk maakt, maar men komt er vaak plotseling voor vraagstukken te staan, welke men niet naar het voorbeeld van Nederland kan oplossen. De toestanden zijn er zoo anders.

Naar het zuiden van België dalend, of zoo men liever wil klimmend, namen mijn gedachten opnieuw een kerkelijke wending. De Reformatie heeft er eens zoo schoon gebloeid. En nu? Zeker, er zijn Protestantsche Kerken. Maar ze zijn ver van de waarheid afgeweken. Opeens schoot mij t© binnen de vraag, welke ik reeds vroeger in ons blad had willen steUen: hoe zit het eigenlijk met de corres-

pondentie tusschen onze Kerken en de Belgische Zendingskerk? De Synode van Groningen heeft in deze een zeer beshste opdracht aan betrokken Depiitaten gegeven. Wij hadden reeds lang eenige kennisgeving aan de Kerken van hen verwacht. Dat de Belgische Zendingskerk aan den drang tot Reformatie, welke van onze Kerken tot haar is uitgegaan, gevolg zou geven, is uit niets gebleken. Maar hoe dan de houding van Deputaten te verklaren? Enfin, we wachten de Synode van Arnhem maar af.

Het was avond toen de trein Farijs binnenreed. Dan is ze slechts op de groote verkeerswegen lichtstad. Telkens als ik Parijs binnenrijd, moet ik denken aan Da Costa's:

„Parijs is 't Babel onzer dagen, Als Babel stort zij eens in puin. De grond is moede haar te dragen, De hemel haat haar trotsche kruin."

Het is misschien het meest opgeschroefde lied, dat Da Costa heeft gezongen.

Heeft Parijs niet tal van konkurrenten in lichtzinnigheid, o.a. ook het uitgaande Amsterdam?

s.s. „Olympic", 19 Maart.

Incident of symptoom? Deze vraag, door een bekend redenaar op de Asser Synode een paar malen gesteld, rees bij mij op. In den trein van Parijs, die speciaal op de „Olympic" rijdt, bevond zich een heer, die er in het gelaat nog al toegetakeld uitzag. Het was aan weerskanten overdekt met vlekken, welke het midden hielden tusschen oranje en rood. Hij vroeg, zich even voor den spiegel in den coupé, waarin ik onder meer zat, te mogen herstellen. Eerlijk bekende hij, dat hij dat gevalletje daareven bij een laatste begroeting van zijn vrouw opgedaan had. De lippenstift had afgegeven. Terwijl hij zich stond te fatsoeneeren, en daaraan alle aandacht wijdde, vertrok de trein. Mevrouwtje stond daar op het perron met geschonden oranjelippen en vermiljoen gepolitoerde nagels. Zij wuifde, maar, mijnheer zag in den spiegel alleen zichzelf. Het gold een afscheid voor zeer geruimen iSjd. Als incident ware het de vermelding niet waard, maar als symptoom van het moderne leven is het teekenend. Hoeveel vrouwen maken zich tegenwoordig niet zoo mooi, dat haar mannen geen tijd meer hebben om naar haar om te zien? Ongesoigneerdheid en verwaarloozing van liet uiterlijk voorkomen brengt aan de vrouw nog niet de eerbaarheid, waarop de apostel doelt. Maar wanneer de vrouw gaat gelijken op haar sexegenoote uit Jesaja's dagen en hypermodem, v/at hetzelfde als hyperouderwetsch is, wordt, komt er in de samenleving een krisis.

Maar ik mag deze gedachte niet verder uitspinnen. Want de trein ging verder. Het landschap maakte een ander effekt dan toen ik den vorigen keer deze reis maakte. Het was vroolijker. Op rekening van het weer kon dit niet worden geschreven. Want om in de taal van De Bilt te schrijven: het was regen met tijdelijke opklaringen. Neen, vooral in de nabijheid van Parijs, maar ook verderop, zijn overal nieuwe huizen verrezen, die de dorpen schier onherkenbaar maken. Het oude bouwmateriaal, grillige brokken steen door cement aangevuld, schijnt niet meer te voldoen. De huizen worden van 'fleuriger materiaal opgetrokken. Wel is er niet veel architectuur in te bekennen, maax de indruk is levendiger. Zeker, zoo'n oud pokdalig huis is wel schilderachtig. Maar als er dorpen van zijn gevormd, wordt het toch somber. Eigenaardig, dat men op veel plaatsen geen moeite doet de oude woningen te sloepen. Blijkbaar is het goedkooper 'dat werk aan den door beginnende stylisten veel vereerden tand des tij ds over te laten, dan het zelf te doen. Zoo ziet men dan over een groot deel van de lijn, welke de trein volgt, ruïnes en adspirant-ruïnes. Maar van Frankrijks ruïneering getuigen ze niet. Wel van zijn herstel.

Of het in andere deelenvan Frankrijk ook zoo is, weet ik niet, maar langs dezen weg wordt er een geweldige reclame gemaakt voor Egypte. Op een schots en scheef tegen een glooiing getwakte boerderij, stond met pyramidale letters geschilderd: Egypt for health (gezondheid). Wat verder: Egypt for sunshine (zonneschijn). Later: Egypt for romance (romantiek). Ook: Egypt for sport. De bedoeling zal v/el zijn om Amerikanen naar Egypte te lokken. Maar die komen gewoonlijk in een tijd, dat Egypte te veel aan zonneschijn heeft en dat de tocht naar de Koningsgraven veel van zijn romantiek inboet omdat hij zoo warm is en zoo ver.

De lente trok schoorvoetend over het land. Struiken en heesters stonden al in het nieuwe blad. De landerijen pronkten, alsof ze pas een beurt met groene verving hadden gehad. De heuvelen en niet minder de lange steenen muren, die eigendommen omgeven, dienen als een prachtig klimaatscherm. Mooi waren de vruchtboomen in bloei. Alleen de windvangers toonden nog hun herbergzaamheid voor kraaiennesten. In elk geval is er een nieuwe leefte, zooals de Vlamingen zeggen. Er is in de natuur een wederopstanding. Kon ik het helpen, dat die mij sprak van een andere opstanding?

Als de dooden ontwaken...

Ik zit thans op de Olympic, die al lang uit het zicht van Cherbourg is.

s.s. „Olympic", Donderdag 20 Maart.

Toch wel een veilig gevoel als men eenmaal in zijn hut is geïnstalleerd. Na het gejaag van den eenen trein in den anderen en van den trein te Cherbourg per tender naar de „Olympic", waarbij de Fransche blauwkielen altijd bedelen als Grieken of Arabieren, komt er zekere rust over iemand, als hij zijn eigen kamer betrekt. Waarom men het vertrek, dat onderdak biedt in een schip juist éen hut heeft genoemd, zal ik misschien in een scheepvaartkundig museum kunnen leeren. Noch naar het uit-, noch naar het inwendige hebben ze thans met een hut iets gemeen. Vooral op de booten tusschen de Oude en de Nieuwe Wereld zijn zulke vertrekken van alle komfort voorzien. Men heeft er vaste waschtafels met stroomend koud en warm water, een ventilator ter verkoeling, een electrische haard ter verwarming, een tip-top bediening, welke som.s naar over-gedienstigheid zweemt. Op die majiier is 't er best een kleine week uit te houden. Mits de zeeziekte maar geen vat op je krijgt. Van verschillende zijden werden mij middelen daartegen aanbevolen. 'kHeb mij ten slotte aan den raad van een mijner medische vrienden gehouden. Mocht het middel èn op de heenreis èn op de terugreis mij baten, dan zal ik hem verlof vragen het in ons blad ten algemeenen nutte te publioeeren.

Den eersten dag moet men op een boot, die men nog niet heeft bevaren, besteden om zich te oriënteeren. Want de „Olympic" is grooter dan menig dorp. Op het oogenblik telt zij elfhonderd inwoners. Maar in het drukke seizoen kan zij er veel meer herbergen. Het grootste deel der inwoners krijgt men niet te zien. Het klassenstelsel is er sterker doorgevoerd dan in de treinen. Men heeft het praktisch onmogelijk gemaakt, dat de Joden der eene gemeenschap houden met de Samaritanen der andere klasse. Nu heeft men er natuurlijk ook niet veel behoefte aan. Want ik stel me niet voor, dat ik bij landing de 250 passagiers van mijn klasse zal kennen.

Overigens is het wel een sterke overgang naar de Vereenigde Staten, waar er officieel maar één klasse bestaat, waar de republikeinen demokratisch en de demokraten republikeinsch zijn. Officieus ziet het er wel een beetje anders uit.

De „Olympic" schijnt van de leer te zijn: natura non saltus facit, de natuur maakt geen sprongen. Zij houdt aJtijd ongeveer hetzelfde vaartje. Een record zal zij nooit behalen, maar ook heeft zij zelden vertraging. Men zegt wel, dat kalm aangelegdeii haar de voorkeur geven. Toch pronkt zij met een zegeteeken. Op een bronzen plaat in de hal van het promenadedek leest men een inscriptie, waarin herinnerd wordt aan het feit, dat zij in 1918 de Duitsche duikboot U 103 in den grond heeft gevaren.

Vanmorgen verscheen de bootkrant: de Chicago Tribune Ocean Times. Deze wordt natuurlijk dooi zoov/at alle bewoners van het drijvende dorp gelezen. Ge gevoelt het haast als een ideaal aan, om zoo'n krant te ontvangen, waarin alleen de voornaamste wereldgebeurtenissen, waaromtrent men per draadlooze jjericht kreeg, zijn opgenomen. Zoo las ik vandaag de tijding, dat Balfour is overleden en dat Stalin aan aftreden denkt. Wd, t dat laatste

betreft: het ware te hopen en kwam er dan maar een man van ander kaliber voor in de plaats. Er zijn menschen, die maar één dagblad lezen. Ik kan hen soms benijden. Evenwel zoa een krant, die alleen maar het belangrijkste nieuws gaf en alle verdere attrakties wegliet, niet op veel abonnenten kunnen rekenen. De mensohen willen nu eenmaal wel wat vermoeiing des geestes. En ik huiver al bij de gedachte, dat ik bij mijn terugkomst alle kranten, die mij thans niet bereiken, nog zal moeten doorwerken.

Nergens wordt zóó gedraafd als aan boord van een schip. En dat niet het meest door de bemanning, maar door de passagiers. Op het promenadedek staat aangegeven, dat het rondom 1150 voet meet en dat, wanneer men het vier keer rondloopt, men een'(Engelsche) mijl heeft afgelegd. En nu schijnt ieder het zich tot een plicht te achten een tien a tv/intig mijl per dag te verslinden. Als men moe is, legt men zich neer op een dekstoel of laat zich wegzinken in één van de fauteuils, welke in de vele zalen voor hem gereed staan. Menschen, die anders niet loopen kunnen, maar alles per auto doen, hollen hier alsof er hun leven van afhing. De mensch is een wonderlijk wezen.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Indrukken van den dag. II.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1930

De Reformatie | 8 Pagina's