GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat hebt gy met Mijn kinderen gedaan ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat hebt gy met Mijn kinderen gedaan ?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar zijn sociale misstanden, die wij allen veroordeelen en die toch blijven bestaan. Een beroep op de economische noodzakelijkheid is dikwijls bij de hand, als de consciëntie getuigt, dat wij niet in den rechten weg zijn. De concurrentie met de buitenlandsche industrie, de rentabiliteit van ons bedrijf, de moeilijkheid om geschikt personeel te krijgen, de hooge loonen der volv/assenen, dit alles speelt zoo heel licht in onzen gedachtengang een rol, en dikwijls een grootere rol, dan Gods Woord ons toelaat.

Wij klagen, en er is reden voor, . over slechte tijden en malaise, maar wij vergeten al te veel, dat voor alle leven, ook voor het economische leven geldt, dat wie zijn weg wèl aanstelt, het heil Gods zien zal en dat in het houden van Gods geboden groote loon is.

De ergerlijke kinderexploitatie van het midden der vorige eeuw is door de wetgeving vrijwel onmogelijk gemaakt. Voor een redelijke schoolopleiding beslaat voldoende gelegenheid, niet al te vroeg mag het kind de werkplaats of de fabriek betreden, en als hij omstreeks zijn 14e levensjaar door de fabriekspoort wordt opgezogen, dan vindt hij nog allerlei beschermende bepalingen, die niet genoeg kunnen worden gevi^aardeerd.

Maar toch laat de wet, hoezeer ze beschermend optreedt, nog ruimte voor allerlei veThoudingen, die wij niet dan veroordeelen moeten en een van die meest verkeerde dingen is de mogelijkheid om in twee ploegen te werken.

Wij verstaan, dat dit voor de industrie een groot voordeel heeft. De machines kunnen immers tweemaal zoo lang draaien als gewoon, de productiekosten gaan daardoor zeer belangrijk naar omlaag, wijl het nuttige effect der machines zooveel grooter wordt.

Wij hebben echter tegen het tvveeploegen-stelsel groote bezwaren, even groot als tegen niet dringend noodzakelijken continu-arbeid, wijl het leven der arbeiders door deze regeling geheel wordt ontwricht, het huiselijk leven gedood, de mogelijkheid van kerkelijk, sociaal en politiek meeleven wordt afgesneden.

Dubbel ernstig wordt ons bezwaar, als men ook de jeugdige personen in een tweeploegenstelsel laat meedraaien. Dan klemt nog sterker bet ontbreken van de gelegenheid tot ontwikkeling', dan komen ook andere bezwaren van physieken en moreelen aard onzen tegenstand versterken. En als men de gelegenheid openstelt ook voor jonge meisjes en vrouwen, om m een tweeploegenstelsel te arbeiden, dan voelen we toch in ons hart den weerstancl dubbel sterk naar boven komen, dan moeten wij hiertegen geen lauw maar een vlammend protest doen hooren.

Ge moet er eens uw eigen dochter van 15 of 16 jaar op aanzien. Ge zoudt toch niet willen, ge zoudt toch niet toelaten, dat dit kind 's morgens vóór vier uur reeds van huis moest naar de fabriek, of in de andere ploeg eerst om 12 uur 's nachts thuis kon zijn? Dat zij van haar heengaan van huis, tot het weer komen van haar arbeid langer dan 12 uur, soms zelfs meer dan 14 uur per dag in het haam is? En als de economische omstandigheden het u moeilijk maakten, zoudt ge den wetgever zegenen, die dergelijke uitwassen onmogelijk maakte.

Minister Verschuur heeft in den loop van het vorig jaar de zaak aangebonden. Hij wil in elk geval beperking aanbrengen; of men straks deze werkverdeeling verbieden zal voor.meisjes beneden 18 jaar, of voor alle vrouwen jonger dan 20 jaar, staat nog niet vast. Maar dat men iets zal doen, stemt ons tot blijdschap. Want wij zijn er van overtuigd, dat hier toestanden bestaan en gevaren schuilen, die niet getolereerd mogen worden..

In den loop van 1929 is door de arbeidsinspectie een onderzoek ingesteld naar de arbeids-en levensomstandigheden der fabrieksarbeidsters, die in twee ploegen werkten. Uit dat onderzoek bleek, dat het gewraakte euvel in 26 fabrieken voorkwam, in hoofdzaak in Brabant en Overijsel en dat hét gold 1865 arbeidsters. Van dit aantal waren er 122 gehuwd en van de ongehuwden plm. 1200 beneden 20 jaar.

De textielindustrie in Twente en de kunstzijdefabriek in Breda blijken in hoofdzaak aan deze ongunstige arbeidsverhoudingen schuldig te zijn. In de overige fabrieken en provinciën kwam een soortgelijke werktijdregeling slechts sporadisch voor.

Zooals wij reeds aanduidden, is deze werktijdregeling oorzaak, dat de meisjes de eene week vroeg op moeten staan, en de volgende week zeer laat naar bed gaan, terwijl om te komen tot een werkdag van 81/2 uur, soms dagen moeten worden gemaakt, tengevolge van de afstanden, van 14 uur en langer.

In de textielindustrie brengt 38 pet. der werkende vrouwen den schafttijd in de fabriek of buiten op straat door. Zij die wonen in de onmiddellijke nabijheid der fabrieken kunnen thuis hun rust-en etensuren doorbrengen.

Maar er zijn er onder die minder gelukkig zijn. Phn. 10 pet. dezer arbeidsters krijgt gedurende een der beide weken, waarin in afwisselende ochtend-en avondploeg wordt gewerkt, geen warm eten, I1/2 pet. krijgt dit nimmer, 1 pet. alleen op Zondag. Daartegenover staat, dat sommige zorgzame moeders, begrijpend dat extra voeding noodig is, zorgden, dat er zoowel vóór het gaan, als

bij het thuiskomen, warm eten koa worden genuttigd.

De gehuwde vrouwen, die in den regel niet meer door een moeder worden verzorgd, moeteij. voor het overgroote deel zelf hun warmen maaltijd be^ reiden.

Dat het ook met de nachtrust niet al te best staat voor sommigen, spreekt vanzelf. De week waarin men in de morgenploeg werkt is de ongunstigste; bij het werken in de middagploeg kan men dikwijls 's morgens uitslapen. Weinig slaap genoot een meisje van 17 jaar, die in de kunstzijde-industrie werkte, zij had in de eene week 43/4 uur nachtrust en in de andere week 71/2 uur, dus gemiddeld 6 uur per nacht. Een meisje boven 18 jaar in Noord-Brabant sloeg dit record nog met een gemiddelde bedrust van 51/2 uur per nacht.

Wat de moreele zijde van deze kwestie betreft, er zijn bij het onderzoek gelukkig geen ergerlijke dingen aan het licht gekomen.

Te Breda werd veelal aan de arbeidsters gevraagd, of ze 's nachts alleen naar huis liepen of met anderen. De meesten güigen in clubjes of met tweeën naar huis, en zij, die 's nachts gedurende eenigen tijd alleen moesten loopen of fietsen, hadden, behoudens een enkele uitzondering, nöoit eenigerlei molest of hinder ondervonden.

Een meisje van 18 jaar, dat 's nachts van IIV2 tot 12 uur over een eenzamen weg, waaraan geen enlcel huis stond, door bosschen moest loopen, had eveneens nooit last ondervonden. Bij slecht weer werd ze door haar 64-jarigen vader gehaald.

Een 15-jarig meisje, dat in de eene plo-eg te 31/2 uur v.m. van huis gaat en in de volgende ploeg te kwart over twaalf 's nachts thuiskomt, verklaarde, dat haar 54-jarige moeder, die vreduwe is, haai-'s morgens naar de tram brengt en haar 's nachts van de tram haalt, omdat ze niet alleen durft. Ze woonde n.l. ruim drie kwartier loopen van de stopplaats van de tram en langs dezen weg stonden geen huizen. Haar moeder moest zoododende per week 5 of 6 maal een nachtelijke wandeling maken van ±1/2 a 2 uren.

Een ander 15-jarig meisje, dat er nogal aardig uitzag, deelde mede, dat ze 's avonds reeds drie maal was aangehouden door een onbekenden man op een fiets, die haar vasthield en haar op de fiets wilde medenemen. Zij verklaarde hiertoe nooit aanleiding gageven te hebben.

Het ontbreekt niet aan sterk sprekende motieven, om de leeftijdsgrens voor de in ploegen werkende meisjes van 16 tot 18 jaar te verhoogen.

üit de antwoorden kon men ook afleiden, dat zorgzame m-oeders dikwijls een sloverig leven hadden door don ploegendienst harer dochters, waardoor oot de moeder de eene week vroeg opstond om haar geldverdienster behoorlijk gevoed de deur uit te krijgen en de andere week laat naar bed ging, omdat ze het niet vertrouwde en daarom 's avonds laat haai' kind tegemoet ging en nog wat warm eten voor haar klaar maakte, omdat opgewarmd eten zoo onsmakelijk is.

Wij schreven hier aan het slot woordelijk over wat het verslag ons mededeelt. Is het au werkelijk zoo, dat deze toestanden bestendigd mogai blijven? Zouden wij, het zij nog eens herhaald, willen dat onze eigen kinderen dezen weg gingen? Indien niet, kunnen wij het dan verantwoorden, dat men zoo met Gods kinderen leeft?

Is de industrie, de economie, de winst, het eerste in ons leven? Moet er ook hier niet zijn bet getuigenis van de Christenen om voortgaande reformatie?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat hebt gy met Mijn kinderen gedaan ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's