GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

De Standenarganisaties voor Jongelingen.

We zagen in onze vorige artikelen hoe tot het 17de levensjaar Rome alle jongens vangt in de Patronaten, die dan nu in 't Aartsbisdom herdoopt zijn als K. J. G. (Katholieke Jongens Centrale).

Zoodra echter de jongehngsleeftijd bereikt is, veranderen de methode en organisatie der jeugdbeweging.

Als we het decreet van den Aartsbisschop nalezen zien we hieromtrent het volgende. Omtrent de organisatie voor de jongens en jonge mannen boven 17 jaar gelden de volgende algemeene beginselen :

De organisatie heeft een tweeledig karakter:1. van jeugdorganisatie en is daardoor zielzorg, die onder de leiding van den priester moet staan; 2. van standenorganisatie, waar de verzorging der standsbelangen moet worden behartigd; hierbij moet aan de jongens zelf een groot deel der noodige werkzaamheden worden overgelaten, terwijl er verband moet worden gelegd met de organisaties der volwassenen.

Wegens het groote verschil van standsbelangen worden deze jongens volgens de standen in vier zelfstandige vereenigingen georganiseerd: de Jonge Werkman, de Jong© Middenstander, de Jong© Boer en de Jonge Werkgever.

Zooals we zien, is het de bedoeling, dat de jonge menschen tegelijkertijd tot tweeërlei vereenigingen toetreden. Ten eerste tot de zuiver godsdienstige, zooals de Roomschen die kennen (b.v. de Derde Orden ©n de Congregatie der H. Maria). Deze vereeniging die de ziel zorg in acht neemt en rechtstreeks onder priesterleiding staat is een noodzakelijke aanvulling van de andere, die, hoewel algemeen vormend, tevens bedoelen ©en voorbereiding van de sociale organisaties; welke zij op volwassen leeftijd zullen hebben te aanvaarden.

Niet algemeen denkt men echter gelijk over de standenorganisatie bij Rome.

Het is speciaal het bisdom Haarlem dat hier een uitzondering vormt. De Diocesane Jeugdraad geeft als zijn meening te kennen '•): Volgens bestaande bepalingen in dit diocees zijn b.v. d© jonge boeren en tuinders georganiseerd gedeeltelijk in d© St. Jozefsgezellenvereeniging, en gedeeltelijk in den Katholieken Jongen Middenstand. Deze laatste vereeniging mag niet als jeugdafdeeling der Hanze beschouwd worden, zij is een algemeene jeugdvereeniging voor alle jongelieden, wier maatschappelijke positie meebrengt, dat zij zich niet thuis gevoelen in de St. Jozefsgezellenvereeniging. De Diocesane Jeugdraad is n.l. van oordeel, dat de opvoeding tot goede actieve Katholieken op de allereerst© plaats komt; en dat het niet goed is dat reeds op zoo jeugdigen leeftijd bij de opvoeding een zoo groot deel van de aandacht gericht is op het vormen van stands-of vakorganisatie op de eerste plaats. ^)

W© willen nu in korte trekken wezen ©n doel der genoemde organisaties nagaan.

Dan beginnen we met de St. JozefsgezeUenvereeniging. Want die heeft de oudste brieven. Reeds uit 1868 dateert z© en ze is van Duitschen oorsprong. Daar werkte reeds veel eerder de Keulsche toegewijde priester Adolf Kolping, die d© zonen van den arbeid onder de onmiddellijke priesterleiding organiseerde. Kolping ging bij zijn arbeid uit van hef gezin. In de Gezellenvereeniging heerscht een gezinseenheid.

De Priester-praeses is een vader voor de leden en verzorgt het godsdienstig element, dat naast het sociale element staat, ja zelfs domineert. Hij behandelt met de leden geloofsvraagstukken ©n daardoor wordt de krijgskennis voor den geloofsstrijd verkregen. Ook geeft hij stuur aan het persoonlijk leven der leden. Als hun vader geeft hq advies ook over verlovings-en huwelijkszaken, waarin hij meer zeggenschap heeft zelfs dan de ouders. Maar de Gezellenvereeniging doet nog meer. Zij leert den jongen man ook den arbeid kennen als goddelijk beroep. „De godsdienstzin van den arbeid wijst de Gezellen op het timmermansgereedschap in St. Jozefs hand, op de weefstift in Paulus' vingers, op de vischnetten in de handen der Apostelen; zij zeggen hen, dat God ons niet van den arbeid heeft verlost, maar dóór den arbeid.

De luie knecht vond bij hem geen genade." *)

Het valt ons op, dat deze beweging wonderveel overeenkomst vertoont met ons „Patrimonium", dat ook in denzelfden tijd geboren is. Wat echter ook frappeert is, dat nadien ontstaan Is de Jonge Werkman, een meer practische vereeniging, die wij zouden kunnen vergelijken met jeugdafdèelingen van het C. N. V. De Jonge Werkman werd in 1916 op instignati© van Mgr. Dr Poels te Beek (L.) opgericht. Weldra volgden het Bisdom Den Bosch en het Aartsbisdom Utrecht. Gelijk we zagen volgde Haarlem niet, dat aan de-meer geestelijk-vormende Gezellenvereeniging d© voorkeur gaf. Maar ovorigens ontwikkelde d© Jonge Werkman zich overal snel. Alle jong© Kathoheke arbeiders, zoowel in kantoren, winkels als fabrieken vinden er een plaats. De toelatingsleeftijden variëeren in de bisdommen van 15—18 jaar. De Jonge Werkman wil opvoedend werken. Ze wil den jongen arbeider vormen tot een fhnken, degelijken, door en door Katholieken man, karaktervast, die ook in het huwelijk leiding zal kunnen geven aan een Katholiek gezin. Daarnaast staat d© vorming van jong© arbeiders op den voorgrond, die goede leden van de Katholieke vakorganisaties zullen zijn.

De Jonge Werkman is, evenals de andere standsorganisaties, zoowel massa-als kern-beweging. Er is een kern, die door de leiders gevormd wordt, het kader van „de Jonge Werkman". Daartoe behooren de leiders, en de bestuursleden der afdeelingen. Maar deze kern tracht de geheel© R.-K. massa t© b©re)ken en lid t© maken. In het „Leidersblad" worden de werkprogramma's ontwikkeld, terwijl slechts die leden mogen worden .aangenomen, die de 14 lessen hebben gevolgd van den Voorvormingscursus. Deze lessen handelen over , , d© Jonge Werkman" met de volgende onderwerpen: Noodzakelijkheid, als school, als sociale dienst, haar doel, haar inrichting, bestuurs-en leiderstaak, beleefdheid., orde, tucht, het leekenapostolaat, de Eucharistische geest, hoe t© ' beginnen en te vervolgen, en tenslotte de aannemingsplechtigheid.

Als d© Diocesaan-directeur heeft geoordeeld dat het adspirant-lid met succes den cursus heeft gevolgd, mag hij de uniform dragen (o-.a. bruine alpinemuts en metaalgroen shirt).

Wat nu de Katholieke Jonge Middenstandsvereeniging aangaat, deze vereeniging heeft voor d© verschillende dioceses niet dezelfde heteekenis.

In het bisdom Haarlem omvat ze alle jong© Middenstanders, zoowel de werknemers als de werk gevers. Maar Mgr Jansen heeft in zijn manifest speciaal de Jonge Werkgevers naast de K. J. M. V. gesteld. In tegenstelling met de K. J. M. V., die in elk bisdom apart is geregeld, is de „Jong© Werkgever" een landelijke organisatie. Tenslotte is er een Jonge Boerenbond, die thans ruim 10 jaar heeft bestaan. Hierin worden, behalve dan in het diocees Haarlem, alle jonge bo'©ren en tuinders ondergebracht. Men organiseert voor hen landbouwcursussen, land-en tuinbouwwinterscholen, excursies, voordrachten en lezingen. Men houdt er een vakbibliotheek op na., neemt proeven op land-en tuinbouwkundig gebied, onderwijst de jonge menschen omtrent plantenziekten en veeteelt-veredeling, en voedt dus hen op tot flinke boeren en tuinders, die tevens gevormd worden tot „goede Katholieken", die volwaardige leden der R.-K. Tuinders-en Boerenbond zullen zijn. Het is de bedoeling van den Aartsbisschop geweest, de vier standsorganisaties volkomen intact te laten. Ieder van hen moet persoonlijk het devies voeren: Apostel in gezin en stand.

Het is de ap o stol a at s gedachte, die de kernen met zich om moeten dragen.

Als jeugdige apostelen van Christus hebben alle kernleden den strijd te voeren voor de verbreiding der Roomsche beginselen en de kerkvoogd belooft een gemeenschappelijk program ter ontwikkeling van de apostolaatsgedachte, dat later zal worden gepubliceerd.

De vier standsorganisaties sluiten zich, wat hun afdeelingen betreft, aan bij den Diocesanenbond.

Voor aUe vereenigingen is in het Aartsbisdom een gemeenschappelijke Diocesaan-Directeur en een gemeenschappelijke permanente Commissie.

Nu hebben we nog één groote organisatie der knapen en jongelingen niet genoemd, te weten de Roomsche Verkenners.

Maar deze beweging, di© ook al beweert zoowel voor ziel als lichaam t© zorgen, door de geheel© vorming van den jongen te beoogen, is ten eerste zoowel voor knapen als grooteren en ten tweede een hulp organisatie van de andere vereenigingen, waarbij men dus tevens lid kan zijn van één der genoemde standsorganisaties. We hebben hier dus te doen met de gewone padvinderij in Roomsche sfeer gebracht.

In een volgend artikel vergelijken we de Roomsche en de Gereformeerde jeugdbeweging der ongelingen.

1) De R.K. Jeugdbeweging, pag. 63. Uitg. Jongensweeshuis, Tilburg-ii..: V-: i; i; ii& ; j.O«y; si«, fe'c.c: tó'i%* .,

2) Momenteel ontwerpt men in het Bisdom Haarlem een plan, dat het midden houdt tusschen algemeene en standenorganisatie.

3) P. C. Biesta, O. P., t.a.p.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De nieuwe organisatie van het Roomsche Jeugdwerk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's