GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ter „nabetrachting”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter „nabetrachting”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Als dit nummer van ons blad verschijnt, zal de uitslag der jongste Kamerverkiezingen bekend zijn. O.m. zal dan tevens de vraag beantwoord zijn, cl het de fractie-Ds Kersten c.s. gelukt is, nog meer slaclxtoffers te maken, nóg grooter getal measchen te laten aanloopen achter het fantomencomplex, waarmede zij in dezen tijd van ontzaglijke werkelijkheidsjacht nog altijd meent te kunnen volstaan, nóg verder haar politiek van onwezenlijkheden te kunnen drijven. Terwijl dit artikel geschreven wordt, is dit alles nog onbekend.

Onverschillig, hoe de uitslag zijn zal, in elk geval blijft het een ontstellend© en beschamende waarheid, dat in Nederland, dat zoo veel goeds ontvangen heeft, een betrekkelijk zoo groot getal menschen zich heeft laten meelokken door een groepje van sprekers en schrijvers, over wie men een heel zacht oordeel velt^ als men zegt, dat zij hun eischen, hun beginselen, hun programma's geen oogenblik kunnen oonfronteeren met de werkelijkheid, waarin God hen en ons geplaatst heeft. Deze schimmige onwezenlijkheid, dit achter ideetjes aandraven, die niemand zou kunnen verwezenlijken, indien vanmorgen de vrije beschikking over het roer van staat aan den hoer Kersten gegeven werd, dit projecteeren op de wolken, het is wel een der ergste grieven, die men tegen deze groep inbrengen kan.

Wij behoeven hier niet in bizonderheden te treden. Ieder weet, waarop gedoeld wordt; ieder die iets meer leest dan wat van dien kant gepubliceerd wordt, zal moeten erkennen, dat inzake Artikel 36 achter schimmen aangeloopen wordt, omdat niemand weet, welke overheid heeft uit te roeien, en welke ketterij uit te roeien is, en wat ketterij is, en wat uitroeieil is; dat de fraseologie inzake de overheid als voedstervrouwe der „ware kerk" al even onwezenlijk is, omdat tusschen de lieden van ondeTscheiden kerkgenootschap, die in deze groep zich verbinden laten, het nog steeds een open vraag is, of daarmee be-doeld is d© kerk van Ds P. Zandt, dan wel die van Ds Barth, of Oosthoek, dan wel die van Ds Kersten, of nóg weer een andere. En zoo gaat het maar verde(r. Zoo staat het ook met de ware gereformeerde school, waarheen de natie roepen zou in het raam van Artikel 36, zoo ook inzake de sociale wetgeving, zoo ook zelfs inzake de margarineprijzen....

Deze loslating van den band aan de nuchtere werkelijkheid is er trouwens ook in ander opzicht. Zij is er in de afbakening van eigen positie tegenover de tijdgenooten, zij is er ook in de reconstructie der historie.

Met betrekking tot het eerste wordt geleefd in een door en door onwezenlijke sfeer. Over de „waereld" wordt heel veel gezegd, dat pure legende is. Achter wat haar drijft en beweegt, of achter wat zij doet en in het werk stelt, worden motieven gezocht, die met de werkelijkheid soms geen zier van doen hebben. Inzake de andere groepen, voornamelijk die van christelijke belijdenis, worden aanklachten geuit (men denke slechts aan de door Dr Cölijn, Ds v. d. Zaal en anderen gesignaleerde beschuldigingen) diewelgewenningszuchten zijn, diei daarom in 't raam van de gewone stichtelijkheidsschema's der gindsche „vroomheid" dadelijk zich inschuiven laten, en dus ook onmiddellijk geloofd worden, wrjl men er op rekent, maar waar intusschen geen woord van waar is. Wat van de christelijke scholen en haar behandeling der kinderen geloofd wordt, wat van de Gereformeerde Kerken gezegd wordt (een kerk van wedergeborenen, en dergelijke dwaasheden meer), het is alles even onwezenlijk als onwaar.

Ook met betrekking tot het tweede zooeven genoemde punt (de reconstructie van de historie) beweegt men zich tusschen de sprookjes. Men praat over „de" vaderen, maar is van aUe eerlijk historisch onderzoek wars. Men kiest zijn tot exempelen verheven „vaderen" dan ook naar willekeur, en laat van hen diegenen los, die zich niet laten gebruiken voor het citaten-spel, en rukt de anderen uit het concrete levensverband, waarin zij opgenomen waren. Een Willem van Oranje wordt vanweg© de traditie verheerlijkt, doch inmiddels omgetooverd tot een „vader", die er nooit geweest is; een Datheen wordt naast hem op een voetstuk geplaatst, die evenwel op het pimt, dat in geding is, met Oranje niet te vereenigen valt. Over de vroomheid der vaderen, htm sabbathsviering, hun kerkelijkheid worden verzinsels gepubliceerd; men past het schema der „veronderstelde wedergeboorte" ruimschoots toe — op het verleden. In naam dier vaderen, en van hun onderstelde sabbaths-inzichten wordt (gelijk onlangs in „De Saambinder") de toegang tot het Avondmaal ontzegd aan wie Zondagsdienst te doen heeft bij de spoor (zonder nader onderzoek is dat reeds voldoende), maar als Ds Kersten of een ander dan des Maandagsmorgens den trein neemt, nadat hij „ergens elders" het Avondmaal bediend heeft, dan is het een nuchter feit, dat de man, die hem dat mogelijk maakte, door op Zondag den trein voor Ds Kersten klaar te maken, van de Tafel geweerd wordt, waaraan Ds Kersten heeft „genoten". Was er eens één publiek geval, waarin één spoorwegarbeider de kwestie zóó stelde, en dan volhield, men zou de onwezenlijkheid van zulk een „ethiek" (die toch de politiek© „eischen" stutten mo©t) in breede kringen inzien. Maar er zijn er niet veel, die zich zóó druk maken om een plaatsje aan de Avondmaalstafel van Ds Kersten, en daarom heeft hij van zulk een in-de-zon-zetten van zijn kerkelijk© rechtsbeschikkingen zoo veel last niet. Niettemin, de onwezenlijkheid is er; en hadden de heeren Kersten en Zandt ook maar een tiende deel van den geest van Kierkegaard, ze zonden zich in zak en asch gaan hullen. Ze zouden in gaan zien, dat wi© zich van de werkelijkheid losmaakt, en den band aan het concrete leven" doorknipt, noodwendigerwijze niet anders dan „gebroken bakken" in de handen dragen. Gebroken bakken, die geen water houden. Slechts in de bestaande gegeven werkelijkheid kan men 6akken-met-een-inhoud in de handen dragen. Met zijn jongste rede „Gebroken Bakken" heeft de heer Kersten het onvruchtbare, en ten aanzien van den dienst van God machtelooze, van zijn werk onwetend getypeerd.

Nu de verkiezingen voorbij zijn, is het goed, te vragen naar de oorzaken, die kunnen verklaren, dat zooveel tastbare dwaasheid nog zóó velen heeft verleid.

Want we zijn niet klaar met het aantal behaald stemmen te registreeren, en dan weer eens te kijken, hoe het verder gaat. Ieder, die het drijven van de Staatkundig-Gerefoirmeerden, gelijk men het uitdrukt, als kwaad veroordeelt, heeft tegen datgene, wat daar aan zondigs in en achter steekt, te opponeeren; opdat het kwaad niet verder vrete.

Zou het blijken, dat dezelfde kwade wortel, die hier zulk© booze vruchten draagt, b 1 ij f t zitten in den grond, dan kunnen we op politiek terrein probeeren, het o^nkruid af te snjjden, zoover het boven den grond Icomt, maar het zal ons niet baten: op elk terrein moet het kwaad in den wortel worden bestreden, zal het niet op èlk terrein, ook het politieke dus, straks wéér zijn kwade vruchten dragen.

En hier is het nu de plaats, om te spreken over de kerk. De kerkelijk© instituten.

In ons volksleven hangt het politieke leven zeer nauw samen met kerkelijk-iheologische beschouwingen en opvattingen. Dat is natuurlijk op zichzelf een groot© zegen, dien ons land nog heeft in tegenstelling met ander© landen, waar de kerk in een hoekje gedrongen is, ©n waar de zaken van het „geloof" gescheiden worden van die der politiek, der maatschappij, en van het openbare leven.

Om geen prijs zouden we dan ook wenschen, dat aan deze saamhoorigheid een eind kwam; integendeel: z© behoort tot het wezen der gehoorzaamheidsbetooning, die we onzen God, den God van het gansch© leven, verschuldigd zijn.

Maar liet spreekt dan ook voor zichzelf, dat fouten, en zonden, di© in het kerkelijk leven overheerschende zijn, en dat theologische verwarringen, die tusschen d© kerken den strijd vertroebelen, op het pohtieke leven direct een invloed ten kwade oefenen.

Dit nu i s inderdaad het geval' ook in die politieke verwikkelingen, waarin h©t optreden der z.g. Staatkundig-Gereformeerden ons gebracht heeft. De kerkelijke zonden dragen bitter© vrucht; en voorzoover deze kerkelijke zonden ook binnen het partijleven van politieke organisaties geschieden, ©n ©r getolereerd, of zelfs aangekweekt worden, ijndeze zonden ©en direct vraagstuk van en vóór die politieke organisaties zelf. (jewoonlijk zegt men: kerkelijke zaken raken de politieke niet. Maar zoodra de kerkelijk© zonden in de politieke verhoudingen invreten, raken ze wel degelijk d© politiek©, als verschijnselen, die den algemeenen stand van het leven der christenen raken, èn als symptomen en accidenten der politiek.

We willen dan ooifc op enkele dingen wijzen, die ons hier van beteekenis lijken.

We bewaren echter het slot van dit artikel voor de volgende week, om dan in enkele bizonderheden te treden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Ter „nabetrachting”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1933

De Reformatie | 8 Pagina's