GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hoogten werden wel niet weggenomen uit Israël, het hart van Asa nochtans was volkomen al zijn dagen. 2 Kronieken 16:17.

, ' Tegenstrijdigheid.

Dit is een tegenstrijdigheid in het leven van koning Asa.

Asa is een van Juda's godvruchtige koningen. De Schrift zegt dat onomwonden. Zij teekent hem als een, die met geestdrift en oprechtheid het werk der bekeering voor zichzelven en zijn rijk had aanvaard en doorgezet; die overal onder het volk de afgoderij bestreed, en den dienst des Heeren voorstond, en wiens hart daarin volkomen was, geheel en met zuivere bedoeling aan God toegewijd.

En toch, dat andere: — „de hoogten werden niet

weggenomen". Wel was de dienst der hoogten geen afgoderij. Dan zou Asa hem niet hebben geduld. Maar hij was een eigenwillige afwijking van den door God verordineerden offerdienst. Deze dienst behoorde, naar Gods bedoeling, saamgetrokken te zijn in Jeruzalem; daar was de priesterschap', daar stond het brandofferaltaar, daar woonde God in het allerheiligste, en daar was de schaduw van Christus. En wanneer men nu door heel het land hoogten had, waar óók geofferd werd, dan was dat een afwijking van Gods geopenbaarden wil. Daarom spreekt de Schrift daarover in afkeurenden zin: — „de hoogten werden wel niet wegge­

nomen". Asa's hervormingswerk is dus op één bepaald punt niet dóórgezet. Overal dringt, naar het ge^ tuigenis der Schrift, zijn bekeeringswerk door; maar op één punt maakt Asa een zwenking, — als hij komt aan de hoogten; dan gaat hij niet

rechtdoor, maar buigt af, en gaat er om heen.

Dat punt blijft onbekeerd. Waarom Asa dit gedaan heeft, weten we niet. Misschien is het een concessie geweest aan het volk, een oud gebruik, dat hij heeft ontzien. Op zichzelf was het geen grove' en zware zonde. Maar het ernstige ligt hierin, dat het een blijvende toestand geworden is. De woorden der Schrift wijzen duidelijk op dat blijvende: — „de hoogten werden niet weggenomen". Ze zijn gedurende Asa's leven in stand gehouden. Èn nu wordt het zeer bedenkelijk. Want nu blijkt, dat Asia er niet meer tegen gestreden heeft. En al moge dan de zonde opzichzelf niet zoo groot geweest zijn, — het verderfelijke komt erin als er niet tegen gestreden wordt. Want zoo ontstaat een doorgaande toestand. Die kleina eigenwilligheid is in Asa's leven een korreltje zuurdeeg geworden, dat het geheole deeg heeft dóoYfrökken, en die ernstigste gevolgen meebracht. Want er is géén zonde zoo groot, of ze kan vergeven worden; maar er is geen zonde zoo klein, of zie moet afsterven.

• Hier staan we voor de krachtige klem en strenge strekking der bekeering.

In de bekeering mag niets blijven zitten, geen enkele hoogte. Wij hebben aller zonden vijand te zijn. De bekeering heeft geen grens, anders dan in de volmaaktheid. Zij mag bij zichzelve geen geduld hebben met zonde of zwakheid, zij mag geen genoegen nemen met gebrek of onvolmaaktheid. De bekeering heeft alleen te rekenen met God en Zijn wil. Als de bekeering staan blijft voor een of andere hoogte, en zich terugtrekt of behoedzaam •daaromheen gaat, dan verloochent zij God den Heere.

Niet, 'dat de tot God bekeerde geen zonde of zwakheid meer kan hebben; maar hij mag er geen vrede mee hebben, al ware het ook slechts op één punt. En helaas, — het leven van koning Asa doet ons zien, dat dit tóch voorkomt; dat het hart volkomen kan zijn, dat we uit een oprecht beginsel ons leven aan den dienst Gods hebbeu verbonden, en dat er tóch een of andere eigenwilligheid gebleven is, waar wij rooken op ónze hoogte en niet te Jeruzalem, waar de offerdienst van ons leven, - want bekeering is offerdienst. — niet is saamgetrokken naar den wil van God op Sion, waar de Heere woont. Een lieveüngszwakheid, een karakterfout, een boezemkwaad, een daad Gods in ons leven die wij maar niet willen goedkeuren, een verkeerde verhouding met den naaste, of iets anders; — er waren in Israël véle hoogten door bet gansche land verspreid, en ze zijn er n ü nog. En elk onzer keere zich nu van Asa af, en wende zich tot eigen persoon. Wat is mijn hoogte, die ik niet heb weggenomen, en waarop ik altijd ben blijven rooken? Dat onze consciëntie spreke.

En nu klagen we over ingezonkenheid van het geestelijk leven, en dat de gemeenschap des Geestes zoo kwijnt, en er zoo weinig geloofsband is aan de beloften Gods; maar laten we eens ophouden met klagen, en eens met dit licht des Woords ons leven en ons hart ingaan, om te zien of we de oorzaak ook kunnen vinden. En dan moge er veel in ons leven bekeerd zijn, — daar ligt een afgod verbrijzeld, en ginder een altaar omvergeworpen, — maar hier, welke hoogte staat hier, die nooit is weggenomen? Hoelang staat die er al? En hoelang is zij reeds ontzien? Meenen we, dat dit zoo wel blijven kan? En dat dit zich niet wreken zal? In Asa's leven is het wel anders gezien.

jHooren wij dan den heiligen eisch Gods tot een strenge, alles omvattende vernieuwing van hart en leven.

En knielen wij bij dien eisch des Heeren neder, met de bede: — Zie of bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg".

V. A.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's