GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een breed vervolg.

G. van Bokhorst: Menschen ontmoeten elkander. -- Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen, 1936.

Werd er vroeger wel eens geklaagd over het Verwaarloozen van het platteland in de literatuur, in de laatste jaren krijgt het dorp en het landleven wel een behoorlijk aandeel ervan. Is het leven van den stadsmensch langzamerhand voldoende psychologisch ontleed, zoodat er nauwelijks belangstelling kan verwacht worden voor nieuwe problemen van den stedeling? Zeker niet, want liet voortijlende leven met zijn telkens nieuwe vindingen, stelt den mensch steeds weer voor ongedachte mogelijkheden en moeilijkheden.

Bevredigt dan de voortschrijdende mechaniseering in de stad, de fantasie niet voldoende, zoodat d'e stadsbeschrijving geheel wordt overgelaten aan den modernen zakelij ken roman, die in visie en süjl zich tracht aan te sluiten bij de koele haast van de machine?

Of is de verheerlijking, althans liefdevolle beschrijving, van het dorp met zijn bewoners, slechts een mode, zooals het vroeger mode was daarop af te geven? Heeft het toenemend zomervacantiebezoek aan het land, bij den stadsbewoner de begeerte opgewekt dieper ingeleid te worden in het denken en doen van den dorpeling? Wie zal het zeggen? Feit is het echter, dat het platteland in trek is, ook in de literatuur, en dat vooral het dorpsjongelje in den laatsten tijd zeer verdienstelijk is uitgebeeld in zijn eigen milieu. De christelijke schrijvers zijn in dezen niet achter gebleven. hebben zelfs in dit genre buitengewoon goed werk geleverd.

Van die streekromans, waarop we trotsch zijn geworden, heeft van Boldiorst er een geschreven, een debuut, evenals Bartje. Zijn „Onder lage daken" heeft een paar levensjaren beschreven van Mijns Wortel. De schrijver bleek een nauwkeurig waarnemer, een geestig opmerker, een talentvol w^eergever te zijn. De groeiende angst voor den dood bij Mijns, die zijn hoogtepunt vond in het bevrijding zoekende gebed op de heide, werd meesterlijk beschreven.

Niemand zal het den schrijver dan ook kwalijk nemen, dat hij Mijns opnieuw ten tooneele brengt. Het nieuwe boek van Van Bokhorst: „Menschen ontmoeten elkander", is namelijk een vervolg op zijn eerste werk. En het is weer'niet iets nieuws, dat het leven van één jongen onderwerp werd van meerdere bockdeelen. Francesco Campana en Merijntje Gijzen hebben drie tot vier deelen doen ontslaan. Maar daarbij bleek het voor den schrijver wel moeiUjk de volgende deelen op het zelfde peil te houden van het eerste. Achteruitgang viel niel, l'e loochenen. Het Idnd in zijn jonge jaren stond onbevangen tegenover de hem omringende natuur en maatschappij, hij bleef het middenpunt. Later, bij het opgroeien, bleek zijn persoonlijkheid een tamelijk onbelangrijke factor in het geheel van hef gebeuren en werd hij meer naar den achtergrond geschoven, om plaats te maken voor ideeën en stelsels.

Ook Van Bokhorst heeft in izijn nieuwe boek aan Mijns niet die plaats gegeven, die hij in het eerste deel innam. Mijns' leventje duikt onder in het uitvoerig beschreven dorpsleven. Hij is er wel steeds, en hij komt wel telkens naar voren, maar hij onderscheidt zich slechts weinig van anderen. Heel veel menschen ontmoeten elkaar in dit boek, doch de ontmoeting is dikwijls heel vluchtig. Vele der vroegere personen, die toen een goeden kijk gaven in hun innerlijk leven, komen nu slechts kort kennis maken met de lezers. Mijns' vader, Jan Nagel, en vooral de sympathieke dokter De Klerk houden zich te veel afzijdig. Nieuwe personen, de familie Roodhart vooral, dringen naar voren. In het eerste hoofdstuk komen ze op, oim in het laatste voor goed te vertrekken. Zij behooren niet tot het dorp, hun levenswijze en optreden zijn afwijkend, en toch beheerschen ze voor een groot deel het boek, zonder dat het dorpsleven door de tegenstelling feller uitkomt.

De süjl van het boek lijkt soms op het zand van de hei. Het zit los aan elkaar maar vormt toch «en eenheid vol fleurige afwisseling. Zoo ook vorm'en de talrijke losse gevalletjes, die de schrijver geeft, saam het bonte, maar weinig bewogen dorpsleven. Met liefdevolle uitvoerigheid weidt de auteur uit over alles wat er voorvalt, ook over die dingen die met het verhaal weinig of niets te maken hebben. Daardoor is het boek wat te dik geworden. Geringere uitvoerigheid had de overzichtelijkheid bevorderd. Dikwijls is de typeering van menschen en dingen uitnemend, het taalgebruik zeer plastisch en fijndoorvoeld. Maar ook zijn er gedeelten, waaraan slordigheid en ondoordachte woordenkeus niet vreemd zijn. Dan lijkt het werk te haastig geschreven. Zinnen als „op de markt kocht moeder voor een paar centen prachtige platen iriet jachttafereelen, stellen zij voor", zijn geen zeldzaamheden. „De vrede is uitgebroken!" is ook niet gelukkig uitgedrukt.

En toch is het geheel een zeer lezenswaardige beschrijving van het leven in een dorp, waar kleinigheden worden opgeblazen tot, of gevoeld als gewichtige zaken. De grootste en schokkendste gebeurtenissen uit de buitenwereld, zelfs de groot oorlog, vermogen slechts tijdelijk een deining ^ veroorzaken in het rustig voortvloeiende doV leven. Ook op Mijns' ontwikkeling hebben ze w nig invloed. Wel gaat het soldatenleven niet ov'' hem heen, zonder indruk achter te laten, maar J\ daardoor wordt zijn geestelijke groei' beintlue! ceerd. Langzaam rijpt het proces. Zijn angst voor den dood, door gemis aan geloofsverzekerdheid wordt eindelijk van hem weggenomen. Nu pas kan hij ook de natuur schoon vinden, wat de schrijver fijn-gevoelig teekent, door Mijns in dankbare'vet. rukking voor den prachligen bloei van een struikj» zijn werk in de maatschappij te laten herbeginnen Geen opgelegde vroomheid ontsiert het boek. Hel is m.i. minder dan zijn eerste werk, omdat het ce» vaste lijn mist, te fragmentarisch is en te uitm. breid. Maar Bokhorst gaf hier weer een gezond boek, en dus een goed boek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1936

De Reformatie | 12 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1936

De Reformatie | 12 Pagina's