BOEKBESPREKING

„De Macedoniër", Zendingstijdschrift. Gebr. Zomer en Keuning — Wageningen.

Reeds herhaaldelijk hebben wij op deze plaats gesproken over „De Macedoniër", ons eenig zendingstijdschrift, en het hartelijk aanbevolen.

Dit willen wij wederom doen. Niet alleen om de zeer goede artikelen, die wij ook nu weer in de verschillende afleveringen vinden, maar ook wegens een uitlating in het zendingsrapport, dat aan de synode te Amsterdam zal worden aangeboden. Heelemaal aan het einde van dit rapport, op bl. 98, onderaan, lezen wij:

„12. De uitgeefster van „De Macedoniër", N.V. Gebr. Zomer en Keuning te Wageningen, gaf kennis aan de deputaten, dat het finantiëel met de uitgave van dit zendingstijdschrift vastloopt, zoodat zij genoodzaakt zou zijn de uitgave te staken, als er geen verandering komt. De deputaten oordeelden, dat zij niet bevoegd waren voor dit doel een bedrag beschikbaar te stellen, maar deze zaak moesten brengen ter generale synode, wat ook aan de uitgeefster is meegedeeld. De deputaten meenen, dat het te betreuren zou zijn, indien dit zendingstijdschrift moest ophouden te bestaan. Zij besloten derhalve aan de synode de vraag voor te leggen of het ook aanbeveling zou verdienen, dat zij hare te benoemen deputaten voor de zending machtigde 'om, zoo deze dit wenschelijk achten, de uitgave van „De Macedoniër" te mogen steunen met eenige subsidie uit de generale kas, als dit noodzakelijk zou blijken om dit tijdschrift te doen voortbestaan."

Er ware over dit voorstel heel wat te zeggen, maar wij doen het niet, omdat wij met de gedachte volkomen accoord gaan, dat „De Macedoniër" moet blijven voortbestaan. Het zou meer dan te betreuren zijn, als dit tijdschrift, door wijlen Ds H. Dijkstra weer tot nieuw leven gebracht, moest bezwijken. Dat mag niet, en het is ook niet noodig. Hebben onze kerkeraden hier geen roeping'? Waarom moet bij de bezuiniging op de bladen allereerst „De Macedoniër" sneuvelen? Beseft men wel, wat wij als kerken zouden verliezen, als „De Macedoniër" moest worden opgedoekt? Wij zijn dan ook niet er mee gebaat, als de generale kas een bijdrage geeft, maar de kerkeraden moeten weer een abonnement nemen, en... het lezen!

J. D. W.

„Onze Zending", Maandblad voor de Gereformeerde Jeugd.

Dit zendingsblaadje, op mooi glanzend papier gedrukt en met fijne foto's versierd, wordt uitgegeven bij dezelfde firma als „De Macedoniër". Op vele scholen schijnt het te worden verspreid. En wij verstaan dit. Het is uitstekend geschikt om onze kinderen de zending te leeren kennen. Men neme eens een proef daar, waar het blad nog onbekend is.

J. D. W.

„Robert Moffat", door Dr Ir H. G. van Beusekom.

Dit boekje over Moffat is afl. 2 van den 41sten jaargang „Lichtstralen op den akker der wereld". Een zeer keurige en goedkoope uitgave van den Zendingsstudie- Raad. Moffat arbeidde in het begin der vorige eeuw in Afrika. Zijn vertaling van den Bijbel in het Beetschuaansch is vooral van groote beteekenis geweest, en pas in 1907 is zij door een andere vervangen. Men leze deze aflevering. Voor jong en oud is de geschiedenis van Moffat „interessant", als ik dit woord hier gebruiken mag. Ja, „onze" menschen lezen veel te weinig goede zendingslectuur, en toch doet het veel en veel meer nut dan allerlei „verhaaltjes". Hoe komt het toch, dat er zoo weinig vraag naar boekjes is als dit?

' ^ j; Ö; W.

„De Spieg"©!", Ohiistelijk Nationaal Weekblad Uitg. Bureau „De Spiegel", Wagening'en.

Met groot genoegen vestigen wij de aandacht van onze lezers op deze voorname, uitnemend verzorgde weekillustratie van groot formaat, gedrukt op stevig, glanzend papier. De inhoud is zeer verzorgd en biedt tal van veriassingen. Zoo neemt „De Spiegel" ons mee op speurtocht naar de jeugd van Dt Golijn. Alleraardigste voorvallen uit diens jongensjaren worden verteld en tal van interessante foto's laten ons zien, hoe en waar Dt Golijn in zijn jeugd leefde. Dt Euwe söhrijft over zijn kansen bij de a.s. schaakmatch om het wereldkampioenschap. Foto's en een interessant aitikel lichten ons in over de geschiedenis van de Zondagsschool in Nederland. Honderd jaar geleden werd hier de eerste Zondagsschool gestidht. Een boeiende schets van Anne de Vries, den bekenden auteur vau „Bartje", zal de belangstelling trekken. Een vervolgverihaal van W. Laatsman, getiteld „Gaaike Petrus", speelt in Vlaanderen, vertelt van eenvoudige dorpsmenschen. Wij kunnen slechts een klein gedeelte van den rijken en vaak geestigen inhoud noemen. De illustraties zijn bijzonder goed verzorgd. Meer dan zestig platen staan er in dit ééne nummer!

Daarbij is de prijs zóó laag, dat „De Spiegel" de goedkoopste weekillustratie van Nederland is, n.l. f 1.— per kwartaal, hetgeen neerkomt op nog niet heelemeia] 8 cent per week. Ieder gezin kan nu zijn eigen weekillustratie hebben. Inhoud èn prijs van „De Spiegel" bieden dus aangename verrassingen.

We hebben tegenover „De Spiegel" iets goed te maken; geruimen tijd reeds ontvangen we het blad ter beoordeeling, doch ze bleef al te lang uit. Bovenstaand ons toegezonden commimiqué zegt, naar we meenen, geen woord te veel. „Dte Spiegel" is onder de leiding der Wageningsche uitgeefster bizonder goed geworden en

blijft op hoog peil staan.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen