GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

NoorsGhe kunst.

I.

Trygve Gulbranssen: Winden waaien om de rotsen. — Zuid-Hollandsche U. M., Den Haag.

Binnen zeer korten tijd heeft de naam Gulbranssen in ons land een bekendheid verworven, die velen onzer schrijvers jaloersch kan maken.

Ongetwijfeld heeft de Noor hierbij het voordeel gehad van zijn niet-Nederlander zijn. Immers voor ons, bewoners van het lage land bij de zee, heeft het Noorsche landschap met zijn fjorden en bergen, iets aantrekkelijks. Een boek dat in het hooge noorden speelt, beschrijft een zoo andersoortig milieu dan het onze, dat het mee daarom tot lezen noodt.

En dan komt daar nog bij de zeer gelukkige titelkeuze, en de zeer smaakvolle wijze van uitgeven. De welluidende titel „En eeuwig zingen de bosschen" on de mooie titelplaat, een ruige, groote beer op een donkere rotspunt, somber afstekend tegen een hel rooden avondhemel, trekken dadelijk de aandacht. Niet minder „doen" hel titel en plaat van het tweede deel: „Winden waaien om de rotsen, " waarbij een ijzige doodskop uit de zwaar besneeuwde, licht paars omschenen rotsen u tegengrijnst.

' Uit de boeken van Selma Lagerlöf en Sigrid Undset kennen velen reeds eenigszins het eigenaardig gecompliceerde Noorsche karakter. Ruige kracht en stoere onverzettelijkheid' gaan gepaard jtnet een stil, innerlijk sterk, ontzag voor het bovennatuurlijke. De godsdienst heeft een groote plaats in het hart dezer menschen, maar ze zijn ook nog zeer toegankelijk voor het geheimzinnige in sage, mythe en sprookje. Zelfs in de grootste imenschen zit nog heel veel van het kind.

Die sympathieke trek bezitten ook de personen uit de nieuwe boeken van Gulbranssen. Ze zijn sterk, deze mannen, ze kunnen met hun krachtige armen geweldige daden doen, maar tenslotte bui-gen ze zicft voor dat hoogere, dat hen overweldigt. In deze boeken wordt juist die strijd geteekend tusschen den machtigen mensch en God, die hem langzaam doet bukken.

Deze boeken. Want Gulbranssen geeft een trilogie. In drie deelen wordt beschreven de geschiedenis van het geslacht Bjömdal. Aan de bezwaren die familieromans plegen aan te kleven, ontkomen deze boeken gelieel. Meestal immers wordt de lezer vermoeid met een enorme reeks van familieleden, vrienden en kennissen, die in den loop der jaren een rol gespeeld hebben In het beschreven geslacht. Men raakt den draad kwijt en geeft het soms verder op, of stelt alleen belang in de maatschappelijke of cultureele veranderingen die er in den beschreven tijd hebben plaats gevonden.

Gulbranssen beschrijft wel is waar een gesladht gedurende een lange reeks van jaren, maar het zijn slechts enkele personen die er toe behooren.

Bovendien beheerschen zij door hun innerlijke structuur zoozeer hun omgeving, dat de aandacht nooit van hen afdwaalt.

De handeling speelt zich af in de jaren om 1800, den Napoleontischen tijd. De ideeën der Fransche revolutie waren ook in het Noorden doorgedrongen. Groot zijn de economische veranderingen geweest, grooter die op het gebied van den geest. In de dalen tusschen de hooge bergen waren de ongeloofstheorieën doorgedrongen. Eenzaam staat de sympathieke dominee met zijn rotsvast Godsgeloof. Hij wordt tenslotte gesteund door den ouden Dag en helpt onbewust dezen, door zijn gedachten den juisten koers uit te drijven. Want het hoofdthema blijkt van religjeusen aard te zijn. Wel dient men hier in het oog te houden, dat de Luthersche Kerk in Noorwegen toen een der grootste vervalperioden doorleefde, waardoor het conflict een ander verloop krijgt dan in een Calvinistisch land het geval zou zijn onder gelijke omstandigheden.

Hoewel elk deel een eenheid op zich zelf vormt, kan men zich slechts een duidelijk beeld' vormen van de handeling, als men ook het eerste deel gelezen heeft. Een vluchtig overzicht van de problemen uit dit deel is daarom noodzakelijk voor het verband.

Tusschen de bewoners van Björndal, de bergstreek, en Borgland, de vlakte-bewoners heerscht van oude tijden een diepe veete. Wel heeft de heer van Björndal in een romantisch gevecht met een beer de vlakte bevrijd van een groot gevaar, maar de opoffering van zijn leven ten hunnen behoeve, heeft de stemming der bevolking niet verbeterd'. Zijn zoon Dag, bezield met een ontembaar wraakgevoel, komt met de bewoners der vlakte in Èotsing en wint door zlju enoi-me kracht een [gevecht. Hij ziet echter ia dat niet de bloedwraak hem de overwinning kan bezorgen en legt

cr zich op toe door uitbreiding van bezit Üe vlakte in afhankelijkheid aan hem te brengen. Op zijn weg vindt hij dan het machtige geslacht van Borgland, waarvan de gevaarlijke dochter het niiddielpunt is. Na den dood van Dags broer blijft hij alleen over van zijn geslacht, zoadat de ondergang aanstaande lijkt. Door zijn huwelijk met een scliatrijke koopmansdochter weet Dag echter zijn invloed enorm te vergrooten. Maai' door dit huwelijk verandert hij ook. Na overpeinzing van zijn leven komt hij tot de conclusie, zijn wraak aan (Jod over te moeten laten. Hij voelt zich daardoor vromer, maar is zich niet bewust dat zijn wraakgedachte ongeschonden is gebleven. Hij woekert met zijn geld, is hai'd tegen zijn schuldenaars en meent in meedoogenlooze plichtsbetrachting Gods gunst te kunnen winnen.

Een zijner zoons wordt laaghartig vermoord op instigatie van de slechte erfgename van Borgland. De wraakgedachte krijgt Merdoor nieuw voedsel. Door zijn slim financieel beheer weet hij tenslotte Borgland aan zich schatplichtig te ma- 'ken. Hij ziet hierin de hulp van God, Die de wraak van hem heeft overgenomen. En daarbij wil hij nu God wat helpen. Zijn zoon, de jong, e Dag, moet heer van Borgland worden. Daarvoor moedigt hij het huwelijk lusschen den jongen Dag en de schoone Adelheid aan, vooral als (hij : merkt dat de dochter van Borgland zich liierlussclien wil dringen. God moet voor hem zorgen, dan zal hij wel voor zijn zoon en de toekomst zorgen.

Diepen indruk heeft op hem gemaakt de zuster van zijn vrouw, de zachte Dorothea, weer een bij-figuur die weinig opvalt, maar van groote beteekenis is. Den dag voor haar dood heeft zij •liem gewezen op de barmharti^gheid, die meer bij God vermag dan ijskoude plichtsbetrachting. Weer komt God hem waarschuwen, hij voelt het, !door het sterven van Dorothea en later van zijn vrouw. De oude en de jonge Dag blijven alleen over. Maar het zaad door deze vrouwen gestrooid, xindt vruchtbaren grond in zijn hart. Wel blijft hij schijnbaar de oude, maar innerlijk is hij veranderd. De barmhartigheid krijgt haar deel in zijn financieele, zaken. Wanneer hij met zijn ouden, vereenzaamden vriend spreekt over den zin van •het leven, heeft hij al zonder dat deze het begrepen heeft de grootste overwinning behaald. De heer van Borgland heeft zich geheel in zijn macht gesteld — de overwinning van zijn leven heeft hij eindelijk behaald, maar hij heeft de barmhartigheid laten zegevieren op de wraakgedachte. Hij heeft zijn ouden vijand clement behandeld, hem zelfs gered van ondergang, zonder evenwel iets van zijn rechten te laten varen. Zijn oude natuur is wat verdrongen, maar niet overwonnen. Nog werkt hij voort aan zijn groot levenswerk. Het is tenslotte hij, die de verloving van den jongen Dag met Adelheid forceert, omdat hij die verbintenis de gelukkigste acht voor zijn plannen. Eigenlijk heeft hij zich niet gewonnen gegeven aan God. Dit sterke leven wordt telkens door den dood bedreigd. Hij voelt daarin een bedoeling van God, waardoor hij als het ware voor God bang wordt. Hij gaat Hem uit den weg, tracht Hem te verzoenen door zijn tactiek te veranderen. Hierin zit echter geen veinzerij, daarvoor is hij te gaaf Elke verandering heeft weloverwogen plaats, het is een trachten Gods wil met zijn leven t© begrijpen en dien wil op te voJgen.

Het einde van het eerste deel is haast een idyUe. De sterke maar zachtgevoelige Dag, een jong paar dat door hechte liefde verbonden een leven in kan gaan, dat door den wijzen vader zorgvuldig van moeilijkheden is vrijgemaakt. Op den achtergrond de bosschen die hun eeuwig lied zingen.

H, S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's