GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de schaduw van Hangchow.

De vergadering van den Internationalen Zendingsraad, welke ditmaal het karakter van een Wereld-Zendingsconferenlie zal dragen, en in het najaar van 1938 te Hangchow zal worden gehouden, werpt haar schaduw reeds vooruit.

De christelijke wereld moet voor die vergadering worden voorbereid. De kerk in West en Oost zij zich van het gewicht en de uitgebreidheid der vele vraagstukken, die op de zending betrekking hebben en daar aan de orde zullen komen, diep bewust.

Het gaat er niet slechts om, dat eenige tien- of honderdtallen zendings-specialisten met elkander raadplegen en over de oplossing der problemen tot overeenstemming komen; niemand zal ontkennen, dat dit noodig is. Maar de zending is en blijft de taak der kerk; de kerk moet meeleven en meebidden, en in elk opzicht haar offeranden brengen. Daarom is het noodig, dat zij ook van de komende Wereld-Zendingsconferentie op de hoogte wordt gebracht en gehouden.

Een „Ad Interim comité" neemt de noodige voorbereidingen voor de Conferentie. En tal van personen maken reizen en verzamelen gegevens en schrijven boeken of brochures en pamfletten.

Onder deze reizigers en schrijvers behoort ook Rev. William Paton.

In de zendingswereld is hij een bekende en vooraanstaande persoonlijklieid. Hij is een van de secretarissen van den Internationalen Zendingsraad. Bovendien is hij een van de beide redacteuren van „The International Review of Missions". Tevoren was liij Zendingssecretaris van de Student Christian Movement, en ook secretaris van de National Christian Council of India. Verschillende boeken heeft hij in den loop der jaren gepublioeerd. Ook wordt hij als een der beste kenners van Engelsch-Indië en van de zending aldaar geroemd.

In het belang van de Wereld-Zendingsconferentie heeft hij een reis gemaakt vanuit Aniierika over Japan, China, Engelsch-Indië en de Nabije Oost; en het resultaat van zijne bevindingen en ondler; zoekingen heeft hij neergelegd in ©en boek: „Christianity in the Eastern Conflicts".

Op dit boek de aandacht onzer lezers t© vesr tigen, is de bedoeling van dit artikel.

Paton schrijft eenvoudig Engelsch, en maakt het zijn vreemde lezers düs niet moeilijk. Ook ontwikkelt hij zijn gedachten op zeer dliidelijke wijze; naar hetgeen hij bedoelt te zeggen, behoeft niet te worden geraden.

Het is een hoogst belangrijk, spannend boek. Vol van allerlei mededeelingen pakt het reedis bij het begin, en ge rust niet, voordat ge het uit hebt. Wij zouden wenschea, dat tenminste onze predikanten allen dit boek lazen. Afgezien van Hangchow is het buitengewoon interessant; het licht over een zeer groot deel van de zendingSr wereld in, en doet iets zien van de machtige vraagstukken, waai'voor de zending is komen te staan.

Hoewel Paton ook Java bezocht beeft, zwijgt hij over hetgeen hij daar zag en vond. Dat is te betreuren; maar wij zijn het gewoon, dat oiis. Indië wat nonchalant door de wereldziending wordt behandeld. Laten wij echter dankbaar zijn, dat in de laatste jaren tenminste ons Indië een paar keer bezocht is geworden. Geheel verwaarloozen doet men het dus niet meer!

Zijn „Introduction" van ongeveer 6 bladzijden begint hij met de opmerking: „Dit boek berust hoofdzakelijk op de resultaten van ©en reis, welke ik het geluk en het voorrecht had te ondernemen gedurende den herfst, winter en lente van 1935 —36". Het hoofddoel van de reis was om te spreken met vertegenwoordigers van de Inlandische kerken en met zendelingen in verschillende landen over hetgeen op de „world meeting of the International Missionary Council" zou ter sprake moeten komen.

Zijn boek heeft hij in twiee deelen verdeeld: Things Seen, en Reflections.

In het eerste deel doet hij mededeeling van de meest belangrijke feiten in het leven van de vien gi-oote gebieden: Japan, China, Engelsch-Indiê en de Nabije Oost, alles bezien van af het standpunt van de groeiende Christelijke kerk.

In het tweede deel gaat hij op verschillende kwesties afzonderlijk in, en trekt vergelijkingen tusschen de behoeften der bezochte landen, die in menig opzicht gelijk zijn.

Zoo moet dit boek mieewerken aan het slagen van de vergadering te Hangchow. Daair worden 400 afgevaardigden verwacht uit aUe deelen der wereld, alzoo een derde van de deelnemers aan de groote Internationale Zendingsconferentie te Edinburg in 1910. Maar toen waren er slechts zeer weinigen van het gekleurde ras. In Jeruzalem 1928 waren er van de 250 leden der Internationale vergadering reeds meer dan 50, die als vertegenr woordigers der „Jonge kerken" konden worden beschouwd. Maar de bedoeling is, dat van de 400 leden der Conferentie in Hangchow meelr dan de helft de kerlien van Azië, Afrika en Latijnsch Amerika zullen vertegenwoordigen. Dat wil dus zeggen, dat do Conferentie een beslist „Oosterscli* karakter zal dragen, en de gekleurde rassen het blanke ras zullen overstemmen.

Niets teekent wellicht beter de totaal verandeirde toestanden in de wereld, ook in de zendings-

wereld, dan dit feit. In aUe vier hoofdstukken van het eerste deel: „Dingen, die ik zag", gaat Paton volgens dezelfde metliode te werk. Eerst geeft hij een beschrijving van den politieken toestand, die in Japan noch China, in Engelsch-Indië noch in de Nabije Oost, gunstig kan worden genoemd voor de zending en de zendingskerken.

Hetzelfde moet worden gezegd van den oeconomischen toestand, die schier overal diep ellendig is, en waaronder de zending en de zendingskerken niet het minst gebukt gaan.

Dat de pseudo-religies, die dan aan de orde komen, allerminst „dood" zijn, en zelfs bijzondere opwakingen en herlevingen vertoonen, zet Paton duidelijk uiteen. De zending en de zendüigSr kerken, profiteeren dus niet van de „verwereldlijking" dezer godsdiensten; ook waar de Islam niet meer zijn gezaghebbende positie heeft, b.v. in Irak, het oude Turkije, wordt ondervonden, dat de verandering allerminst een verbetering is.

Ten slotte worden uiteenzettingen gegeven van de zending en de zendingskerken zelf, welke ook niet zoo erg rooskleurig zijn. ZoO' haalt Paton uit een preek van Prof. T. C. Chao van Yenching deze woorden aan: „Maar wat is de boodschap voor de kerk en voor de Christenen ieder persoonlijk, wanneer de toekomst eerüjk en ronduit onder de oogen wordt gezien? Het kan in enkele woorden worden gezegd, ja in één woord slechts: martelaarschap!"

En aan het einde van het hoofdstuk over Indië schrijft Paton: „Dezelfde verdraagzaamheid, die den onderzoeker ertoe brengt gemalikelijk te bewonderen en direct te zeggen: och, alle religiesi leeren hetzelfde! wordt met een grooten haat vervuld tegen dien godsdienst, die in den Naam van zijn Heer en Meester exclusief moet zijn en totale onderwerping moet vragen, en voor Hem niet minder kan uitroepen dan dat Hij is de Heere van alles en dat in Hem alle dingen worden vervuld. „Here, in this assertion of the unshared Lordship of the Lord, is the skandalon, the stumbhngr block in India".

Dergelijke uitspraken bevat het boek er meer­ dere; van een valsche synthese en van syncretisme wil Paton niet weten.

In het tweede deel: the Reflections, zet Paton in 4 hoofdstukken zijn beschouwingen uiteen, waaraan hij dan een „conclusion" van 12 bl. taevoeg; t.

Eerst handelt hij over „The Gospel and the new Age". Hij keert zich hierin tegen het commu- Inisme en het ras-nationalisme, dat beide den geheelen mensch opeischt en ziclizelf als vol waarde, als nieuwe religie, aandient. Maaï bet Evangelie eischt ook den gelieelen mensch op^ ©n biedt ook het heil aan in zichzelf. Zoo spreekt Paton over Ihet Evangelie als a doctrine of the living God working in history; voorts als a doctrine of God made man; ten derde als a doctrine of forgive- 'nesiS and saving from sin; ook als a doctrine of society, en eindelijk als a doctrine of man.

Het tweede hoofdstuk, dat handelt over „Churcli, Community and State" achten wij' echter van de meeste beteekenis. Het is moeilijk in weinige regels den inhoud weer te geven. Paton laat de verhouding van deze drie zien als een wereldprobleem, dat echter in Azië wel bijzonder de aandacht trekt.

Midden in zijn indrukwekkend betoog vraagt de schrijver: „Is it recognized in the "West how gigantic are these tasks that face the communities of Asia and Africa in which the Chrisüan Church is set? " Wij zijn geneigd te antwoorden: de tallooze moeilijkheden, waarin de staatkundige verhoudingen en maatschappelijke gesteldheden de kerk plaatsen, zijn wij ons niet voldoende bewust, omdat wij zoowel inzake the State als the Community zoo onkundig zijn, maar uw boek, Rev. Paton, heeft onze oogen geopend, en laat ons de verwikkelingen zien. Maar hoe goed doet het ons dan aan het einde van dit hoofdstuk de verldaring te lezen: „In the last resort the only weapon that the Christian Church has is its own quality of life, its purity and liumUily and dependence upon God, the dynamic spiritual power which He gives it".

Deze woorden onderschrijven wij ook ten op^ zichte van de kerken in het Westen. Zuiverheid, ootmoed en afhanicelijkheid van en. kinderlijk vertrouwen op God, gepaard met een recht vroom leven en gedragen door de kracht des Heiligen Geestes, zie, als de kerk dit alles bezit, dan kan zij met kleine kracht groote dingen doen. Of liever, dan doet God groote dingen door zulk een kerk, die dreigt in de beklemmingen van| den staat en de ellenden van liet maatschappelijk leven te stikken.

Doch men meene niet, dat Paton een uitwendigen triumf voor de kerk aan, den horizon ziet gloren! Integendeel. Want, zoo zegt hij: the ultima ratio, waarop de kerk alle eeuwen door terugvalt, is martelaarschap, en in onze dagen spreken de Christenen daarover meer dan vroeger; maar martelaarschap is getuigen; en het getuigen komt slechts op uit de diepten van een waarachtig godzalig leven.

Aan dit leven en getuigen van de kerk is het derde hoofdstuk gewijd, terwijl het vierde hooldstuk handelt over „The Church and the social Order".

Wij willen dit artikel niet telang maken, e-n slaan daarom nog ten slotte den blik in het concludeerende lioofdstuk.

En dan treft reeds dadelijk de opmerking: „The trouble is not t«at people don't know but thait they don't really care". Inderdaad, gebrek aan kennis, hoe jammerlijk ook, beteekent niets bij onverschilligheid van de Christelijke kerk in het moederland tegenover de zendingsvraagstukken. Hoe weinig is men waarlijk over bekommerd!

Het rustig lezen van Paton's boek helpt ons met die vraagstukken op de hoogte, en vervult ons hart met waarachtige belangstelling. Hier heeft in het bijzonder de predikant een roeping. Paton doet oen hartstochtelijk beroep op zijn lezers. Hier lezen wij hem in het hart. Natuurlijk, zoo zegt hij, hebben de niet-Christelijke volken het recht te vragen, wat het Evangelie voor vrucht hooft voortgebracht in het Westen. Men weet in Azië heel goed, wat er hier in Europa gebeurt, en hoe de kerk zich gedraagt in staatkundige verdrul^king en maatschappelijke ellende. En is dan de kerk Mor tot een voorbeeld, dat tot navolgen roept?

Wij eindigen. Het is niet meer , noodig om op te wekken dit boek van 220 bl. te koopen en te lezen; de prijs is zeer gering, n.l. f 1.50, en dan is het boek nog in prachtband. God zegene de

bestudeering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1937

De Reformatie | 8 Pagina's